Kuala Lumpur
Dag 100: Terug naar waar het allemaal wordt vervolgd
Maandag 18 juni 2012
Vandaag was een bijzondere, speciale en symbolische dag van mijn reis. Niet alleen was het vandaag de 100e dag van deze trip, maar ook bevond ik me precies op de helft van mijn tweede reis door Azië. Daarnaast is het vandaag 18 juni, de geboortedag van mijn oma, voor wie ik op 21 maart 2010 vanuit Kuala Lumpur naar huis ben gevlogen om haar laatste wens in vervulling te laten gaan. Mijn bezoek aan Kuala Lumpur duurde destijds twee dagen en mijn reis door Maleisië heb ik nooit voort kunnen zetten. En uitgerekend vandaag ben ik teruggekeerd naar Kuala Lumpur, om datgene te doen wat ik destijds van plan was. Alhoewel het mooier geweest zou zijn als ik deze reis hier was begonnen, kwam dat vanwege de seizoenen niet heel gunstig uit. Maar na 100 dagen ben ik er alsnog, en heb ik er nog steeds net zoveel zin in als toen!
Deze dag begon eigenlijk al midden in de nacht, toen ik vanuit m’n bed op de tv in m’n kamer heb zitten kijken naar de ondergang van het Nederlands elftal in het EK. Ondanks dat het jammer was voor Oranje, is het gunstig voor mij, omdat ik de komende tijd niet meer op onhandige tijdstippen wakker hoef te worden om tv te kijken. Na de wedstrijd sliep ik nog slechts een uurtje verder, want ik moest opnieuw vroeg uit de veren om naar het vliegveld te vertrekken. Ik had een taxi om 6 uur, en in de 40 minuten die volgden, werd ik door de chauffeur nogmaals herinnerd aan het slecht spelende Nederland, hoorde ik voor het eerst vrolijke Indonesische popmuziek en zag ik dat Surabaya best een mooie stad is, met veel mooiere gebouwen, wegen en omgevingen dan al m’n voorgaande Indonesische steden. Bij het vliegveld kon ik voor de deur in de wachtruimte buiten zitten wachten totdat ik naar binnen mocht. Niet veel later was dat het geval en kon ik inchecken, waarna m’n vlucht uiteindelijk om 8.50 uur vertrok. Ondanks dat het vliegtuig nog wat rammelde, landden we 2,5 uur later in de Low Cost Carrier Terminal van Kuala Lumpur. Ondanks dat ik naar het westen vloog, moest ik m’n horloge weer een uur vooruit zetten, zodat het tijdsverschil met Nederland weer 6 uur is. De douane was geen probleem en al snel stond ik buiten op Maleisisch grondgebied. Dit was het begin van een dèja-vu die de hele dag duurde.
In plaats van een shuttlebus die me naar Chinatown zou brengen, zoals twee jaar geleden, nam ik een bus naar KL Sentral, het centraal station. De 45-minuten durende route naar de stad was nog wel min of meer hetzelfde, met dichte bossen van palmbomen in het begin, gevolgd door meer bebouwing. Reclame voor de Grand Prix werd niet meer gemaakt, aangezien deze al verreden was. Wel stonden de KL Tower en de Petronas Towers nog steeds trots overeind, waardoor de skyline bij binnenkomst van de stad nog net zo vertrouwd aanvoelde. KL Sentral was vanwege verbouwingen nogal rommelig en het kostte daarom net wat meer moeite om de monorail te bereiken waarmee ik naar mijn hostel kon komen. Om op de monorail te stappen, moet je bij een loketje een blauw plastic muntje kopen, waarmee je de poortjes naar het perron kon openen. Het muntje moest je slechts scannen en na m’n rit in de erg korte en daardoor erg drukke monorail, moest je deze pas in het poortje werpen om het perron te verlaten. Ik bevond me nu op de drukke kruising van Jalan Sultan Ismail en Jalan Bukit Bintang, het hart van het centrum van Kuala Lumpur. Dat ik hier al eerder had gestaan, viel me op dat moment nog niet zo op, omdat ik op zoek was naar m’n hostel. Deze bleek niet heel moeilijk te vinden te zijn, aangezien deze zich ook op dit kruispunt bevindt, precies twee deuren naast een grote McDonald’s en boven een spa waar ze voetmassages aanbieden. Vorige keer zat ik in het hart van Chinatown, vlakbij Jalan Petaling met zijn bekende markt, maar aangezien dat hostel me destijds niet heel erg was bevallen, koos ik ditmaal voor een andere. En die keuze pakte goed uit; niet alleen maar vanwege het uiterlijk van het hostel, maar ook vanwege de locatie.
Ik friste me op en heb in de omgeving een erg late lunch genomen. Buiten was het erg warm en benauwd; het was een stuk extremer dan wat ik de afgelopen dagen had meegemaakt en was dus weer even wennen. Vervolgens heb ik de omgeving bekeken, waarbij ik langzaamaan steeds meer begon te herkennen. Deze buurt is de Golden Triangle van Kuala Lumpur en staat vol met winkelcentra, restaurants en cafés. Vorige keer noemde ik KL een groot shoppingwalhalla en dat is het nu nog steeds. Zelfs voor een maandagmiddag was het behoorlijk druk; duizenden mensen waren op jacht naar de vele koopjes in de honderden winkels hier. Het winkelcentrum dat me het meest was bijgebleven, was er een met een achtbaan, maar deze stond iets verder weg en heb ik niet opnieuw bezocht. Wel keek ik opnieuw rond bij Sungei Wang, een winkelcentrum met vele kleine zaakjes, en liep ik verder langs Lot 10 en Fahrenheit 88 naar Pavilion, waar ik de vorige keer Formule-1-wagens heb zien staan. Omdat het nu niet het seizoen was, stonden deze er ditmaal niet, maar wel kon je naar allemaal 3d-tv’s kijken. Ik keek even rond bij stands met de nieuwste telefoons -mijn telefoon is toch al weer wat jaartjes oud- en verbaasde me dat tussen alle kledingwinkels ook een zaakje zat met merchandise van DC Comics, bekend van onder andere Batman. Lachen deed ik even toen ik bij een dvd-zaak een dvd op zag staan van een animatieserie over Angry Birds; ik vroeg me af wat er ondertussen nog niet van deze vogels op de markt is. Ik keerde weer terug naar het kruispunt en bleef me verbazen over de enorme mengelmoes van mensen hier. Afgezien van de westerse toeristen, zijn de inwoners van KL een mix van culturen. Er lopen opvallend veel Indiërs rond, maar ook Chinezen, mensen uit het Midden-Oosten en uiteraard de oorspronkelijke Maleisiërs.
In de avond ben ik opnieuw naar buiten gegaan, waar het nog steeds zo druk was als in de middag. De sfeer was ondertussen veranderd, want het avond/nachtleven was van start gegaan. In deze omgeving bevinden zich vele restaurantjes waar je allerlei lokale en internationale gerechten kunt krijgen. Vele restaurants en bars waren helemaal toegespitst op toeristen, aangezien er op een enorm aantal plekken tv’s en videoschermen aanwezig waren om het EK uit te zenden. Ik nam voor de verandering eens een westerse maaltijd en liep hierna een rondje door de drukke Jalan Bukit Bintang. Vele Indiërs probeerden hier op de stoep kleine prulletjes te verkopen, zoals lichtgevende helikoptertjes die je in de lucht kunt schieten (je moest dus even oppassen dat zo’n ding niet op je hoofd landde als je rondliep) en bellenblaaspistolen, waar maar weinig mensen interesse voor toonden. Alle winkelcentra waren ook nog gewoon open. Ook stonden er op de stoep een grote hoeveelheid dames in zeer uiteenlopende leeftijden (en kleding) die je massages probeerden aan te smeren. Enkele verdacht uitziende mannetjes fluisterden zo nu en dan ook nog woorden in m’n oren, maar ik liep ongestoord verder. Terug in het hostel maakte ik mooi gebruik van het aanwezige internet, kletste ik enigszins met m’n kamergenoten en ben ik daarna gaan slapen. M’n dag had namelijk wel lang genoeg geduurd!
Tip van de dag: kijk bij de receptie van een hostel na of ze entreekaartjes voor bepaalde attracties verkopen tegen een lager bedrag dan normaal.
Opvallend feitje: nog een bijzondere mijlpaal vandaag: mijn reisverslag heeft een omvang van 100.000 woorden bereikt!
Dag 101: Zo vrij als een vogel
Dinsdag 19 juni 2012
Vandaag was de eerste dag van drie volledige dagen in Kuala Lumpur. Ik heb daarom dan ook genoeg de tijd om alles in en rond Kuala Lumpur te bezichtigen. Aangezien ik hier twee jaar geleden ook al twee dagen was en toen aardig wat gezien had, vind ik het niet nodig om al deze plekken nu al opnieuw aan te doen. Verhalen over Merdeka Square, de Masjid Jamek moskee, Chinatown, Little India, de Pasar Seni (centrale markt), Jalan Petaling en Menara KL (de hoge uitkijktoren) zullen hier dan ook niet meer gaan volgen; deze zijn in mijn andere reisverslag te lezen. Wel zal ik tijdens m’n drie dagen hier de resterende bezienswaardigheden bezoeken, wat ik op een rustig tempo kan gaan doen, aangezien er niet heel veel meer over zijn. Maar dat geeft op zich niets, want er gaan nog genoeg andere drukke dagen volgen hier in Maleisië!
Omdat m’n wekker vandaag om een of andere reden niet helemaal mee wilde werken, stond ik iets later op dan gepland, maar dat gaf me nog genoeg de tijd om te doen wat ik wilde: ontbijten, douchen en de deur uit. Eén van de weinige plekken waar ik twee jaar terug geen tijd voor had, waren de Lake Gardens en het daarin gevestigde Bird Park. Ik liep naar de monorail en reisde daarmee af naar KL Sentral, de dichtstbijzijnde halte voor de Lake Gardens. Het was nogal een puinhoop rond het station en vanwege de afwezigheid van handige wandelpaden (maar wel veel grote en drukke wegen), duurde het even voordat ik in dit grote park was. Ook vandaag was het weer erg warm en benauwd, wat het lopen er niet heel veel fijner op maakte. Ik passeerde het Nationale Museum (waar ook werkzaamheden waren) en kwam in het groene park terecht, waarbij ik meteen tegen een meer met enkele fonteinen aanliep. Ik liep langs het meer en werd gepasseerd door enkele toeristen en een gids op Segways. Het park had nette paden en vele bomen en je kon vele kanten uit om een klein kunstmatig watervalletje te bekijken, of een bloementuin, hertenpark, boothuis of vlindertuin te bezoeken. Ik kwam verder langs een amfitheater en twee kapelletjes, één voor mannen en één voor vrouwen, waar moslims konden bidden.
Een stukje verderop bereikte ik KL Bird Park, naar hun zeggen het grootste vogelpark waar vogels vrij kunnen rondvliegen. Via een tweetal deuren en een kettinggordijn stapte ik het park in dat een groot net als dak had. Ik werd meteen vrolijk begroet door enkele kleurrijke kleine papegaaien. In de drie uur die volgden heb ik het hele park verkend en naar de vele duizenden vogels gekeken die hier woonden. Terwijl je over de paden liep, liepen kleine vogels voorbij je langs, of keken blauwe pauwen je nieuwsgierig aan. Het park was opgedeeld in verschillende zones, maar in de praktijk merkte je hier weinig van. Op diverse plekken waren voederbakken geplaatst met zaadjes en vruchten, waar de vele vogels op afkwamen om te eten. Het was overal een vrolijke en kleurrijke boel. Ook was er hier en daar water, waarbij er in één meertje vele flamingo’s stonden. Een grote neushoornvogel had zich bovenin één van de hoge bomen geschaard. Toch hadden niet alle vogels totale vrijheid, omdat er ook aparte kooien waren met speciale vogels. Zo hadden de uilen hun aparte verblijf en waren de roofvogels ook achter slot en grendel gezet. Vanzelfsprekend liepen de struisvogels en emoes ook niet los rond. Over het algemeen vond ik het een leuk bezoek, maar was ik toch niet altijd ontzettend meer onder de indruk van de vogels, omdat ik er een hoop al weleens in het wild heb gespot, zoals tijdens mijn trip naar Kenia en Tanzania. Alhoewel ik niet de enige bezoeker van het park was, was het gelukkig niet extreem druk. Wat me wel opviel (en dat was me gisteren ook al opgevallen), was de hoeveelheid vrouwen die rondliepen in boerka’s. Soms liepen ze in groepjes bij elkaar, soms liepen ze naast hun man. Van deze vrouwen waren alleen de ogen nog zichtbaar. Iemand uit m’n hostel vertelde me dat hij gevraagd was een groepsfoto te maken van zes vrouwen in boerka, waarna hij zich afvroeg hoe de vrouwen zichzelf op de foto zouden kunnen herkennen. Bij het restaurant van het park nam ik een lunch, waarbij de vogels continu op de rand van de veranda bleven zitten om al het lekkere eten nauwkeurig in de gaten te houden. Ondanks dat werd verzocht om de vogels niet te voeren, werd dat helaas door sommige mensen alsnog gedaan. Geen wonder dat de vogels daarom nog steeds langskwamen. In een gebouwtje was een tentoonstelling van opgezette vogels en in een ander gebouwtje waren incubatiekasten neergezet met allemaal eieren. Een paar hiervan waren al uitgekomen. Toen ik naar de kast keek, had ik het geluk om te zien hoe een klein kuikentje langzaam uit zijn ei kroop. Heel langzaam trapte hij de gebroken eierschaal van zich af en met veel moeite probeerde hij te gaan staan, daarbij steunend op zijn nog redelijk kale vleugels. Hij begon te piepen en baande zich moeizaam een weg over en langs de andere eieren. Het was echt supermooi om dit kleintje te zien. Waarschijnlijk zal hij over een tijdje worden overgeplaatst naar een andere bak, waar tientallen iets grotere kuikentjes elkaar opzochten voor de warmte. Aan het eind van m’n bezoek keek ik nog naar een vogelshow, waar enkele slimme papegaaien hun kunstjes lieten zien of rekensommetjes uitrekenden en enkele roofvogels een rondje over het publiek vlogen.
Nadat ik het vogelpark had verlaten, wilde ik via een andere weg terug naar het station. Onderweg passeerde ik de grote Nationale Moskee en een redelijk ouderwets uitziend (ander) treinstation, dat nog steeds in gebruik werd genomen. Ook vanaf hier was de weg niet heel erg voetgangersvriendelijk en moest ik via een erg smalle stoep langs een drukke weg teruglopen naar KL Sentral. Hier nam ik de monorail terug. Wat later op de avond ben ik in de omgeving van het hostel op zoek gegaan naar een plek om te eten. In plaats van één van de vele westerse restaurants, kwam ik ditmaal in een straatje met een enorme hoeveelheid (voornamelijk Chinese) restaurantjes die buiten op straat allemaal plastic tafeltjes en stoeltjes hadden geplaatst. De hele straat stond vol met dit soort zaakjes, allemaal belicht door felle lampen en gepromoot door personen met menukaarten met de meest uiteenlopende gerechten. Ik nam plaats bij één van dit soort zaakjes en bestelde een lekkere maaltijd, terwijl ik om me heen keek naar al het leven hier. Terug bij het hostel heb ik een aardige tijd zitten kletsen met de mensen op mijn kamer, met personen die slechts kort op reis waren, op weg waren naar huis na een tijd werken in Australië, of eveneens een lange reis door Azië aan het maken waren. Het duurde daarom wel even voordat we de lampen uitzetten en de nacht over ons viel.
Tip van de dag: let even op welke kant de monorail op gaat.
Opvallend feitje: wat krijg je als je een Zuid-Koreaan (ook wel bekend als Katie) het nummer ‘Nergens zonder jou’ van Guus Meeuwis en Gers Pardoel laat horen? Een paar weken later een reactie met: ‘I love Gers Pardoel!!! >.<‘!
Dag 102: Twee glimmende torens
Woensdag 20 juni 2012
Dat Kuala Lumpur niet heel erg veel meer heeft te bieden dan de vele bezienswaardigheden die ik al gezien had tijdens m’n twee bezoeken, werd vandaag wel duidelijk. Echt veel nieuws had ik namelijk niet meer te doen. Nadat ik vanochtend alle tijd had genomen om op te staan, nam ik een laat ontbijt, wat hier gelukkig mogelijk was. Schijnbaar was ik niet de enige die pas laat z’n bed uit kwam. Ik had gisteravond eventjes zitten dubben of ik het de moeite waard vond om vandaag vroeg op te staan om naar de Petronas Twin Towers te gaan en één van de kaartjes te bemachtigen voor de Skybridge op de 41e verdieping. Twee jaar geleden was de toegangsprijs nog zo’n 2 euro, maar deze was nu maar liefst vertienvoudigd! Wat je ervoor terugkreeg, waren zo’n 10 minuten op de brug en een observatieplatform op een hogere verdieping. Nu waren het dan wel de hoogste twin towers ter wereld, maar zoveel geld vond ik het niet echt waard. Daarnaast heb ik deze reis al een paar uitkijktorens bezocht en uiteindelijk lijken ze erg veel op elkaar. En twee jaar terug was ik al in de hogere KL Tower geweest, waarbij ik al een prachtig uitzicht over Kuala Lumpur had gehad. Ik liet de Skybridge daarom achterwege, maar besloot nog wel een keer de torens te bezoeken, aangezien ik dat de vorige keer op het laatste moment nogal haastig had gedaan.
In plaats van de monorail of metro te nemen, waren de torens ditmaal op loopafstand van mijn verblijfplaats te bereiken. Vanaf winkelcentrum Pavilion liep een erg handige verhoogde voetgangerstunnel over diverse straten en langs hoge gebouwen heen. In een van airco voorziene omgeving kon je zo op een eenvoudige manier het Kuala Lumpur Convention Center bereiken. In dit grote complex bevonden zich een aquarium, enkele restaurants en uiteraard vele conferentiezalen. Door een open deur zag ik allerlei stands van hogescholen opgesteld staan, maar echt druk was het niet. Naast het conferentiecentrum lag een park met water, fonteinen en een joggingbaan. Daar weer naast stonden de twee hoge blauwgrijze torens van oliemaatschappij Petronas, welke glommen in het felle zonlicht. Van beide kanten van de torens maakte ik een paar foto’s -die er nogal hetzelfde uitzagen als m’n foto’s van twee jaar terug-, waarna ik het winkelcentrum betrad dat de eerste zes verdiepingen van beide torens besloeg. Ik nam hier een lunch en keek rond over enkele verdiepingen, waar allerlei soorten winkels gevestigd waren. Op de bovenste verdieping had je nog een klein museum/amusementspark over Petronas en oliewinning. Twee door Petronas gesponsorde F1-wagens (die vorige keer dus in Pavilion stonden) kwam ik hier ook tegen. Nadat ik hier was uitgekeken, keerde ik terug naar waar ik was begonnen. Ik had niet zoveel zin om nog vele andere dingen te doen -ik wist ook niet echt wat ik zou moeten doen- en liep daarom nog eens terug naar Berjaya Times Square, om te kijken of de achtbaan in dit 12 verdiepingen tellende winkelcentrum nog steeds opereerde. Ondanks dat de naam was veranderd, was dit nog steeds het geval. Ik liep langs Imbi Plaza en betrad uiteindelijk nog even Low Yat Plaza, waar ik de vele elektronicazaakjes hier nog steeds herkende, alhoewel hun productaanbod uiteraard een behoorlijke update had gekregen. Uiteindelijk keerde ik terug naar het hostel om heerlijk te relaxen.
In de avond ben ik teruggekeerd naar de straat met de vele Chinese eetkraampjes. Het eten daar was me wel bevallen en met het ruime aanbod zou je hier zeker een paar weken lang elke dag wat anders kunnen eten. Nadat ik ze in Jakarta al op de Chinese markt had zien liggen in twee verschillende uitvoeringen, maakte ik hier kennis met een derde variant van de pootjes en billen van kikkers: gebakken in een krokant gekruid korstje. Na deze aparte, maar smakelijke maaltijd keek ik nog enige tijd rond, alvorens terug te keren naar het hostel. De mensen die vanochtend waren vertrokken, hadden alweer plaatsgemaakt voor nieuwe personen. Voordat ik naar bed ging, plande ik m’n trip voor morgen, aangezien ik een bijzondere plek buiten de stad wil bezoeken.
Tip van de dag: houd je van winkelen, dan zijn vijf dagen in Kuala Lumpur veel te weinig. Houd je niet van winkelen, dan zijn vijf dagen net wat te lang.
Opvallend feitje: een bril wordt over een boerka gedragen, niet eronder.
Dag 103: De apen- en beeldengrot
Donderdag 21 juni 2012
Vandaag was m’n laatste volledige dag in Kuala Lumpur. Op deze dag heb ik me niet verveeld, aangezien ik nog een laatste activiteit in de pijpleiding had staan. Iets meer dan 10 km ten noorden van de stad bevinden zich de bekende Batu Caves, welke elk jaar in januari of februari groots in de belangstelling staan vanwege het Thaipusam-festival, een belangrijk hindoeïstisch festival. De reden dat dit festival hier gevierd wordt, is omdat deze grotten één van de belangrijkste hindoeïstische plekken buiten India is. Tijdens het festival komen vele pelgrims offers brengen, waarvan sommige zich in hun lichaam laten piercen. Ik kon het festival niet aanschouwen, maar had wel de mogelijkheid om de grotten te bezoeken.
Opnieuw had ik vanochtend niet veel haast om op te staan en rustig maakte ik me klaar om te vertrekken, waarbij ik ook nog enige tijd met mensen heb zitten kletsen aan het ontbijt. Met de monorail vertrok ik naar het station, waar ik overstapte op een trein met de Batu Caves als eindbestemming. Het was een ritje van een half uur, waarbij we diverse keren stopten bij tussengelegen stations. Ondertussen kon ik naar het minder moderne Maleisische landschap kijken, of naar de filmpjes van Tom & Jerry op de tv-schermen. Vlak voordat we het station bereikten, zag ik vanaf het raam de hoge en steile rotsen al voor me opdoemen. Buiten liep ik dichter naar de rotsen toe, terwijl er om me heen steeds meer souvenirkraampjes verschenen. Ik passeerde enkele aparte en grote hindoeïstische standbeelden en een vijvertje met vissen. De rotsen bestonden uit karst, dat ik in China, Thailand en Laos ook al vaker was tegengekomen (en had beklommen). De wanden waren daarom grijs/geel/bruin, terwijl er bovenop bomen groeiden. Op een pleintje hadden zich vele duiven gevestigd, die door sommige van de aanwezige toeristen werden opgejaagd. Naast de westerse toeristen was er ook een opvallende hoeveelheid mensen van Indische afkomst, met vrouwen in typische jurken en een rood stipje op hun voorhoofd. Rondwandelende boerka’s met zonnebrillen waren er overigens ook. Achter het plein stond een enorm goudkleurig beeld te glimmen. Daar weer achter bevond zich een hoge trap met 272 treden, leidend naar de ingang van de Batu Caves in deze rots. Terwijl ik aan de vermoeiende tocht naar boven begon, keek ik om me heen naar de verschillende kleurrijke hindoeïstische beelden, van onder andere de olifantengod Ganesha. Boven me bij de rotsen zag ik vele vogels rondvliegen, waarvan het me niet zou verbazen als deze in de nacht plaats zouden maken voor vleermuizen. Naast de vogels werden de grotten ook nog bewoond door vele apen, welke gewoon tussen de toeristen over de trappen klommen. Soms keken ze je zittend vanaf de trapleuning aan, terwijl anderen met elkaar speelden of nieuwsgierig het rondgestrooide afval, zoals blikjes of flesjes, opraapten en bekeken. Sommige aapjes hadden stukken kokosnoot bemachtigd en probeerden de resterende eetbare stukjes te verorberen. Je moest oppassen niet met eten rond te lopen of krakende plastic tasjes, omdat je dan niet zeker was of je dit nog mee terug zou kunnen nemen. Vlak voor de hoofdgrot was er een vertakking naar een andere grote grot waar je een tour zou kunnen volgen. Vanwege de hoge prijs zag ik hiervan af, en omdat ik over enkele weken in Borneo al van plan ben grotten te gaan bezoeken. Ik klom verder naar de hoofdgrot en kwam terecht in een behoorlijk grote ruimte met openingen aan de voor- en achterzijde en een klein gat aan de bovenkant. Lampen beschenen enkele wanden, waardoor de ruige rotsen duidelijk zichtbaar waren. Ook werden diverse hindoeïstische beelden beschenen. In de grot was niet heel veel meer te vinden, met uitzondering van een kleine afgesloten tempel. Aan de andere zijde van de grot kon je naar buiten lopen, waarna je in een door rotsen ommuurde ruimte kwam, welke van boven wel open was. Het was een mooi gezicht om hier te staan, terwijl de rotsen af en toe aparte vormen aannamen en de vele apen eroverheen klommen. Niet iedereen hier kon de apen waarderen, aangezien sommigen werden achtervolgd en begonnen te schreeuwen. Ik keek even rond bij de diverse beelden in dit gedeelte van de Batu Caves en liep daarna weer terug. Heel groot was het allemaal nou ook weer niet, waardoor je het redelijk snel gezien hebt. Met de trein en monorail ging ik uiteindelijk weer terug naar m’n hostel.
In het hostel heb ik gerelaxt en raakte ik in de avond aan de praat met twee nieuwe personen op de kamer, waarmee ik naar de straat ben gegaan met de Chinese eetstalletjes. Hier hebben we diverse lekkere gerechten besteld en deze met elkaar gedeeld, zodat we van alles uit konden proberen. Het aanbod was enorm, dus er was weer genoeg om uit te testen. Er stonden overig nog wel een paar maffe gerechten op de kaart; wat te denken van ‘bak kut teh’, ‘grilled chicken fish’ en ‘coffee grilled chicken’. Het was een gezellige avond met z’n drieën, waardoor mijn tweede verblijf in Kuala Lumpur op een mooie wijze tot een einde kwam. Morgen zal ik namelijk doorreizen naar de stad Melaka.
Tip van de dag: heb je als vrouw geen zin om tussen allemaal mannen te zitten in de trein, dan bieden de vrouwencoupés de perfecte oplossing.
Opvallend feitje: in Nederland is het vandaag de langste dag van het jaar, maar in Maleisië gaat de zon altijd min of meer rond hetzelfde tijdstip onder, vanwege de ligging bij de evenaar.