Kathmandu – Vrijwilligerswerk, week 3
Dag 183: Een onverwachts etentje
Zondag 9 september 2012
Vanochtend was anders dan andere ochtenden. Behalve dat het ontbijt een stuk rustiger was dan anders, was ik slechts de enige die naar het weeshuis zou gaan. Nuria was immers weg en Anton zou later op de dag vertrekken. Met een zak met kleding en lolly’s die ik van Nivedan had gekregen, nam ik voor de verandering een tuktuk naar het weeshuis, aangezien ik ietwat aan de late kant was en geen zin had om met de zak te slepen. Het viel me op dat ik in de tuktuk slechts 14 roepia hoefde te betalen, in tegenstelling tot de gebruikelijke 15. Het leek me wel een stuk onhandiger voor de bestuurster, aangezien ze elke keer losse roepiamuntjes zou moeten teruggeven. Bij het weeshuis ontmoette ik Shahanaj, die daar elke ochtend ook aanwezig is. We gaven de zak met kleding af bij de directie van het weeshuis en ontfermden ons vervolgens over de allerjongsten. De oudere wezen zouden vandaag hun huiswerk zelf maar moeten maken, want er waren geen andere vrijwilligers en de jongsten hadden meer begeleiding nodig. Voor mij was het dus ook even wennen, aangezien ik tot dusver nooit heel veel bijzonders hoefde te doen. De kleintjes gedroegen zich allemaal een stuk beter en luisterden naar ons, maar ook naar de lokale begeleider. In het met vloerbedekking bedekte zaaltje gingen ze netjes op een matrasje tegen de muur zitten, wachtend op onze instructies. Ik besloot Nuria’s ochtendritueel te vervolgen: yoga. Zo’n 25 minuten lang hebben we allerlei verschillende yoga-poses aangenomen, waarbij we ons staand, zittend en liggend rekten en strekten op de vloer. Tellen tot 100 was het volgende onderdeel, waarna we enkele losse teloefeningen hebben gedaan met figuurtjes op de vloer. Het doornemen van enkele dierennamen met flashcards was het laatste dat we deden, alvorens allemaal een lolly in onze mond te stoppen. Uiteraard leer je de kinderen daarbij netjes het papiertje in de vuilnisbak te gooien, in de hoop dat ze later iets minder zooi maken in hun omgeving.
Het duurde even voordat ik een tuktuk terug had, maar toen ik weer eenmaal terug was bij het huis, moest ik meteen alweer aan de slag met de voorbereidingen voor de school. We moesten namelijk iets eerder terug vanwege een bespreking met de directeur. Op school bleek deze man niet aanwezig te zijn, waardoor Juanjo en ik er veel te vroeg waren en daarom van de aanwezige docenten de Nepalese krant voor onze neuzen gedrukt kregen, in de hoop dat we iets Nepalees zouden kunnen lezen. Nivedan en Hushnaj namen de lessen van Nuria en Anton over -totdat de nieuwe vrijwilligers beginnen op woensdag- en ik ging verder met mijn klasje. We herhaalden de klok, waarna ik hen probeerde grote getalen te laten oplezen. Tot dusver kunnen ze getallen met zes cijfers oplezen. Het was een grappige introductie op het onderwerp van deze week: wiskunde. Vandaag begonnen we met volgorde en begrippen als ‘eerste’, ‘tweede’ en ‘derde’, maar er zal nog veel meer aan bod komen deze week. Toch viel het weer niet mee om de aandacht van de kinderen er bij te houden.
In het huis namen we een lunch, waarna we allemaal afscheid namen van Anton. Zijn tijd zat erop en hij zou nog twee dagen in Thamel verblijven, om vervolgens een weekje naar Pokhara te gaan, alvorens hier terug te keren om naar huis te vliegen. Wie weet zien we hem volgende week dus nog eventjes. Hierna gingen de volgende voorbereidingen alweer van start. Met het hogere niveau van de vrouwen kostte het Nina en mij iets meer tijd om dit te doen, maar je kunt wel een stuk creatiever zijn en interessante onderwerpen verzinnen. Tevens probeerden we erachter te komen hoeveel lessen we nog zouden hebben met de vrouwen, aangezien volgende week het Teej-festival plaatsvindt en er daardoor enkele dagen lesuitval zal zijn. Met een minibus gingen we met Sanu naar de school toe, waarbij de chauffeur ons onderweg alweer probeerde op te lichten met het wisselgeld, iets dat tot dusver bijna elke dag lijkt te gebeuren. Gelukkig voor ons zijn wij geen domme en onwetende toeristen en eisen wij gewoon het correcte wisselgeld. Alhoewel Nina vandaag slechts twee leerlingen had, had ik er zeven, een normaal aantal. We begonnen opnieuw met een leuke tongbreker, waarna we de woordzoeker met antoniemen bespraken, die ik vorige week had gemaakt en hen had gegeven. Alhoewel niemand de hele woordzoeker correct wist te maken (mede vanwege een fout van mijn kant), was het verrassend goed gegaan. De vrouwen wilden meer spreekopdrachten hebben en daar had ik vandaag enigszins voor gezorgd. Ik vroeg hen of ze me een natuurramp konden noemen en deze konden beschrijven. Iedereen deed enthousiast mee en uiteindelijk hadden we een behoorlijk lijstje van rampen op het bord staan, waarbij alles door de vrouwen op een prima manier was uitgelegd. Ook hielp ik hier en daar en gaf ik iets meer uitleg over de gebeurtenissen, net zoals ik hen enkele nieuwe gerelateerde woordjes leerde. We sloten af met een krantenartikel over aardverschuivingen en een nieuwe huiswerkopdracht.
De directrice van de school was vandaag niet aanwezig, maar wel belde ze Sanu halverwege de les op om te vragen of we zin hadden om na de les bij haar langs te komen. Hier konden we uiteraard geen nee op zeggen, waardoor we om 17 uur door de regen naar haar huis liepen. We moesten door enkele afgelegen weggetjes met stenen, zand en modder lopen en kwamen uiteindelijk bij een klein huisje terecht. Voor onze begrippen zag het er niet echt aantrekkelijk uit, maar toch leek de vrouw hier gelukkig te leven met haar zoontje. We deden onze sandalen uit, stapten naar binnen en namen plaats in het kleine keukentje en de eetkamer. De muren waren gewoon van steen, versieringen waren er nauwelijks en heel veel sfeer was er niet. Toch zag het er Nepalese begrippen prima uit. De directrice had een kleine maaltijd voor ons gemaakt en iets later serveerde ze ons een bakje curry, tezamen met naan en een zoete pannenkoek. Tevens kregen we een schaaltje yoghurt en een gloeiendhete beker thee -als in: de beker was gloeiendheet, de thee viel nog wel mee-. We genoten van hetgeen wat ons was aangeboden, want het smaakte allemaal best goed. We kletsten echter voornamelijk met Sanu, want de directrice was nou niet bepaald de beste leerling uit mijn klas. Sanu vertelde ons over het kastensysteem in Nepal en hoe er bij vele families nog steeds gebruik werd gemaakt van een bruidsschat, die de familie van een dochter aan de familie van de bruidegom moest geven. Vaak was dit huwelijk zelfs van tevoren geregeld en kenden de bruid en bruidegom elkaar niet eens. De bruidsschat was een behoorlijk hoog bedrag, waardoor het ons niet verbaasde waarom families liever een zoon baren dan een dochter.
Na het bezoek aan de directrice gingen we weer terug naar het huis, waarbij Sanu onderweg nog een paar stukken varken kocht voor haar avondmaaltijden van zowel vandaag als morgen. In het huis konden we nog even gedag zeggen van Hazel, die eventjes was teruggekeerd van haar weekje in Pokhara om haar spullen op te halen en nu definitief zou vertrekken. De avondmaaltijd smaakte goed, alhoewel ik niet heel veel honger meer had. We waren maar met vijf personen, dus het was extreem rustig. Ook in de avond was het erg rustig. We hingen rond in de woonkamer, zaten achter de computer, voerden gesprekken, luisterden naar de piepjes van de overbelaste generator en relaxten gewoon heel lekker. Een rustige en fijne avond, voordat we morgen bezoek zullen krijgen van vier nieuwe personen.
Tip van de dag: Wii Fit is best nuttig om enkele yoga-poses te leren voor als je dat nog nooit eerder (in het echt) gedaan hebt.
Opvallend feitje: er lopen op straat mannetjes rond met karretjes met ijs. Ik vraag me echter af hoe lang dat ijs bevroren blijft, want het karretje ziet er niet uit en de temperatuur buiten is behoorlijk hoog. Daarnaast betwijfel ik of het lekker is, want de ijshoorntjes zelf zien er al chemisch oranje uit.
Dag 184: Nieuw bloed
Maandag 10 september 2012
De wekker ging ook vandaag weer vroeg, want ik moest na m’n ontbijt alweer door naar het weeshuis. Ik ben gaan lopen en probeerde de afsnijdweg die Juanjo me een paar dagen terug had laten zien. Onderweg passeerde ik vele fruitkraampjes, chauffeurs die vanuit hun raam aan het rochelen waren en een kraampje waar de gevilde achterkant van een geit leek te liggen. Het geitje dat gisteren naast het kraampje aan een touw gebonden zat en aan het blaten was, wist ik deze ochtend echter niet te spotten. Bij het weeshuis hield ik met Shahanaj opnieuw de allerjongsten van vier jaar onder de duim. De kinderen waren enthousiast, maar wisten toch stil te zijn en te luisteren toen we daar om vroegen. We begonnen met yoga, dat opnieuw een succes was. Hierna probeerden we de kinderen een klein beetje Engels te leren, maar het bleek nog niet mee te vallen om hen iets simpels als ‘How old are you?’ en ‘I am four years old’ te leren. Het herkennen van fruit was voor hen een stuk makkelijker, net als het tekenen op papier. De kinderen hadden allemaal simpele en vaak vieze kleding aan, iets dat bij de voorgaande wekelijkse besprekingen al was aangekaart. Toch was er op dit moment nog maar weinig aan gedaan. Eén meisje stonk zelfs naar de pies en ik kreeg een klein beetje een idee hoe Sjoukje en Nina elke dag haar werk moesten doen in het bejaardentehuis, waar de oudjes continu naar de pies en poep ruiken.
Eenmaal terug in het huis was het weer tijd om de volgende les voor te bereiden. In de tussentijd kregen we ook bezoek van de eerste van vier vrijwilligers die ons vandaag zouden versterken. Het was de Nederlandse Jenny en was uiteraard moe van haar lange vlucht. Veel tijd voor een introductie was er echter niet, want ik moest ervandoor. Met Hushnaj liep ik naar de weg om een tuktuk te nemen naar de school, maar er kwam er maar geen een langsrijden waar we nog bij pasten. Elke tuktuk zat propvol, waarbij er vaak zelfs iemand half aan de achterzijde hing. Na lange tijd en enig lopen pasten we in een tuktuk, maar we kwamen wel te laat aan bij de school. Alhoewel Juanjo en Hushnaj een moeilijke les hadden met twee samengevoegde klassen, ging het bij mij vandaag een stuk beter. We begonnen met een herhaling van enkele woordjes vanaf flashcards, waarna we de uitspraak van enkele grote getallen oefenden. Terwijl de kinderen enkele sommetjes aan het maken waren, schreef ik op het bord een gesprekje uit tussen een winkelbediende en een klant. Iets later konden we daardoor een rollenspel spelen met twee leerlingen. De ene was de winkelbediende en de andere de klant, waarna ze de zinnen opzeiden. De leerlingen vonden het vermakelijk en wisten de zinnen redelijk goed uit te spreken, waardoor de les een stuk beter verliep dan de afgelopen dagen.
In het huis konden we gaan lunchen, waarbij we opnieuw kennismaakten met een nieuwe vrijwilliger. Met nog een Nederlander erbij waren we nu overduidelijk in de meerderheid, in tegenstelling tot de Ierse en Spaanse overheersing in de afgelopen weken. Nina en ik bereidden onze volgende les voor, waarna we in een overvolle bus opgepropt naar de school reden. Het regende en ik was blij dat ik nog steeds m’n poncho uit Borneo elke dag in m’n tas had zitten, aangezien ik anders behoorlijk nat bij de school was aangekomen vanwege het stukje dat we na het uitstappen nog steeds moesten lopen. De tongbreker van de dag was weer erg grappig en ook het nakijken van de verhaaltjes die ik hen had laten schrijven was weer om van te smullen. Ik had hen gisteren het begin van een verhaaltje opgegeven en de vrouwen moesten het afmaken. Ze wisten vaak op creatieve manieren te vertellen hoe een arm Nepalees meisje toch in Amerika wist te komen. Hierna hebben we een debat gehouden, wat verrassend goed uitpakte. De twee groepen waarin ik hen had ingedeeld wisten aardig wat argumenten te verzinnen voor en tegen de stelling of roken in openbare ruimtes verboden moest worden. Voor vrouwen die nog nooit eerder aan een debat hadden deelgenomen, ging het behoorlijk goed.
Op de terugweg zaten we achterin een minibus, welke in Europa gebruikt zou worden voor acht personen, hier bedoeld was voor zestien personen, maar nu bezet werd door maar liefst dertig personen. Het was daarom dan ook een enorme bedoeling om de minibus te verlaten, aangezien niemand de moeite nam om even op te staan of uit te stappen om ons er langs te laten. In het huis konden we ons ondertussen als ervaren personen gedragen en de twee nieuwe vrijwilligers een introductie, informatie en tips geven. Het avondeten was zoals gebruikelijk prima, waarna we in de woonkamer hebben gehangen. De tv stond aan, er werd onderling gekletst, ervaringen werden uitgewisseld en er werd gelachen met Nivedan. Sjoukje bracht zelfs enkele nummers op een geleende gitaar ten gehore, wat erg goed klonk. Zelfs Nivedan liet nog wat gepingel horen. Het was een vermakelijke avond en we keken uit naar de nieuwe vrijwilliger die morgenochtend vroeg aan zal komen.
Tip van de dag: denk bij lesvoorbereidingen terug aan je eigen lessen op school.
Opvallend feitje: we eten nu al een paar dagen papaja als fruit. We verlangen allemaal terug naar de watermeloen en ananas.
Dag 185: Waardering
Dinsdag 11 september 2012
Alhoewel de Nederlandse Jenny en Mirjam in de ochtend nog konden uitslapen en wat later konden ontbijten, moest ik na m’n vroege ontbijt alweer de deur uit. De kindertjes in het weeshuis zaten namelijk alweer op me te wachten. Ditmaal liep ik over de hoofdweg, in plaats van de afsnijdweg, wat ietsje langer duurde. Schoolbussen kwamen langsrijden om leerlingen op te pikken of af te zetten en stilstaande mensen op de stoep deden weinig moeite om een stapje naar voren of achteren te zetten om je erlangs te laten. Toen ik de bibliotheek van het weeshuis betrad, zaten de kindertjes al enthousiast kleurplaten te bewerken op de grond. Met kleurpotloden en wascokrijtjes kleurden ze heel soms vakjes in een gepaste kleur in, maar veel vaker werd er maar met een willekeurig kleurtje wat heen en weer gegaan over de afbeeldingen van dieren. Vol trots lieten ze me de resultaten zien, waarna sommigen achterop m’n rug sprongen, over me heen klommen of op m’n schoot gingen zitten; gelukkig niet allemaal tegelijk. De kinderen waren in een speelse bui vandaag, dus gingen we daarna vrolijk verder met het maken van legpuzzels, wat hen behoorlijk goed af ging. Ze leken zelfs beter te zijn dan Shahanaj, die hier en daar moeite leek te hebben met het vinden van de juiste stukjes.
In het huis maakte ik kennis met de Amerikaanse Sarah, een nieuwe vrijwilligster die vlak daarvoor was aangekomen. Ze was erg moe, maar zou iets later toch met de andere twee nieuwelingen door Nivedan rondgeleid worden langs de verschillende projecten. Ondertussen moest ik met Hushnaj mijn volgende les voorbereiden, waarbij ik tevens mijn proefwerk voor overmorgen afrondde. We namen de tuktuk naar de school en begonnen onze eigen lessen. Na het welkomstliedje was het vandaag tijd voor rekensommetjes. Uit het rekenboekje liet ik de kinderen optelsommetjes en aftreksommetjes maken met getallen onder de 20. Alhoewel de meesten hier geen problemen mee hadden, waren er toch nog een paar die enige moeite leken te hebben. Elke pagina die ze af hadden gemaakt, controleerde ik, waarna ik er een vinkje bij zette. De V was echter zo groot dat ik er vaak ook ‘very good’ van kon maken, waarbij ik dit vergezelde met een vrolijke smiley. De verschillende smiley’s leken de leerlingen erg lollig te vinden en was een leuke stimulans om een volgende pagina af te ronden. Omdat de conversatie gisteren zo goed ging en de leerlingen meer gesprekken moesten leren, had ik vandaag op het bord een dialoog tussen een dokter en een patiënt uitgeschreven. In tweetallen oefenden ze voor de klas hun zinnetjes, wat ze leuk vonden om te doen. Vooral het zinnetje ‘Yes, [I feel pain] in my head. Ow, ow, ow!’ leek bij iedereen op de lachspieren te werken. Het was daarom ook leuk dat juist op dat moment Nivedan met de drie nieuwe mensen langs kwam om hen de werkplek te laten zien.
Tijdens de lunch leerden we de nieuwe personen beter kennen, waarbij zij ook steeds meer leerden kennen over het reilen en zeilen in het huis en bij de projecten. In de woonkamer was het een lollige bedoeling tijdens het plannen van de volgende lessen, aangezien zowel de staf als de vrijwilligers goed met elkaar overweg konden gaan. Om 15 uur zaten Sanu, Nina en ik in een minibusje op weg naar onze school. De chauffeur leek in tegenstelling tot de meeste chauffeurs een enorme haast te hebben. In plaats van dat er rustig gereden werd om nieuwe mensen op te pikken om de bus mee vol te proppen, scheurden we over de weg heen, raasden we langs andere auto’s en motors en weken we uit voor de grote gaten in het wegdek. Gelukkig overleefden we de rit en konden we vervolgens prima lesgeven aan onze vrouwen. Aan het nakijken van huiswerk kwamen we niet toe, aangezien de vrouwen graag les wilden hebben over voorzetsels. Met behulp van een grammaticaboek gaf ik hen op het whiteboard een behoorlijke lijst met invuloefeningen, waarna we deze uitgebreid bespraken. Tevens liet ik nog enkele voorzetsels aan bod komen die gerelateerd waren aan degene op het bord. Vlak voor het einde van de les werd er aan me gevraagd hoeveel lessen ik nog zou gaan geven. Ik vertelde hen dat mijn vlucht op de 24e zou zijn en dat aanstaande zondag mijn laatste les zou zijn. Volgende week vindt namelijk het Teej-festival plaats, waardoor er vier dagen lang geen les zal worden gegeven op de scholen. De vrouwen waren bedroefd en vonden het heel erg jammer dat ik nog maar drie keer les zou gaan geven. Opeens begonnen ze me te prijzen voor mijn goede vaardigheden als docent en dat ze erg blij waren met de leuke lessen. Ze zouden me gaan missen en waren nieuwsgierig naar wie mij zou gaan opvolgen, in de hoop dat ze het opnieuw zouden treffen. Zij waren ondertussen aan mij gehecht en ik aan hen en we zullen elkaar ongetwijfeld allemaal gaan missen. Tevens wilden ze meer over mij weten en nodigden ze me uit om met hen mee te gaan naar het festival volgende week. Dat moet vast te doen zijn! Daarnaast willen ze zondag een deel van de les van me overnemen, dus dat gaat voor mij ook nog een beetje een verrassing zijn. Het was een mooi moment en gaf me een heel trots gevoel op wat ik hier in korte tijd had bereikt. Het gaan ongetwijfeld nog drie mooie lessen worden.
Iets na vijven gingen we weer terug naar het huis, waar ik net op tijd aankwam voordat er weer een enorme bui los barste. Opvallend genoeg regende het de laatste dagen veel meer dan tijdens de eerste twee weken. Helaas had de nieuwe kokkin bij de avondmaaltijd geen pizza en patat op het menu staan, maar wel had ze alsnog prima voor ons gekookt. Met vijf Nederlanders waren we ook aardig verrast toen we een schaal met kleine oliebollen zagen staan. Het was niet speciaal voor ons gemaakt, maar was een lokale snack die qua smaak heel erg overeen kwam met oliebollen. Het deed me terugdenken aan mijn reis door Egypte, waar me een soortgelijke snack was voorgeschoteld. We leerden de nieuwe mensen nog beter kennen, bespraken met hen de keuzes die ze gemaakt hadden omtrent de projecten en roddelden over de staf, waar het op dit moment, zonder dat het tegen ons gezegd wordt, enigszins lijkt te rommelen en mensen op het punt staan om te vertrekken. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd. Terwijl het ‘s avonds behoorlijk door bleef regenen, zaten we beneden in de woonkamer weer te relaxen. De nieuwe personen gingen op tijd naar bed, want ze waren nog steeds een beetje moe. De overige personen hingen rond, deden hun ding of luisterden opnieuw naar enig gitaarspel van Sjoukje. Opnieuw allemaal heel relaxed, zoals thuis.
Tip van de dag: neem elke dag voor de zekerheid een paraplu of regenjas mee.
Opvallend feitje: kinderen in het weeshuis en op school vragen vaak aan je of het je laatste dag is. Blijkbaar hebben de meeste voorgaande vrijwilligers er nogal de gewoonte van gemaakt om chocola uit te delen op hun laatste dag, waardoor de kinderen daar nu elke keer naar uitkijken. Een helaas erg vervelende gewoonte dus.
Dag 186: Onverwachte familiebezoekjes
Woensdag 12 september 2012
Na het ontbijt had Nivedan een mededeling voor de personen die ‘s ochtends naar de scholen zouden gaan. Vanwege een nieuwe staking waren alle lessen in de ochtend geannuleerd, waardoor er een gat in het programma viel. Hij wist echter iets om dit gat mee te vullen: we zouden een ‘community visit’ gaan maken. Ik kwam er nog niet meteen achter wat dit was, want de ochtend in het weeshuis ging wel gewoon door. De Amerikaanse Sarah had er voor gekozen om in de ochtend ook naar het weeshuis te gaan, dus liepen we samen via de kortere weg die kant op. Net zoals vorige week had de staking ervoor gezorgd dat de wegen waren afgesloten en er nergens verkeer reed. Mensen liepen weer over de weg heen en op het kruispunt stonden opnieuw mensen met vlaggen. Sarah keek haar ogen uit naar alles wat we zagen en om ons heen zagen gebeuren. Voor mij was dit stuk lopen ondertussen al behoorlijk vertrouwd. In het weeshuis werden we nog enthousiaster onthaald dan voorheen. De kinderen begonnen steeds meer aan mij te wennen en besprongen me bij binnenkomst nog net niet allemaal tegelijk. Ook waren de kinderen nieuwsgierig naar Sarah. Het duurde even voordat we ze na alle omhelzingen en klimpartijen aan de zijkant van het kamertje hadden zitten, zodat we enkele yoga-oefeningen konden doen. We deden een paar poses, maar de kinderen waren zo ontzettend in een bui om te spelen, dat ze alweer snel door de kamer heen renden. We besloten om de puzzels er maar weer bij te pakken om hen op een iets rustigere manier bezig te houden. Het was succesvol en het uur was daarmee weer snel voorbij. Bij de school naast het weeshuis sprak een Duitse man ons aan, die hier in Nepal op bezoek was om verschillende instellingen te bezoeken en deze financieel te ondersteunen. Hij was nieuwsgierig naar onze rollen hier en ik legde hem het een en ander uit. Met Shahanaj liepen we vervolgens een andere weg binnendoor terug naar het huis. Onderweg vertelde ze ons dat de ouders van de meeste wezen in de gevangenis zaten en weer terug naar huis gingen als deze vrijkwamen. Enkelen hadden geen ouders meer en zouden na hun verblijf in het weeshuis ergens anders worden opgevangen om hen voor te bereiden op het zelfstandige leven. We namen vervolgens nog even een kijkje bij het winkeltje van haar (en Hushnaj’s) ouders, die kleding op maat maken van de aanwezige kleurrijke stofjes. Enkele vrouwelijke vrijwilligers hadden dit de afgelopen weken gedaan, waarbij ze de ‘kurta’ op hun laatste dag of tijdens een feestje droegen.
Bij het huis was ik in eerste instantie niet heel blij dat de school niet door zou gaan, want ik had de leerlingen graag nog wat uitleg gegeven over de stof die ik morgen aan bod wil laten komen op een test. Nu zal ik dat dus morgen vlak voor de test nog moeten doen, iets wat voor de kinderen echter in het voordeel zou kunnen uitpakken. In plaats van de school was een bezoekje aan een familie ingepland. Eén van de vrouwen van één van de schooltjes hier in de buurt had ons uitgenodigd om langs te komen, zodat we meer over hen konden leren. Juanjo had geen zin, dus ben ik met Hushnaj, Sarah en de Nederlandse Jenny, welke allebei les zullen gaan geven in de school, naar het huis van de desbetreffende vrouw gelopen. Ze woonde in dezelfde buurt, in een groot kleurrijk huis niet ver van ons vandaan. Ze bleek echter slechts twee kamertjes op de begane grond te hebben, want er woonden nog andere families in het huis. We werden vriendelijk ontvangen door de vrouw en haar zoon en brachten daarna voornamelijk veel tijd met die zoon door, omdat zijn Engels nagenoeg perfect was, in tegenstelling tot de paar woorden Engels die zij kon uitspreken. In de kamer stond een boekenkast die helemaal volgebouwd stond met boeken; velen gingen over natuurkunde, wiskunde en scheikunde. De zoon had hier gestudeerd, maar was nu druk bezig om alles uit te zoeken voor een studie kwantummechanica in de Verenigde Staten. Het liefst wil hij daar in de zomer van volgend jaar naartoe. Hij wist een hoop te vertellen over zijn leven en zijn familie. Zijn vader woont en werkt bijvoorbeeld al een paar jaar in Seoul, hij prefereerde westerse muziek over lokale muziek en vertelde dat alle festivals in de komende tijd aan hem voorbij zullen gaan, aangezien dit door families een jaar lang niet gevierd wordt als er iemand is overleden. Verder vertelde hij dat de politieke situatie in Nepal nou niet echt geweldig was -ondanks dat er vandaag in Nederland nieuwe verkiezingen zijn, hebben wij het toch een stuk beter-, dat hij geloofde in buitenaards leven en dat de kumari in Durbar Square inderdaad niet echt een geweldig leven leidt. In de tussentijd kregen we van de vrouw een glas drinken en kwam ze later met meerdere mensen en eten aanzetten. Na een rondje foto’s aten we chapati -de platte broodjes die we elke dag bij het eten krijgen- met een dipsausje en een gekookt ei dat na het pellen ook nog even aan de buitenkant was gebakken. Het smaakte goed, waarna we een kijkje op het dak namen. Het uitzicht was ietsje anders dan bij ons, maar niet heel erg anders, omdat we in de buurt zaten en ons huis ietsje verderop zagen staan. Ook op dit dak stonden enkele zonnepanelen en twee grote tanks met water. Helaas waren de gebedsvlaggetjes die er hingen (naast het wasgoed) ontzettend oud, gescheurd en verkleurd.
Toen we weer naar beneden liepen en Hushnaj enkele kleine pepertjes meekreeg die aan een plantje groeiden, werden we door een andere vrouw, eveneens een vrouw van de school en daarmee ook een leerling van onze Ierse vrijwilligster Fiona, uitgenodigd om even in haar woonkamer rond te hangen. Enkele van haar familieleden hadden zich hier verzameld, alhoewel er voor ons veel minder interactie was dan bij het eerste bezoekje. Wel werd er verteld dat hun dochter op een universiteit in New York studeerde en zag de kamer er erg mooi uit. Schijnbaar hadden deze mensen het toch net iets beter dan vele anderen in Kathmandu of Nepal. We kregen een drankje en stukjes appel aangeboden en zaten hierna behoorlijk vol, aangezien de lunch ook al vulde. De televisie stond aan en we zagen beelden van vreselijk foute Bollywood-films of -series waarin er op een ontzettend overdreven manier werd geacteerd. Na een tijdje verlieten we het huis en keken we terug op een erg bijzonder bezoek. Dat was uiteindelijk toch wel een heel stuk leuker, beter en specialer dan het lesgeven op een school!
In het huis hadden we niet zo’n trek meer in de lunch, dus kon ik daarna snel aan de slag met de voorbereidingen voor m’n les met de vrouwen. Ik werkte verder aan de volgende puzzel die ik voor ze had voor aanstaande zondag, en maakte enkele interessante invulzinnen voor voorzetsels. Op school vonden de vrouwen de dagelijkse tongbreker weer erg lollig, waarna we het huiswerk van eergisteren besproken. Ik had hen gevraagd wat hun grootste angst was en vaak kwamen daarbij wilde dieren aan bod. De opgaven over de voorzetsels, het bespreken daarvan en het uitleggen van andere voorzetsels ging erg goed en de vrouwen vonden het erg leerzaam. Hopelijk zullen ze in het vervolg minder fouten maken als het hierop aankomt. In plaats van te eindigen met een geplande discussie, hebben we het spelletje Taboe gespeeld. Eén voor één kregen de vrouwen van mij een kaartje met een woord dat ze moesten omschrijven. Er waren echter enkele woorden die ze daarbij niet mochten gebruiken. Het spelletje ging verrassend goed en de vele woorden werden meestal relatief snel geraden. Tevens leek er zo nu en dan gesmoesd te worden over de invulling van de les van zondag en dat maakte me nog nieuwsgieriger. Toen de les voorbij was werd me nogmaals gevraagd of ik niet langer zou kunnen blijven, want ze zouden me wel heel erg gaan missen. Helaas kon ik daar geen positief antwoord op geven. Ook Nina had een vermakelijke les gehad en met Sanu gingen we weer terug naar het huis.
Tijdens het avondmaal bespraken we de dag met de nieuwe vrijwilligers, die vandaag voor het eerst hebben kunnen meekijken bij enkele projecten. Ook zij hadden zich erg vermaakt. Hierna was het tijd voor de wekelijkse bijeenkomst, waarbij we alle projecten doornamen en problemen en opvallende zaken bespraken. Zoals gebruikelijk viel er wel weer het een en ander te zeggen over het weeshuis, alhoewel ditmaal ook de gespannen sfeer in het huis ter sprake kwam. Nivedan en de nieuwe manager kwamen bij de bijeenkomst ook langs om te vertellen dat Suruchi, de voormalige manager, om bepaalde redenen uit het huis was gezet. Het was treurig om te horen. Ook kwam opeens de directeur van Idex het huis binnenstappen, iets waarvan we ook niet op de hoogte waren. Er werd ook niet echt verteld waarom hij hier was, wat opnieuw liet zien dat we niet heel erg te spreken waren over de communicatie tussen de staf (met uitzondering van de projectbegeleiders) en de vrijwilligers. Hopelijk weet de betere sfeer van de eerste twee weken nog terug te keren. Onderling tussen de vrijwilligers was er echter niets aan de hand en we hadden na de bijeenkomst een prima avond, welke opnieuw behoorlijk rustig was.
Tip van de dag: zorg dat je op woensdagen de avondmaaltijd niet mist, want anders gaat er patat, pizza en taart/cake aan je neus voorbij.
Opvallend feitje: in Kathmandu rijden vuilniswagens rond die lijken op de onze.
Dag 187: Een treurige dag
Donderdag 13 september 2012
Het was vandaag een apart en treurig dagje, alhoewel het toch ook zeker z’n aparte momenten had. In de ochtend ben ik met Sarah naar het weeshuis gelopen. Het was enigszins bewolkt, maar wel droog, waardoor het de ideale omstandigheden waren om te lopen. Langzaamaan leerde Sarah de weg kennen, aangezien ze die na mijn vertrek over anderhalve week zelf zal moeten kunnen afleggen. We waren iets te laat aangekomen in het weeshuis en Shahanaj was al met de kinderen aan het spelen. Met behulp van letters van foam probeerde ze de kinderen simpele woordjes te laten leggen op het tapijt. Zolang het maar drieletterwoordjes bleven, ging dat nog redelijk bij de meeste kinderen. Woorden met iets meer letters bleken zonder hulp min of meer onmogelijk te zijn. Na de letters stapten we over op de cijfers, waarbij we de kinderen tot 20 lieten tellen, wat ze zonder problemen leken te kunnen doen. Apart genoeg bleek het daarna wel een stuk lastiger om ze op een kaart cijfers te laten herkennen of ze bepaalde cijfers aan te laten wijzen. Schijnbaar hadden ze meer geoefend op het rijtje in hun hoofd, dan de tekens die erbij hoorden. Nadat we de groep nog tot 100 hadden laten tellen, was het uur alweer bijna om, alhoewel we hierna nog een half uur extra bleven. We lieten de kinderen op één been staan en dat leek hen erg goed te bevallen. Shahanaj heeft vervolgens verschillende Nepalese liedjes met ze gezongen en dat was prachtig om te horen. Enthousiast zongen de kinderen mee en we kregen de gelegenheid om hier foto’s van te nemen. Een leuke groepsfoto en enkele individuele foto’s werden ook toegestaan, iets dat we in principe niet dagelijks behoren te doen. Uiteindelijk liepen we met een grote glimlach de weeskinderen, waarna we naar de aanwezige apen op het veld voor het weeshuis keken en naar de tuktuk liepen.
In het huis viel er niet enorm veel voor te bereiden, want ik was van plan om een test af te nemen bij de kinderen en wilde daarvoor nog even de stof herhalen, iets waarvoor ik gisteren geen kans meer had gekregen. Terwijl Hushnaj met de tuktuk op weg ging naar de school en onderweg de door mij gemaakte tests liet kopiëren, liep ik met Juanjo, Jenny en Sarah naar de school toe. Ondanks dat het zonnetje fel scheen, moesten we onderweg wel plassen water passeren die tijdens de afgelopen dagen waren gevormd vanwege de regen. Bij de school kon ik meteen m’n klas betreden, waarna ik begroet werd door al m’n leerlingen en de lerares die elke dag gedurende elke les een oogje in het zeil houdt en helpt waar nodig is. Ik herhaalde de stof van afgelopen twee weken, zette vervolgens de kinderen uit elkaar -iedereen op één bank- en overhandigde hen een papieren test die ik de afgelopen week in elkaar had gezet. Ik had klokken getekend en ze moesten aangeven welke tijd er op stond aangegeven, maar tevens moesten ze bij een paar lege klokken de wijzers intekenen. Daarnaast moesten ze ontbrekende letters invullen in woorden die ik ze geleerd had, evenals in een rijtje getallen de grootste aanwijzen. Ten slotte had ik enkele optel- en aftreksommetjes voor ze, waarna ze hun tijd konden volmaken met het maken van een tekeningetje. De eerste helft van de test verliep goed, alhoewel enkelen in de tweede helft de aandacht leken te verliezen. Dit kwam onder andere omdat sommigen al klaar waren en ze de anderen wilden helpen. Anderen bleken iets meer moeite te hebben met sommige opgaven en deden hun best om bij anderen af te kijken. Het maakte hen daarbij niet zoveel uit of ze opstonden om daarna naast een andere leerling te gaan staan, of zich juist omdraaiden naar degene achter zich. Het werd wat rommelig en het was niet echt makkelijk om de leerlingen in toom te houden, maar uiteindelijk wist iedereen de test toch min of meer af te ronden. We eindigden de les met een conversatie tussen een ober en een bezoeker van een restaurant. We verlieten de school en begonnen aan een lange rit terug naar het huis, aangezien de tuktuk allesbehalve snel was.
Bij de lunch vertelde Fiona over haar ochtend. Na 10 weken zal ze morgen het huis gaan verlaten. Ze heeft hier het langst van iedereen gezeten en het zal voor iedereen een enorm gemis gaan zijn. In de ochtend had ze al een mooi afscheid gekregen van haar leerlingen, maar zou dat later in de middag met haar andere klas nog eens doen. Na de lunch keek ik de proefwerken na en kwam ik er helaas achter dat enkele leerlingen de klok nog steeds niet beheersten. Dat vond ik jammer, want in de klas leek het meestal wel goed te gaan. De uitslagen van de leerlingen wisselden heel erg. Sommige leerlingen waren, zoals verwacht, vele malen zwakker dan enkelen die bijna alles goed hadden. Ook in de les was deze laatste groep altijd al vele malen beter. Tevens moest ik op een formuliertje nog aangeven wat m’n plannen waren voor m’n les met de vrouwen in de middag. Terwijl ik hiermee bezig was, was het weer buiten volledig omgeslagen. Het kwam met bakken uit de hemel vallen en ik vreesde het ergste. Net als de overige vrijwilligers moesten Sanu, Nina en ik ook in de stromende regen vertrekken. Nina en Sanu hadden een paraplu, terwijl ik m’n poncho uit Borneo nog steeds goed kon gebruiken. Regenwater stroomde van de huizen naar beneden en grote plassen water vormden zich in de kleine straatjes. Toen we de hoofdweg bereikten, bleek het daar nog vele malen erger te zijn. De riolering kon al het overtollige regenwater niet aan en de straten waren gedeeltelijk onderwater gelopen. Het regenwater had de weg omgetoverd tot een stromende rivier. Mensen schuilden in de winkeltjes of onder afdakjes en fietsers en motorrijders deden hun uiterste best om zich voort te bewegen. Auto’s en busjes reden door de enorme plassen heen, soms tot zeer groot ongenoegen van de personen op de stoep. Kuilen waren niet meer zichtbaar en al het verkeer reed voorzichtig om geen ongelukken te veroorzaken. Op sommige plekken wist het water wel weg te stromen en daar was de staat van de weg een stuk beter. Met enige vertraging kwamen we uiteindelijk bij de school aan, waar ik mijn laatste volledige les zou gaan geven. Vanwege een groot festival volgende week is aanstaande zondag mijn laatste dag, maar aangezien de vrouwen een deel van de les willen overnemen en we er meer een leuke dag van zullen maken, was vandaag de laatste serieuze les. We begonnen zoals gebruikelijk met een lastige tongbreker, waarna we het huiswerk bespraken. Ik had hen een stukje tekst meegegeven waarvan ze een korte samenvatting moesten schrijven. Dit bleek echter een stuk moeilijker te zijn dan ik had gedacht, aangezien de vrouwen veel problemen hadden met de woorden in de tekst. Een deel van deze woorden heb ik daarom met hen besproken. We gingen door met het opnoemen van grote getallen tot in de triljoen en dat ging hen, in tegenstelling tot Nina’s klas eerder deze week, behoorlijk goed af. Na een kort, maar leuk spelletje waarbij de vrouwen zinnetjes door moesten fluisteren, begonnen we aan een discussie waarbij ik de vrouwen vroeg om mogelijke verbeteringen in de stad en in het land op te noemen. Hier kwam een mooi lijstje uit voort, met onder andere een regering die wel betrouwbaar is, het nastreven van verkeersregels, het ophangen van verkeerscamera’s, het verbeteren van alle faciliteiten op het platteland, meer educatie, minder afval en meer recycling. Het was interessant om te horen wat iedereen opnoemde. Nadat ik de vrouwen gedag had gezegd, gingen we door de regen weer terug naar het huis. De plassen waren helaas nog steeds niet verdwenen.
Enigszins nat kwamen we weer terug in het huis, waar Fiona met een rood hoofd vol met tika geëmotioneerd, maar met trots naar haar verzameling cadeautjes stond te kijken, die ze op de vloer in de woonkamer had uitgestald. Ze had net de laatste les achter de rug met vrouwen die ze al tien weken lang les had gegeven. Bij de meesten van hen was ze begonnen met het alfabet en het niveau van hen was op dit moment vele malen beter. Ze had een geweldige prestatie verricht en had daardoor veel waardering gekregen van de vrouwen. Ze was overladen met cadeautjes, zoals twee handgemaakte tassen, vele sjaaltjes, snoepjes, chocolaatjes, armbandjes en lieve briefjes. Ze vroeg zich af wat ze er allemaal mee moest gaan doen, want ze wilde na Nepal nog enkele maanden door Azië reizen. Het was tevens haar laatste avond in het huis en had nog vele spullen in te pakken, maar we wilden ook nog gepast afscheid van haar nemen. Na het avondeten kwam Fiona met enkele bakken ijs aanzetten, waar we met z’n allen van genoten. Onderling was het een gezellige boel, alhoewel de sfeer toch enigszins bedompt was, mede vanwege de manier waarop Suruchi het huis uit was gezet. Alhoewel wij de kans helaas niet hebben gekregen om afscheid van haar te nemen, heeft Fiona dat gelukkig nog wel stiekem kunnen doen. Tevens nam ze in het huis afscheid van het overige personeel. In de woonkamer overhandigden ook wij haar nog een mooie kaart, tezamen met een cadeautje. Het was uiteindelijk toch wel een leuk, maar relaxed avondje in de woonkamer, met een muziekje op de achtergrond en geklets tussen de vrijwilligers. We keken terug op een bijzondere week en vroegen ons af wat de komende week ons zou brengen. Dat het opnieuw een bijzondere week zal worden, staat in ieder geval al vast.
Tip van de dag: draag op regenachtige dagen geen schoenen die langzaamaan drogen, want je zult door de plassen water moeten banjeren.
Opvallend feitje: als leerlingen een tekening moeten maken, tekenen ze bijna altijd bloemetjes, huisjes, bergen en de zon.