Pulau Perhentian
Dag 111: Het kleine eiland
Vrijdag 29 juni 2012
In alle vroegte -het was tegen zevenen- stapten we vanochtend met z’n drieën de auto in, om vervolgens in zo’n drie kwartier, onder het genot van een mooie zonsopkomst, naar Kuala Besut te rijden. Dit plaatsje bevindt zich ten zuiden van Kota Bharu en ligt aan de oostkust van Maleisië. Het stelt maar nauwelijks iets voor, maar is de plek waar jaarlijks duizenden nationale en internationale toeristen op de boot stappen om naar de Perhentian-eilanden te gaan. Het gaat om twee eilanden, Pulau (‘eiland’) Perhentian Kecil (‘klein’) en Pulau Perhentian Besar (‘groot’), die 20 km van de kust afliggen en zich vlak naast elkaar bevinden. Samen met Pulau Tioman en Langkawi behoren de Perhentian-eilanden tot de populairste in Maleisië. Ondanks het vroege tijdstip waren er toch al aardig wat toeristen naar de pier gekomen om de eerste boten van 8 uur te pakken. Dat was ook onze intentie, maar bleek niet meer mogelijk te zijn, waardoor we een uur hebben moeten wachten op een volgende boot van ons boekingskantoortje. Ondertussen bleef de stroom van nieuwe toeristen maar komen, maar zagen we ook mensen arriveren die zojuist van de eilanden vertrokken waren. Toen het zover was, namen we plaats op een speedboot, samen met nog een dozijn andere mensen en al hun bagage. Het was tijd voor een snelle overtocht van ongeveer een half uur. De speedboten waren vele malen populairder dan de sporadisch aanwezige langzame boten, die er drie keer zo lang over zouden doen. Op volle krachten raceten we over het water. Het was lekker zonnig weer en iedereen was luchtig gekleed; het leek erop alsof iedereen zin had in een paar dagen zon, zee en strand. Er stond niet veel wind (behalve dat we wel veel wind vingen vanwege de snelheid), waardoor er weinig golven stonden en de boot redelijk vloeiend door het water gleed. Je kon de kapitein laten weten waar je van de boot af wilde gaan, waardoor we op diverse plekken bij de eilanden eventjes aanlegden bij een steiger zodat passagiers konden uitstappen. Of we bleven midden op zee ronddobberen zodat een kleinere taxiboot passagiers naar het strand kon brengen. De groene bergachtige eilanden zagen er prachtig uit, met op verschillende plekken mooie witte strandjes. Tussen de bomen zagen we bij deze strandjes diverse bungalows/chalets en kleine resorts liggen. Het ene strandje was uiteraard mooier dan het andere.
De komende twee nachten zal ik -in eerste instantie ongepland, maar achteraf gezien eigenlijk toch wel fijn- op het kleine eiland verblijven, waarna ik nog eens drie nachten op het grote eiland zal slapen. Overigens zijn beide eilanden relatief klein, waarbij er van ‘klein’ en ‘groot’ niet heel veel sprake is. Op Pulau Perhentian Kecil wilde ik verblijven op het populairste, mooiste en langste strand, Long Beach. Accommodatie had ik echter nog niet, maar er was me verteld dat er nog wel genoeg plekken beschikbaar zouden zijn. Toen ik was aangekomen op het strand, probeerde ik eerst een kamer te vinden bij de chalets waar het koppel ook een kamer had gereserveerd, maar het bleek hier vol te zitten. Jammer, want het leek een leuke plek inclusief restaurant, bar en duikcentrum. De twee buren, met soortgelijke faciliteiten, zaten helaas ook al vol. Ik liep daarom naar het ene uiteinde van het strand (wat overigens niet heel ver lopen was, aangezien het zo’n slechts zo’n 10 minuten is van het ene naar het andere eind van het strand), waar een ander populair ‘resort’ zat en ze gelukkig nog een plek overhadden in de dorm voor zeven personen. Dit leek me goed genoeg voor twee nachten. Long Beach lag in een mooie baai met bijna maagdelijk wit zand en parelblauw water. Aan de overkant zag je, tussen de verschillende drijvende bootjes door, het grote eiland liggen. Langs het zand waren allerlei eenvoudige resorts gebouwd, bijna allemaal inclusief restaurant, maar vaak ook allemaal vergezeld van een duikvereniging. Rondom de eilanden liggen namelijk vele prachtige duikplekken, waardoor het hier een populaire plek is om een duikcursus te nemen of gewoon voor de lol te duiken. Ik was wel geïnteresseerd in dat laatste, dus keek ik ook even rond naar de verschillende verenigingen. Zoals te verwachten viel, boden ze allemaal dezelfde plekken voor dezelfde prijzen aan. Daarnaast kon je snorkeltrips ondernemen. En heel veel meer was er niet te zien en doen; het was namelijk een tropisch eiland waar iedereen naartoe kwam om te zonnen, zwemmen, eten en duiken. Toch leek het aantal toeristen redelijk mee te vallen, ondanks dat het meeste was volgeboekt. Misschien kwam dat ook omdat het een redelijk lang strand was, er geen duizenden personen kunnen verblijven en iedereen behoorlijk verspreid zat.
In de middag deed ik precies wat alle andere mensen ook deden: een (westerse) lunch nemen en een plekje opzoeken op het strand, waar ik lange tijd (met zonnebrand) in de felle zon heb gelegen en verder heb gelezen in m’n meegebrachte boek, welke ik sinds de stranden op de Filipijnen eigenlijk maar heel weinig heb opengeslagen. Uiteraard kon ik het ook niet laten om op een gegeven moment het water te betreden. Rustig liep ik het water in, wat een heel erg aangename (warme) temperatuur had. De ondergrond was van zand en liep heel geleidelijk over naar het diepe. Om me heen zag ik wit-zwarte visjes zwemmen, naast de enkele andere toeristen, bootjes en duikcursisten die zich ook in het water bevonden. Het water was heerlijk! Rond etenstijd veranderde het eiland, aangezien vele restaurants tafeltjes en stoeltjes op het strand hadden gezet en op diverse plekken de barbecues werden aangezet. Overal kon je genieten van westerse, Maleisische en Thaise maaltijden. Dat deed ik ook, terwijl ik keek hoe de lucht steeds mooier kleurde vanwege de ondergaande zon (welke ik niet kon zien aangezien mijn strand aan de oostkust lag) en het uiteindelijk donker werd en overal lampen en kaarsjes werden ontstoken. Op meer plekken klonk muziek uit de speakers. Ik maakte er een ontspannen avondje van, net zoals alle andere toeristen om me heen; zo hoort dat nou eenmaal op een tropisch eiland. Net als de verblindende lichtshow van het onweer tegen middernacht.
Tip van de dag: plan bij een lange reis een paar dagen in om gewoon heerlijk te relaxen en genieten!
Opvallend feitje: als je naar Pulau Perhentian gaat, moet je een ‘marine park fee’ van 5 ringgit betalen, waarna je een ticket krijgt waarop staat dat je de eilanden voor drie dagen kunt bezoeken. Toch kun je gewoon zonder problemen langer blijven.
Dag 112: Het suikerwrak
Zaterdag 30 juni 2012
Na een lange dag gisteren stond ik vandaag op m’n gemakje op; een hele drukke planning had ik immers toch niet. Na een ontbijtje in het restaurant, met uitkijk over de hele baai, keek ik rond wat de duikschema’s van de diverse verenigingen waren; een leuke duik leek me wel wat. Bijna allemaal deden ze drie duiken per dag; om 9, 12 en 15 uur. De eerste was voor mij niet meer mogelijk, maar ik was wel mooi op tijd voor de tweede. De duikvereniging waar ik gisteren met de boot was aangekomen (Panorama Divers), waar ze geen verblijf meer voor me hadden, leek de gezelligste en bood tevens een duik aan op één van de beste plekken rond de eilanden. Ik schreef me in en werd door Vizer (of hoe je het ook schrijft, de persoon die me gisteren meenam in z’n auto) aan een duikuitrusting geholpen. Nadat ik nog enige tijd had rondgehangen bij de shop en heb zitten kletsen met enkele mensen, kregen we de duikbriefing. We zouden een duik maken bij Sugar Wreck, een Afrikaans vrachtschip dat hier sinds 2000 op z’n kant op de bodem ligt. Het was geen diepe duik (pakweg 18 meter), dus we zouden genoeg tijd (en lucht) hebben om alles te zien. We stapten in onze uitrusting -sommigen hadden een wetsuit, terwijl anderen het niet eens nodig vonden in het water van maar liefst 31 graden!- en liepen naar de boot. Na zo’n 20 minuutjes varen bereikten we de duiklocatie en gingen we in twee groepen van vijf personen (inclusief instructeur) het water in. Via de lijn van een boei daalden we af, waarna we meteen aan de voorkant van het wrak waren. Vanwege stroming in het water was het zicht niet geweldig, maar goed genoeg om zowel het wrak als de vele vissen rond het wrak te zien. Omdat het wrak op z’n kant lag en niet meer in volledige staat was, was het vaak lastig om te zien waar we ons precies bevonden, maar wel was het duidelijk dat we over de bodem langs de ‘bovenkant’ van het schip zwommen, om vervolgens een stukje hoger terug te zwemmen. Op het wrak was nog geen koraal gegroeid, maar zat wel vol met mos o.i.d., terwijl we rond het wrak grote groepen barracuda’s zagen zwemmen. We zagen nog een grote pufferfish en hadden nog het geluk een bamboo shark half verscholen te zien zitten tussen een opening van het wrak. Twee lionfish hingen rond de bodem, waar tevens zeekomkommers en zee-egels lagen. Na drie kwartier kwamen we weer aan de oppervlakte en keerden we terug naar het eiland. Het was een vermakelijke duik en ik keek ernaar uit om nog een keer het water in te gaan later deze week, aangezien ik van anderen had gehoord dat andere plekken ook heel bijzonder waren.
Ik bleef nog een tijdje rondhangen bij de duikshop (waarbij ik zoals gebruikelijk m’n duiklogboek invulde) en nam bij het restaurant ernaast een erg late lunch, waarna ik terug bij de shop door een interessant duikboek heb gebladerd. Uiteindelijk keerde ik terug naar de bungalow, waar er bij de receptie geen sleutel van de dorm aanwezig was en ook niemand in de dorm aanwezig leek te zijn, aangezien het hangslot nog steeds gesloten aan de deur hing. Blijkbaar had iemand de enige sleutel meegenomen. Iemand van het personeel kwam vervolgens met een hamer aanzetten, maar ik zei dat het niet heel nodig was en bleef enige tijd in het restaurant hangen. Toen ook twee anderen arriveerden en zij wel graag naar binnen wilden, werd het slot toch opengebroken, alhoewel het daarna wonderbaarlijk genoeg nog prima bruikbaar was, wat we merkten toen de schuldige iets later aankwam.
Nu ik me nog op dit eiland bevond, wilde ik wel iets meer zien dan Long Beach, waardoor ik een stuk het strand af ben gelopen en op zoek ging naar het junglepad naar Coral Bay, de baai aan de westzijde van het eiland. Dit gedeelte van het eiland was erg smal, dus het was slechts zo’n 10 minuten lopen over een aangelegd pad langs tropische bomen en hoog struikgewas. Aapjes heb ik niet gezien en gehoord, maar wel kon ik een relatief kleine monitorhagedis aanschouwen. Helaas wilde deze niet stilzitten voor een goede foto. Coral Beach had ook een mooi strand, vergelijkbaar met Long Beach, alhoewel het hier ietsje kleiner was. Ook hier bevonden zich diverse chalets, restaurants en duikshops. In het water was een stenen pier gebouwd zodat iets grotere bootjes eenvoudiger konden aanmeren. Het was tegen half zeven en daarmee een uur voor zonsondergang. Helemaal aan de zijkant van de baai begon het oranje zonnetje langzaam te zakken. Net zoals op Long Beach boden de restaurants hier ook vis en kip van de barbecue aan en ik was precies op tijd voor de eerste ronde. Bij een hippe tent bestelde ik een heerlijk stuk vis van de barbecue, welke me samen met saus, rijst, sla, een drankje en een stuk meloen voor slechts 15 ringgit (een kleine 4 euro) werd voorgeschoteld. Toevallig kwam ik hier opnieuw de Duitser tegen waarmee ik in Kota Bharu de taxi had gedeeld. Om me heen waren alle duiklocaties het gesprek van de dag, in tegenstelling tot de EK-finale die hier morgennacht om 2.45 uur zal worden uitgezonden op een groot scherm. Blijkbaar waren er niet genoeg Spanjaarden en Italianen aanwezig hier. Op het scherm werden nu videoclips uitgezonden en om 20 uur zou een film volgen. Toch bleef ik niet hangen voor de film, aangezien ik precies met zonsondergang klaar was met eten en ik nog voor het echte donker terug wilde zijn bij Long Beach. Ik vond het jammer dat de zonsondergang niet zo mooi en kleurrijk was als gisteren. Door een nog net niet te donkere jungle liep ik terug naar Long Beach, waar alle kaarsjes overal weer waren ontstoken, mensen aan het dineren waren en muziek uit de speakers van de bars schalden. Op diverse plekken werd een film vertoond. In de verte werd de lucht zo nu en dan verlicht door bliksem, terwijl de baai van Long Beach werd verlicht door de bijna volle maan. Het zorgde voor een mooie sfeer na een net zo mooie dag.
Tip van de dag: mocht je één van de twee wrakken hier willen penetreren, dan zal je een Wreck Diving specialty moeten volgen, dat hier uiteraard wordt aangeboden. Bij de tweede duik kun je dan naar binnen.
Opvallend feitje: helaas denkt niet iedereen hier op de eilanden aan (de gevolgen van) milieuvervuiling, waardoor het de vraag is hoe het over een jaar of 20 met de eilanden gesteld zal zijn. Hopelijk heeft de enquête die ik in heb moeten invullen, betreffende een onderzoek over de vervuiling en de gevolgen tot het koraal, enige invloed.
Dag 113: Overtocht naar het grote eiland
Zondag 1 juli 2012
Volgens m’n initiële planning zou ik vandaag pas naar Pulau Perhentian gaan, en wel naar het grote eiland. Ondanks dat ik nu al langer op de Perhentian-eilanden zit, is dat laatste vandaag alsnog doorgegaan. Achteraf gezien was ik blij dat ik ook het kleine eiland heb gezien, aangezien ik me er prima heb vermaakt. Maar vandaag was het dus tijd voor een welkome afwisseling. Ik deed heel erg rustig aan in de ochtend, omdat ik zeker geen haast had met m’n verhuizing; ik zal namelijk nog tot woensdagochtend op Besar blijven. Na m’n ontbijt heb ik nog lange tijd op de veranda van het restaurant gezeten om m’n boek te lezen. In de tussentijd werd ik vaak afgeleid door twee jonge kittens, die enthousiast met elkaar aan het spelen waren. Ze renden vrolijk in het rond, sprongen over elkaar heen, stoeiden met elkaar, probeerden in een schaaltje te zitten en speelden met m’n rugtas. Ik nam hier uiteindelijk ook een lunch en werd vervolgens om 13 uur door een watertaxi opgehaald. Met al m’n bagage stapte ik in het bootje, waarna ik Pulau Perhentian Kecil verliet. Het was slechts een korte tocht van zo’n vijf minuten naar Besar, waar ik aan het hoofdstrand bij m’n geboekte resort werd afgezet.
M’n chalet was nog niet beschikbaar, dus heb ik moeten wachten in het restaurant. Gelukkig hadden ze hier wifi, zodat ik na een paar dagen weer gebruik kon maken van internet. Tevens heb ik een bezoekje gebracht aan het aangesloten duikcentrum, aangezien ik nog graag twee andere duiken wil maken hier. Morgen zal ik er nog eentje doen, net als overmorgen. M’n chalet zag er goed uit; het lag van het strand af tussen enkele bomen en was verbonden aan een ander chalet. Je betaalt hier meer dan op Kecil, maar daarvoor krijg je ook een stuk meer terug. Ik keek vervolgens een stukje rond op het eiland en merkte dat het hier totaal anders dan op Long Beach van Kecil. In tegenstelling tot het mooie strand daar was het strand iets minder mooi. Het was korter en smaller en bestond daarnaast niet volledig uit prachtig wit zand, maar ook uit ontzettend veel kleine stukjes aangespoeld dood koraal. De hele kuststrook lag er vol mee, zoals het strand bij ons soms helemaal vol kan liggen met schelpen. Het was hier alleen nog net wat extremer. Het andere grote verschil was het volk; in tegenstelling tot de overwegend jonge backpackertoeristen die zich op Kecil bevonden, zag je hier veel meer gezinnen met jonge kinderen. Backpackers, koppels en jongeren waren hier ook wel aanwezig, maar in veel kleinere getale. In het water speelden kleine kindjes met zwembandjes om, iets wat je op Kecil echt nergens zag; daar zag je slechts de Maleisische jongeren met reddingsvesten. Ook de accommodatie leek hier iets luxer en duurder en het aantal bars was hier vrij beperkt. Duikshops waren er wel, al leken er iets minder te zijn; misschien ook omdat er hier over het algemeen minder zat.
Ik besloot één kant op te lopen; de andere kant zou ik een andere dag wel doen. Toevallig kwam ik hier twee personen tegen die ik gisteren eventjes had gesproken op Coral Bay en hier nu als dagtripje waren. Ik dacht dat m’n pad iets verderop dood zou lopen, aangezien het strand eindigde bij een uitsteeksel van rotsen in de zee, waar je niet zomaar even omheen zou kunnen lopen. Het bleek dat je aan de andere kant gewoon over het land het uitsteeksel kon vermijden, dus deed ik dat. Tot m’n verbazing kwam ik hier bij in een mooie baai terecht -het strand waar ik zat lag niet in een baai- met een mooier strand, enkele rotsen en een paar luxe resorts met prachtige bungalows. Ook hier bevonden zich vele gezinnen met kinderen. Ik liep heen en weer over het pad van enkele resorts en het strand en bekeek alles wat hier te zien viel. Net als gisteren was het vandaag niet extreem heet en zonnig, waardoor het lopen op zich prima uit te houden was. Het was een aangenaam stukje lopen en ik bleef me verbazen over de hoeveelheid koraal dat ik hier aangespoeld zag liggen. Op een gegeven moment hoorde ik iemand m’n naam roepen en het bleek dat Vizer opnieuw naar het eiland was gekomen om vandaag als gids op een snorkeltrip mee te gaan. Het was echt puur toeval dat we elkaar hier nog een keer tegenkwamen, ook al was het maar van erg korte duur. Uiteindelijk liep ik terug naar m’n resort om uit te rusten.
In de avond bestelde ik bij het restaurant een maaltijd, waarbij ik door een alleenreizende Franse man werd aangesproken met de vraag of ik ook zou gaan duiken. Hij had een heel package geboekt met verblijf, eten en enkele duiken, aangezien hij hier slechts een paar dagen zal blijven. Ook hij stond op het punt een maaltijd te bestellen en uiteindelijk hebben we lange tijd aan dezelfde tafel gezeten om met elkaar te kletsen. Het was een gezellige avond en een geluk bij een ongeluk, aangezien het draadloze internet niet meer wilde meewerken. Toch maakte hij het niet heel laat, aangezien hij een lange trip achter de rug had en morgen wilde duiken. Mijn duik zal pas morgenmiddag zijn, dus ik maakte me niet zo’n zorgen over de tijd om naar bed te gaan en op te staan.
Tip van de dag: zorg dat je met minstens twee personen bent, anders betaal je het dubbele tarief (RM 20) voor een watertaxi.
Opvallend feitje: op Besar is het al vroeg in de avond redelijk stil, alhoewel ik in de verte nog wel ergens muziek vandaan hoorde komen.
Dag 114: Visjes spotten
Maandag 2 juli 2012
Ja, ik had vandaag alweer een rustig ochtendje -morgen en overmorgen echter niet meer-, net zoals dat ik ook een rustig begin van de middag had. Bij het duikcentrum van m’n resort zou ik pas vanaf 14.45 uur aan een duik beginnen, waardoor ik alle tijd had om heerlijk te relaxen en te genieten in en rond het resort. Ik had niet zoveel zin om rond te lopen naar de andere kant van het eiland en besloot dat te bewaren voor morgenmiddag. In plaats daarvan heb ik voornamelijk zitten internetten nu de wifi weer beschikbaar was, en in een duikboek zitten lezen over de speciale ‘AWARE Fish Identification’ cursus. Het leek me namelijk wel interessant om een zogenaamde ‘specialty’ te doen waarbij je meer zou leren over het herkennen van de verschillende visfamilies die je tijdens het duiken in het water tegenkomt. Het duikcentrum bood deze eenvoudige cursus aan, in de vorm van een klein beetje theorie en twee duiken. Nu wilde ik hier twee duiken gaan maken, dus dat kwam mooi uit, vooral omdat de twee gekozen duiken op locaties waren met een overschot aan verschillende soorten vissen. Met behulp van m’n boek en vele afbeeldingen van visjes op het internet en in een speciaal boek over vissen, leerde ik de verschillende families iets beter kennen. Het bleef echter wel lastig, aangezien er maar liefst 21000 verschillende vissoorten zijn. Gelukkig konden deze ingedeeld worden in een kleine 50 families (waarvan er zo’n 15 de belangrijkste omvatten), waardoor het allemaal net iets overzichtelijker bleef. Toch konden de vissen in één familie alsnog behoorlijk verschillen; alleen op kleur kun je ze niet uit elkaar houden, daarvoor zal je toch ook naar de vinnen moeten kijken, de vorm, de mond, de ogen en meer.
Bij het duikcentrum vertelde instructeur Andrew, die ik gisteren al had gesproken, iets meer over de verschillende vissen. Hij gaf me tevens een krijtje en een bordje met de verschillende families, zodat ik tijdens de duik kon aangeven welke vissen ik had gezien of eventueel aantekeningen van onbekende vissen kon maken. Samen met nog vijf andere toeristen en nog een instructeur stapten we in onze duikuitrusting de boot op, waarna we in een paar minuten naar D’Lagoon voeren, een locatie iets ten noorden van Long Beach op Kecil. We hadden hier een ondiepe duik (met een maximum van 12 meter), waardoor we maar liefst een uur lang konden genieten van het rijke leven onderwater. Het zicht was redelijk goed, waardoor het niet lastig was om elkaar te blijven volgen, het ruim aanwezige koraal te bekijken en de vele vissen om ons heen te observeren. In het begin hadden we het geluk om een schildpad te zien, waarvan we er tegen het einde nog eentje zagen. Daartussen zagen we veel fleurig gekleurde papegaaivissen en maar liefst vijf verschillende soorten clownvissen (Nemo’s). We zwommen langs scholen van andere kleine visjes en werden ook lange tijd achtervolgd door schoonmaakvisjes, die langs je lichaam bleven zwemmen om op zoek te gaan naar iets te eten. Aangezien ik een kort wetsuit had, kietelde dit een paar keer aan m’n armen en benen, en werd ik vaker verrast door zo’n visje aan de voorkant van m’n duikbril. Het was een mooie duik en daarmee een stuk beter dan die van eergisteren. Met de boot gingen we weer terug naar het duikcentrum voor een debriefing, waarbij uiteraard de vele vissen aan bod kwamen, inclusief een trompetvis in het zand en enkele kleine garnalen. Morgenochtend zal ik de tweede duik van de cursus gaan doen en nog meer gelegenheid hebben om visjes te identificeren, aangezien de plek waar we heen gaan, de beste duiklocatie van de Perhentian-eilanden schijnt te zijn. In de avond genoot ik nog een keertje van vis, maar dan vanaf de barbecue vers op m’n bord gelegd. Ondertussen keek ik al uit naar morgen!
Tip van de dag: Pulau Perhentian is één van de goedkoopste plekken in Azië om te duiken. Afgezien van cursussen, kun je hier voor 20 euro al een duik maken, wat beduidend goedkoper is dan in andere landen.
Opvallend feitje: je gaat hier naar bed met het tsjirpende geluid van insecten op de achtergrond, terwijl je wakker wordt met het klinkende geluid van duikflessen op de achtergrond.
Dag 115: De tempel van de zee
Dinsdag 3 juli 2012
Vandaag moest ik er voor de verandering eens vroeg uit, aangezien ik om 8.45 uur aan het tweede deel van m’n Fish Identification specialty zou beginnen. Na een ontbijtje legde instructeur Andrew uit wat het doel was van deze duik. Net als gisteren zouden we vandaag proberen alle verschillende vissen te herkennen die we zagen, maar daarbij werd toegevoegd dat ik ze ook moest tellen. Ik hoefde ze uiteraard niet stuk voor stuk te tellen, maar wel globaal aangeven of het er slechts eentje was, tussen de 2 en 10, 11 en 100, of meer dan 100 waren. Achteraf zouden we deze data dan invoeren, waarna het op een later moment, ten tijde van officiële onderzoeken naar visaantallen, doorgestuurd zou worden naar AWARE, een organisatie die zich bezighoudt met het behouden van alle wateren in de wereld en het leven daarin. De duiklocatie die we zouden bezoeken, en ik bij aankomst eergisteren had verzocht op aanraden van vele andere duikers, was Tokong Laut, onder duikers beter bekend onder de Engelse naam ‘Temple of the Sea’. Het zou de mooiste plek van Pulau Perhentian zijn. De weersomstandigheden en het getij zaten mee, waardoor we veel zouden kunnen zien. Verspreid over twee boten voeren we naar een partij rotsen ten noordwesten van de eilanden, wat een tripje was van zo’n 25 minuten. We doken het water in en hebben in een klein uurtje rond de puntige rots gezwommen op een diepte van maximaal 18 meter. Het bleek inderdaad een erg indrukwekkende duik te zijn, waarbij we volop vissen zijn tegengekomen. Vele grote scholen kleine vissen zwommen ons ons heen, terwijl andere kleurrijke vissen boven het rif zwommen. Tussen het rif zaten andere kleine visjes, waaronder de anemoonvisjes die hun anemoon verdedigden en ons continu aan bleven staren. Zo nu en dan zagen we iets grotere vissen, die alleen door het water zwommen. Een rog en een tweetal kleine haaitjes waren ook van de partij. Alhoewel ik voor m’n opdracht vele vissen moest noteren op een bordje, zal ik de namen hier niet noemen, aangezien het er anders wel een heel lange opsomming zou worden. En daarnaast ben ik nu op de hoogte van de Engelse namen en niet van de Nederlandse. Het tellen van de vissen was niet bepaald moeilijk, aangezien je eenvoudig kon zien of het er veel of weinig waren. Het zicht onderwater was goed, maar helaas moesten we zo nu en dan tegen de stroming inzwemmen, wat uiteraard iets lastiger was. Voordeel was dan weer wel dat we op de terugweg gewoon stil konden hangen en ons mee konden laten voeren. Ik kon me geen betere laatste duik van Pulau Perhentian wensen dan deze hier.
Terug aan land hadden we een debriefing waarna Andrew ervandoor moest voor een andere duik. In de tussentijd nam ik een lunch en had ik tijd om meer te relaxen. Toen Andrew terug was, zijn we door de getelde visaantallen gegaan en hebben we ze in de computer ingevoerd. Met een boek over vissen konden we de vissen iets preciezer definiëren. Het was tevens het einde van m’n cursus en over een paar weken kan ik thuis een nieuw duikpasje verwachten, waarop wordt aangegeven dat ik de AWARE Fish Identification specialty met succes heb afgerond. Het was net als in de ochtend een erg mooie middag en het zonnetje scheen weer zoals op m’n eerste dag hier. Het zou zonde zijn om hier geen gebruik van te maken. Enige tijd in de middag heb ik daarom dan ook heerlijk op het strand gelegen om te lezen in m’n boek. Helaas was het strand hier een stuk kleiner en harder, waardoor het net wat oncomfortabeler lag dan op Long Beach. Toen ik het hier wel gezien had, liep ik terug naar m’n bungalow, waarbij ik om me heen keek en kleine vleermuizen rond zag vliegen, net als vlindertjes die van bloem naar bloem vlogen. Op de grond liepen enkele grote kippen rond, maar ook een paar kleine piepende kuikentjes. In een boom hoorde ik wat geritsel, waarna ik een eekhoorntje nieuwsgierig zag snuffelen aan de jackfruit die hier hingen. De grootste verrassing volgde bij m’n bungalow, aangezien er een paar zwarte apen bovenop het dak zaten. Rustig keken ze uit over de bomen. Een klein bruin aapje hing aan de nek van één van z’n ouders en werd aan de andere ouder gegeven toen ze mij zagen en ze het dak wilde verlaten. Rustig en behendig sprongen ze in de takken, om vervolgens hoger in de bomen te klimmen. In de avond heb ik niet veel bijzonders gedaan en voornamelijk genoten van m’n laatste avondje hier op de eilanden. Het eerstvolgende strand dat ik zal tegenkomen, zal over enkele weken zijn, tegen het einde van m’n reis door Borneo, waarbij ik eveneens een paar duiken wil gaan maken, en ditmaal bij een plek die zich bij de beste van de beste in de wereld mag scharen. Maar zover is het nog niet; morgen zal ik namelijk eerst koers zetten naar de Cameron Highlands, waarbij het een lange reisdag zal gaan worden.
Tip van de dag: mocht je maar een paar dagen de tijd hebben op Pulau Perhentian, bepaal dan goed naar welk strand op welk eiland je wilt gaan. Long Beach op Kecil heeft een prachtig strand en is erg levendig, terwijl Besar veel rustigere, maar minder mooie stranden heeft (en minder eetgelegenheden). Coral Beach op Kecil is dan weer een kleine versie van Long Beach. Verder heb je ook nog Flora Bay op Besar, waar het mooi en rustig schijnt te zijn, net zoals D’Lagoon op Kecil. Verblijven in het dorpje in het zuiden van Kecil zou zonde van je verblijf zijn.
Opvallend feitje: zelfs op Pulau Perhentian ben je niet verlost van het geluid van een moskee.