Seoul, deel 2
Dag 72: Baanbrekende records
Maandag 21 mei 2012
Na enkele lange dagen vond ik het vandaag wel weer eens tijd voor een beetje rust. Met nog genoeg dagen die ik hier in Seoul kan besteden, besloot ik om niet een enorme reeks aan bezienswaardigheden af te gaan. Dit was overigens ook niet mogelijk, want de paleizen en musea die ik nog wilde bezoeken, waren vandaag gesloten. Ik stond laat op, ontbeet laat en maakte gebruik van de wasmachine in het hostel -veel Japanse en Koreaanse hostels hebben er een- om al m’n vuile kleding te wassen, die ik vervolgens op het zonnige balkon kon laten drogen aan de waslijn. Het wachten op de wasmachine gaf me tevens de gelegenheid om m’n verhaal van het weekend af te typen, want daar had ik nou niet echt veel tijd voor gehad.
In de middag ben ik toch nog op stap gegaan. Na een lunch in de buurt ben ik met de metro naar de andere kant van de stad afgereisd, wat nog een behoorlijke rit was van zo’n 40 minuten. Boven de grond kwam ik in een gebied met een groot amusementspark, enkele hotels en andere hoge gebouwen. Langs een drukke weg liep ik door de volle zon naar het Olympic Park, een groot park dat gebouwd is ter gelegenheid van de Aziatische Spelen in 1986 en de Olympische Spelen in 1988. Onderweg passeerde ik al allerlei standbeelden van verschillende sporten. Het park zelf had een grote poort met de ringen van de Spelen en daarachter een groot plein met een monument en alle vlaggen van de deelnemende landen. Ik heb een stuk door het park gewandeld en kwam langs diverse eetkraampjes, een vijver, nog veel meer artistieke standbeelden en uiteindelijk uiteraard langs diverse stadions, waaronder een atletiekbaan en een zwembad. Hierna pakte ik de metro naar een halte iets verderop, waar zich naar verluidt het grootste ondergrondse winkelcentrum van Azië bevond: de COEX Mall. Of het echt de grootste was, zou ik niet weten, maar dat het groot was, stond vast. Vele gangen liepen hier onder de grond door elkaar heen, met winkels en restaurants aan beide zijden. Verder bevond zich hier nog een aquarium, een grote bioscoop, diverse conferentiezalen, hotels (maar dan boven de grond) en een casino die speciaal voor de buitenlanders was gemaakt; gokken is voor Koreanen namelijk verboden. Daarnaast was er een museum dat zich had toegewijd tot kimchi, een zeer populair Koreaans (bij)gerecht dat voornamelijk bestaat uit kool in een zeer pittig sausje. Bij een enigszins afgelegen zaakje nam ik een overheerlijke smoothie, waarbij de verkoopster enigszins Engels sprak en nieuwsgierig was naar waar ik vandaan kwam (bij toeval had ze gisteren ook al twee Nederlanders op bezoek) en wat ik allemaal gezien en gedaan had in Korea. Zelf was ze weleens in Nederland geweest, dus ze kende het land en sprak vol enthousiasme over de bloemen, molens en kaas.
Naast het gehele COEX-complex stond Bongeun-sa, een tempel die net als de Jogye-sa helemaal versierd was met honderden lampionnen. Het zal ongetwijfeld een ongelooflijk monnikenwerk zijn geweest om al deze slingers op te hangen! Ik bekeek de diverse gebouwen van de rijkelijk versierde tempels en zag biddende mensen en Boeddhabeelden. Enkele vrouwen waren hier ook een dans met trommels aan het oefenen. Ik keerde terug naar het winkelcentrum, nam een maaltijd en liep terug naar het metrostation om terug te keren naar m’n hostel in Hongdae. Het was een lange rit in een drukke metro, aangezien het spitsuur was. Ondanks dat het ook in Hongdae druk was, was het vandaag gelukkig net ietsje rustiger dan in het weekend en iets minder luide muziek kwam uit de bars vandaan. In m’n hostel haalde ik m’n droge wasgoed van de lijn en genoot ik van een ontspannen avondje.
Tip van de dag: als je Lotte heet en je je speciaal wilt voelen, dan kun je naar Zuid-Korea afreizen. Overal heb je enorme winkelcentra van Lotte en er zijn hotels van, grote bedrijfsgebouwen en zelfs een indoor-amusementspark.
Opvallend feitje: betalen in een restaurant gebeurt niet aan tafel nadat je de bon hebt gevraagd. Na je bestelling krijg je direct de bon, die je na je maaltijd naar de kassa brengt om af te rekenen.
Dag 73: Geschiedenis en biologie
Dinsdag 22 mei 2012
Vandaag vond ik dat het tijd was voor een leerzame dag in Seoul. Laat in de ochtend verliet ik het hostel en zette ik koers naar het metrostation. Na twee keer overstappen kwam ik aan bij het National Museum of Korea, een museum over -jawel- Korea. Ik was blij dat het museum over airconditioning beschikte, want toen ik over een lang en breed pad naar het grote gebouw liep, was het ontzettend warm in de felle zon. Net als in Gyeongju was ook dit museum gratis te bezoeken, dus dat was erg fijn. Het museum bestond uit drie grote verdiepingen met een erg uitgebreide collectie aan objecten verspreid over vele exhibitiehallen. Het was een interessante rondleiding door de oude geschiedenis van het land. Zoals bijna elk geschiedenismuseum begon ook dit museum met een ruimte vol stenen uit het Stenen Tijdperk, zo’n beetje de enige periode waarop iedereen op aarde hetzelfde leek te doen. In alle tijdperken die hierna volgden, begon Korea steeds meer een eigen identiteit te krijgen, met z’n eigen potjes, vaasjes, urnen, speren, harnassen, sieraden, beeldjes, instrumenten en versieringen. Op tweetalige informatieborden werd volop informatie gegeven over alle verschillende koninkrijken die het land heeft gehad. Eén sectie was gewijd aan het Silla-tijdperk dat ik al eerder in Gyeongju had gezien. De volgende verdieping had veel documenten en schilderingen met kalligrafie, waar de Chinese invloeden van het verleden nog duidelijk zichtbaar waren, aangezien het Koreaanse schrift pas later volgde. Mooie traditionele schilderingen met verschillende figuren maakten de hallen compleet. Bij de derde verdieping merkte je dat iedereen al genoeg had gezien. De hallen met pronkstukken van rijke verzamelaars wisten maar weinig bezoekers te trekken en zelf ben ik ook redelijk snel door de hallen gegaan met kunstvoorwerpen uit andere landen van Azië; die heb ik daar al gezien of zal ik daar nog wel gaan zien in de toekomst.
Toch had ik nog een aardige tijd in het museum doorgebracht, waardoor ik deze hongerig verliet en snel iets te eten opzocht. Hierna heb ik door de felle zon een aardig stuk gelopen -iets langer dan ik gedacht had- naar het volgende museum. Toen ik aankwam bij het Korean War Memorial (Museum) verbaasde ik me nogal over de bezoekers. In tegenstelling tot grote groepen schoolkinderen bevonden zich hier juist grote groepen Koreaanse soldaten die op een uitje waren naar dit museum om meer over de oorlogsgeschiedenis te leren. Terwijl soldaten buiten zich stortten op verkoelende drankjes en ijsjes, besteedden soldaten binnen zich aan de vele zeer indrukwekkende exhibitiezalen. Het was met recht één van de meest visueel bijzondere oorlogsmusea die ik in m’n leven had gezien. Op vele foto’s en video’s werd de Koreaanse Oorlog (welke begon in 1950) in beeld gebracht, maar daarnaast waren de wanden en informatieborden ook toepasselijk versierd. Wapens en oorlogsattributen stonden op vele plekken opgesteld en poppen van soldaten stonden en lagen op verschillende plekken in een gedetailleerd decor met licht- en geluidseffecten. Artillerie, trucks en motoren stonden hier en daar neergezet en anders waren er wel vele modellen van oorlogsschepen. In de hal hing een parachutist naast een vliegtuigje en een helikopter en in een andere ruimte stonden een paar andere vliegtuigen en trucks, tezamen met een aardige hoeveelheid ammunitie en bommen. De tuin wist dit nog eens te overtreffen met een enorm aanbod aan luchtafweergeschiet, tanks, pantservoertuigen, vele vliegtuigen en een schip. Het museum had verder nog een afdeling over verschillende oorlogen uit het verre verleden en liet het museum zien hoe het Zuid-Koreaanse leger zich in het kader van de Verenigde Naties heeft ingezet bij vredesmissies en hoe ze meehielpen bij diverse andere oorlogen, zoals die in Vietnam.
Ook in dit museum heb ik een aardige tijd doorgebracht. Toen ik de uitgang opzocht, kwam ik erachter dat er in het gebouw nog een compleet andere -betaalde- tijdelijke tentoonstelling was. Op dit moment is deze tentoonstelling, weliswaar in een iets andere vorm, ook in Nederland te zien en graag had ik daar voor m’n reis naartoe willen gaan, maar toen kwam het er niet van. Vandaag kreeg ik gelukkig alsnog de mogelijkheid om Gunther von Hagens’ zeer bijzondere reis door het menselijke lichaam te ondernemen bij Body Worlds (The Original Exhibition & The Cycle of Life). De anatoom staat bekend om zijn unieke manier van het prepareren, behouden en tentoonstellen van menselijke lichamen. In de tentoonstellingen waren meer dan 20 van vel gestripte lichamen te zien, waarbij je de spieren, pezen, organen en botten van de mannen en vrouwen kon zien. Alle lichamen waren in unieke poses neergezet: zo zat de een op een stoel om saxofoon te spelen, sprong een ander over een hekje, hielden een man en vrouw elkaar vast zoals Jack en Kate op de Titanic en sprong een vrouw letterlijk uit haar vel. Het was erg uniek om dit te zien, maar helaas waren foto’s niet toegestaan. Je kon de lichamen van erg dichtbij bekijken en soms bevonden ze zich niet eens achter glas. Behalve de lichamen waren in vitrines ook zo’n beetje alle lichaamsdelen neergelegd, zodat je ze beter kon observeren. Zo was er een darm en een hart opengesneden zodat je de binnenkant kon zien, kon je duidelijk het verschil zien tussen een gezonde long en die van een roker -deze was volledig zwart- en waren nog meer verschillende symptomen zichtbaar bij andere organen. Verder kon je nog menselijk weefsel bekijken, het hele zenuwstelsel en een enorme wirwar van flinterdunne aderen. Bij deze tentoonstelling stond de levenscyclus centraal, waardoor er ook potten en vitrines waren met foetussen. Nu weet iedereen wel hoe een foetus eruit ziet als deze 30 weken of ouders is, maar nog nooit had ik elk stadium van een foetus in zoveel detail gezien. Het was vreemd om te zien dat een foetus van slechts 5 weken oud al de vorm heeft van een mens, maar dan ter grootte van een duim. En zo had je er nog veel meer, met telkens 2 à 3 weken ertussen, van een klein vlokje weefsel tot een volgroeide baby. Al met al kan ik iedereen deze fascinerende tentoonstelling, waar dan ook ter wereld (in Nederland staat het hart centraal), zeker aanbevelen.
Ik verliet het museum tegen sluitingstijd om 18 uur, bekeek het oorlogsmonument dat voor het gebouw stond en liep richting de wijk Itaewon. Onderweg liep ik langs de grote, maar volledig afgesloten Amerikaanse legerbasis. De wijk Itaewon is mede vanwege deze basis een plek met veel westerlingen; het was als een soort Chinatown, maar dan voor Europeanen en Amerikanen. Naast de soldaten bevonden zich hier ook vele Engelstalige expats die hier bij bedrijven of op scholen werkten. In de hoofdstraat stonden veel westerse restaurants, bars en winkels en alleen in de smallere zijstraatjes vond je de Koreaanse zaakjes terugkeren. Bij een lokaal zaakje nam ik een maaltijd, waarna ik terugging naar het hostel. Hier kwam Justin met een onverwachte openbaring over dat hij lange en saaie dagen had in het hostel als er overdag geen gasten waren (ondanks de lieve hond) en dat hij verdrietig was over het feit dat hij nooit zou kunnen trouwen. En dat was niet alleen vanwege een onmogelijke driehoeksverhouding waarin hij zich bevond. Net als Katie me dit weekend vertelde dat een relatie met een buitenlander in Korea niet echt op prijs wordt gesteld, is homoseksualiteit een nog groter taboe. Hij wist niet zo goed wat hij moest doen en ik wist ook niet echt goed hoe ik hierop moest reageren (hij keek wel op van de totale acceptatie in Nederland), dus was het fijn dat er op dat moment andere gasten het hostel binnen kwamen lopen. Tot m’n grote verbazing was het iemand uit Singapore die ik in Busan had ontmoet, dus dat was een gezellig terugzien. De avond ging uiteindelijk behoorlijk snel voorbij, waarna ik kon gaan slapen na een lange dag.
Tip van de dag: neem een zonnebril mee op zeer zonnige dagen.
Opvallend feitje: hondje Jerry (of Jelly) houdt ervan om achter zijn staart aan te rennen.
Dag 74: Het paleis met de geheime tuin
Woensdag 23 mei 2012
Het was vandaag m’n bedoeling om twee verschillende paleizen in de stad te bezoeken, maar omdat ik vanochtend bij het late ontbijt nogal lang aan de praat werd gehouden door een andere bezoeker, heb ik dat moeten reduceren tot slechts één. Daarentegen had ik nog wel tijd om voor m’n paleisbezoek, waarvoor vaste tijdstippen zijn voor een rondleiding, naar een grote markt te gaan. In het centrum bevindt zich de Namdaemun Market, een wijk met een wirwar van straatjes die gevuld waren met winkeltjes en kraampjes. Door alle straten hingen vrolijke vlaggetjes van alle landen in de wereld. Er waren uiteraard kraampjes die lekkere gefrituurde snacks verkochten, maar ook kraampjes met verkoelende (fruit)drankjes. Andere kraampjes verkochten levensmiddelen, huishoudelijke artikelen, kleding, schoenen en souvenirs. Marktkooplui riepen leuzen in het rond om mensen te trekken, terwijl anderen juist in opvallende kleding, of met een opzetneus of nepsnor, de aandacht probeerden op te eisen. Ik keek enige tijd rond, nam een lekkere snack en liep door het drukke centrum met grote warenhuizen richting één van de paleizen die de stad rijk is.
De stad beschikt over maar liefst vijf paleizen, maar slechts twee zijn echt het bezoeken waard. Deze twee waren het eerste en tweede paleis van de voormalige heersers, welke beide in het verleden zijn afgebrand, maar later opnieuw zijn opgebouwd. Degene die ik vandaag bezocht, Changdeokgung, stond tevens op de Werelderfgoedlijst. Om 14.30 uur werd er hier een uur durende Engelstalige rondleiding gegeven, dus het leek me voor de verandering wel eens interessant om hieraan mee te doen. Onder begeleiding van een vrouwelijke gids werd ik met de groep, welke bij toeval uit nog enkele Nederlanders bestond, langs de verschillende houten gebouwen geleid die het paleis rijk was. De meeste gebouwen waren donkerrood gekleurd, hadden een zwart dak, kleurrijke versieringen vlak onder het dak (veel bloemetjes) en een ruime binnenkant. We bezochten een ontvangsthal, de vertrekken van de koning en koningin en de troonzaal. Enkele bruggetjes, trappetjes en bomen wisselden de gebouwen af. Ondertussen leerden we het een en ander over het leven van de bewoners van het paleis. Na een uur was de rondleiding voorbij en liep ik samen met een deel van de groep naar de poort van de ‘Secret Garden’, de afgesloten paleistuin welke je alleen met een tour kon bezoeken. Met een nog grotere groep dan eerst betrad ik de tuin, welke de mooiste van Korea schijnt te zijn. Bijzonder was deze grote tuin zeker, alhoewel het meer weg had van een bos of park dan een tuintje. Heuvelachtige paden liepen namelijk door een bosrijke omgeving, waarbij je totaal was afgeschermd van de hoogbouw en hectiek van Seoul. In het park waren enkele watertjes, diverse gebouwtjes en een paar kleine paviljoens waar men zowel vroeger als nu van het mooie weer kon genieten. De rondleiding duurde anderhalf uur en was zeker de moeite -je had immers wat te klimmen af en toe- waard.
Na de tuin verbleef ik nog eventjes in het centrum, waarna ik de metro pakte. Ook in de metro hier komen zo nu en dan personen langs die je spullen proberen aan te smeren. Het is echter lachwekkend waarmee ze soms langskomen. In deze metro werd er een apparaatje aangeboden waarmee je een komkommer in dunne plakjes kon snijden; niet zozeer voor het gebruik in een salade, maar als oogmasker. Ik reisde, zowel ondergronds als bovengronds, in een klein uur af naar Anyang, een stad ten zuidwesten van Seoul. Hier had ik namelijk voor de laatste maal afgesproken met Katie. Aangezien ik de stad morgen zal verlaten en Katie zaterdag op vakantie gaat, was dit onze laatste kans. Met z’n tweeën keken we enige tijd rond in het eveneens drukke centrum van Anyang (alhoewel het stukken kleiner was dan Seoul), alsmede de markt met groente, fruit en vis. In een restaurantje genoten we van een lekkere maaltijd, waarna we nog een behoorlijke tijd in een koffiezaak hebben zitten kletsen. Later op de avond was het helaas tijd om afscheid van elkaar te nemen. Uiteraard vonden we dit allebei ontzettend jammer; we hadden elkaar 2,5 jaar niet gezien en we moesten elkaar nu opnieuw gedag zeggen. Gelukkig hebben we allebei wel een paar erg leuke en gezellige dagen en avonden gehad. Het had eigenlijk wel wat langer mogen zijn, maar goed, het was nu eenmaal zo. Katie wil graag nog eens naar Nederland komen, dus wie weet zie ik haar binnen enkele jaren nog eens bij ons terug; en anders zouden we wel eens een keer in Dubai afspreken, een plek die mooi tussen Nederland en Zuid-Korea in ligt! Terugkijkend op een mooie tijd stapte ik de metro in, waarna ik laat arriveerde in het hostel. Alhoewel het niet m’n laatste nacht zal zijn in dit hostel, zal ik morgen toch voor twee nachten op een andere plek verblijven, alvorens hier terug te keren voor nog eens twee nachten.
Tip van de dag: alhoewel het niet heel duidelijk wordt aangeboden, kun je voor 10.000 won een combinatieticket kopen voor alle vijf de paleizen. Als je je bedenkt dat Changdeokgung met de geheime tuin al 8000 won kost, dan is dit een zeer goede aanbieding als je ten minste twee paleizen wilt bezoeken.
Opvallend feitje: baarden en snorren zijn in Zuid-Korea uit den boze; d.w.z. ik ben nog geen enkele man tegengekomen die er eentje heeft.