Surabaya
Dag 98: Rust bij m’n roots
Zaterdag 16 juni 2012
Surabaya is een stad met een paar miljoen inwoners, maar heeft voor toeristen niet bijster veel te bieden. Ja, er zijn een paar grote moskeeën, een oude stadswijk met klassieke Nederlandse gebouwen en diverse moderne winkelcentra, maar daarmee houdt alles dan ook een beetje op. In eerste instantie was het dan ook niet mijn bedoeling om hier twee volle dagen te blijven, maar aangezien ik van tevoren meer tijd had ingepland voor een tour naar Mt. Bromo en Ijen Plateau, had ik nu een dagje over. Ik was niet van plan veel te gaan doen in Surabaya, dus besloot ik een weekend rust te nemen, welke ik wel verdiend had na drie mooie weken Indonesië en voorafgaand aan meer drukke weken in Maleisië. Daarnaast heb ik eerder deze week een wond opgelopen op m’n been, wat lopen nogal vervelend maakt -de afgelopen dagen heb ik de pijn met een verbandje aanzienlijk kunnen beperken-, en welke best twee dagen rust kan gebruiken om beter te genezen. Surabaya is voor de familie Kessing een bijzondere stad, aangezien veel van mijn ooms en tantes hier zijn opgegroeid. Het is daarbij ook de geboortestad van m’n vader. Toch zal de stad in de afgelopen 50 jaar ontzettend veranderd zijn, waardoor ik betwijfel of ze überhaupt nog iets zullen herkennen.
Ik stond vandaag voor de verandering eens lekker laat op, waar ik na al die extreem vroege dagen wel weer even aan toe was. Ik gebruikte mijn vrije tijd om al mijn reisverhalen helemaal up-to-date te houden, na drie dagen afwezigheid weer gebruik te maken van internet en om alle gemaakte foto’s van de afgelopen tijd op m’n netbook te bekijken en uit te zoeken. Met zoveel avonturen kost het bijhouden van m’n verhalen en foto’s altijd een behoorlijke tijd, waardoor de middag voorbij vloog.
Vlak bij m’n hotel bevindt zich Plaza Surabaya, een winkelcentrum met daarvoor een extreem drukke weg. Ik was bij dat er een voetgangersbrug was, zodat je kon oversteken zonder je leven te hoeven riskeren. (Het kan ook handig zijn om naast een stadsbewoner te lopen die wil oversteken.) Het winkelcentrum was niet heel bijzonder, maar had wel enkele restaurants zodat ik iets kon eten. Na m’n maaltijd ging ik terug naar m’n kamer, waar ik opnieuw niets bijzonders meer heb gedaan behalve internetten en het opruimen van m’n spullen.
Tip van de dag: denk nog even na voordat je Sparkling Backpacker als hotel kiest. Het is weliswaar een erg goedkoop, maar daarvoor kom je wel in een plek terecht die allesbehalve glimt. Alhoewel de kamers van redelijke kwaliteit zijn, zijn de gangen en wc’s behoorlijk vies en ziet de vierde verdieping er uit alsof een sloopkogel de helft van de verdieping heeft platgegooid; restauratie noemen ze dat.
Opvallend feitje: voor een land waar men driemaal daags rijst eet, stond er een opvallend lange rij bij de broodjeszaak.
Dag 99: Te midden van de haai en de krokodil
Zondag 17 juni 2012
Het was vandaag m’n tweede en laatste dag in Surabaya, een stad waarvan de naam bestaat uit de Javaanse woorden voor ‘haai’ en ‘krokodil’; ik heb echter geen idee waarom. Het zal me in ieder geval niets verbazen als je deze tegen kunt komen in de dierentuin hier. Ik vond het niet de moeite waard om te checken of dit klopte, maar besloot om opnieuw vrij rustig aan te doen vandaag. Opnieuw werd ik vandaag laat wakker en nam ik alle tijd om op te staan.
Ondanks dat Surabaya geen boeiende bezienswaardigheden heeft, wilde ik toch iets zien en doen, waardoor ik in de middag naar buiten ben gegaan en een stukje heb gelopen. Ik bevond me redelijk in het centrum en op pakweg een kilometer afstand bevond zich Tunjungan Plaza, het grootste winkelcentrum van de stad. Langs een erg drukke weg liep ik deze richting op, waarbij ik het (opnieuw mooie) gouverneurskantoor passeerde en zo nu en dan de weg moest oversteken. Ondanks dat er hier en daar een zebrapad was, had deze nauwelijks effect, aangezien je alsnog gewoon moest lopen en blijven uitkijken om niet door een auto geschept te worden. In het winkelcentrum ben ik eerst gaan lunchen, waarna ik enige tijd door het behoorlijk grote complex heb gelopen, met veel moderne winkels met luxe kleding en de nieuwste telefoons. Uiteraard was er ook een food court en was er op de begane grond een optreden van een dansgroep. Voor de eerste keer viel het me op dat Indonesië toch ook relatief moderne, snelle en hippe muziek heeft. Heel veel meer viel er niet te beleven, waardoor ik terugging naar m’n hotel.
Op m’n kamer rondde ik m’n laatste reisverhalen af, handelde ik op internet nog enkele zaken af, maakte ik back-ups van al m’n foto’s -stel je voor dat ik m’n meer dan 1200 foto’s van Indonesië zou kwijtraken!-, bestelde ik een taxi naar het vliegveld voor morgenochtend vroeg, verdiepte ik me alvast in Maleisië en pakte ik al m’n spullen in. Na m’n avondmaaltijd ben ik al vroeg gaan slapen, zodat ik Oranje vannacht op de tv in m’n kamer kan steunen voor de allesbeslissende wedstrijd tegen Portugal, alvorens te vertrekken naar het vliegveld.
En daarmee komt ook mijn reis over Java tot een einde. Dit betekent echter nog niet het einde van mijn reis door Indonesië, aangezien ik in augustus zal terugkeren om Bali, Lombok, Komodo en de Gili-eilanden te bezoeken. Maar aangezien dat ongetwijfeld een ontzettend andere ervaring zal gaan opleveren, sluit ik nu toch een bijzonder deel van Indonesië af. Het waren opnieuw drie prachtige weken van mijn reis, waarbij ik weer talloze dingen heb gezien en gedaan. Ik had me geen beter begin van m’n reis door Indonesië kunnen wensen. In plaats van dat ik zelf had moeten proberen m’n weg te vinden door de lelijkste en drukste hoofdstad van heel Azië, heeft oom Jan m’n verblijf daar een stuk makkelijker, aangenamer en leuker gemaakt. Ook Bandung werd stukken interessanter vanwege David. M’n drie dagen in Pangandaran was vervolgens precies het rustmoment dat ik nodig had alvorens me te storten op het culturele Yogyakarta. Ik heb hier enkele leuke mensen leren kennen en erg boeiende plekken bezocht. Nog meer leuke mensen en prachtige plekken volgden daarna bij de Bromo en het Ijen Plateau. En met opnieuw twee dagen rust in Surabaya kan ik niet zeggen dat ik geen gevarieerde reis heb gehad. Alhoewel de steden op Java meestal een verschrikking waren, waren de historische monumenten en prachtige omgevingen enorme pluspunten tijdens m’n reis. Daarnaast lijkt het overgrote deel van de bevolking hier behoorlijk vriendelijk en vinden de meesten het geweldig als je ze vertelt dat je uit Nederland komt. En als je dan ook nog eens vertelt dat je Indonesische roots hebt, laten ze meteen een grote glimlach zien en springen ze over in Bahasa Indonesia, een taal die ik helaas nog steeds niet ken. M’n woordenschat is de laatste weken in ieder geval wel uitgebreid en nog steeds moet ik lachen om enkele woorden die afgeleid zijn van het Nederlands, zoals polisi, otomatis en kulkas. Veel woorden die ik al wel kon, waren de namen van Indonesische gerechten en ik moet zeggen dat ik deze reis nog nergens zo goed heb gegeten als hier in Indonesië. Keer op keer waren de gerechten heerlijk, ondanks dat m’n ogen en tong deze in het begin iets beter konden waarderen dan m’n maag. Al met al heb ik een prachttijd gehad hier en kan ik iedereen een bezoek van harte aanbevelen. En daarbij kijk ik dan zeker mijn familieleden aan die hier nog nooit eerder zijn geweest, of slechts eenmaal in een grijs verleden.
Tip van de dag: vraag van tevoren een Indonesisch visum aan in Nederland, zodat je langer kunt blijven dan 30 dagen met een visa on arrival en Java, Bali en Lombok dan achter elkaar kunt bezoeken. Tenzij je natuurlijk korter wilt verblijven, maar dit zou zonde zijn van dit prachtige land.
Opvallend feitje: m’n totale fotoaantal staat nu al op 7291; dat zijn er 200 meer dan tijdens m’n vorige reis door Azië, die 170 dagen duurde!