Semporna

Semporna

Dag 138: Hopen op de jackpot (2)
Donderdag 26 juli 2012

Nadat we al onze spullen hadden ingepakt, stapten we om 8.30 uur in de boot om naar de overkant te varen. Daar stonden diverse busjes voor ons klaar om ons weg te brengen. Ik zei enkele mensen gedag en stapte met enkele anderen in een bus, die ons in een uur over een hobbelige weg naar de geasfalteerde hoofdweg bracht. Ik was bang dat ik hier lange tijd zou moeten wachten op een bus naar Semporna, maar dat bleek niet zo te zijn. Er was namelijk van tevoren al contact opgenomen met een bus, die toeristen vanaf dit punt zou oppikken voor hun vervolgtocht. Met een groep toeristen stapte ik deze bus in en begonnen we aan een volgende rit van zo’n 260 km. Ondertussen kletste ik nog wat met mensen die ik had leren kennen in de lodge en keken we naar een ontzettend slechte film over een reusachtige krokodil en haai. Muziekclips van Boney M en een karaoke-dvd vulden de tweede helft van de reis, welke uiteindelijk slechts drie uur duurde.

Iets na enen kwamen we alweer aan in het plaatsje Semporna, aan de oostkust van Sabah, niet ontzettend ver verwijderd van het Indonesische Kalimantan (net zoals Sabah niet heel ver van het zuiden van de Filipijnen vandaan ligt). Semporna is zelf maar een klein plaatsje en heeft geen bezienswaardigheden. Toch komen hier jaarlijks vele duizenden toeristen op af voor twee kleine eilandjes vlak buiten de kust. Het ene heet Pulau Sipadan, waar sinds een paar jaar geen mensen meer op mogen verblijven. Het andere heet Pulau Mabul, waar de resorts nog wel aanwezig zijn en de tropische stranden nu nog mooi schijnen te zijn. Toch draait het niet zozeer om de eilanden, maar om de wateren daaromheen, welke sinds enige tijd een beschermd gebied zijn. Zowel Sipadan als Mabul bieden één van de beste duiklocaties ter wereld aan en staan in zo’n beetje elke top 10. Daarnaast heb ik in de afgelopen weken van verschillende personen niets anders dan ontzettend positieve verhalen gehoord. Sipadan laat slechts 120 duikers per dag toe, waardoor je -voornamelijk in het hoogseizoen- ver van tevoren een boeking zal moeten maken. Hier was ik van op de hoogte, dus had ik dat al gedaan, evenals accommodatie. Ik checkte in bij mijn hostel, op een nogal afgelegen plek van het centrum, maar wel dichtbij de haven met alle bootjes. Tevens bevestigde ik m’n trip naar Sipadan voor morgen. De duikvereniging hier zag er nogal eenvoudig uit, dus besloot ik voor overmorgen bij een andere vereniging een duiktrip te boeken naar Mabul. Een andere reden was dat ik dan waarschijnlijk mee zou gaan met Andrew, een Australiër die ik de afgelopen had ontmoet.

Met de Australiër Andrew die ik de afgelopen dagen had ontmoet, nam ik een late lunch bij een van de restaurantjes hier. Vis, inktvis, kreeft en garnalen schijnen hier nogal populair te zijn; op zich niet zo gek als je aan zee zit. We keken uit over het water, waar houten gebouwtjes op houten palen waren gebouwd. Enkele hiervan waren door middel van een pier verbonden met het vasteland, maar andere bevonden zich midden op zee. Blijkbaar zijn dit hutjes voor vissers. We keken ook enige tijd rond op de markt, waar vanzelfsprekend heel veel vis verkocht werd. Door de paar straatjes van het stadje liepen opvallend veel lokale bewoners, met daaronder veel kinderen die rondliepen met een kruiwagen. Wat ze ermee wilden doen, wist ik niet, want slechts een paar kruiwagens waren gevuld met goederen. In de namiddag heb ik in het hostel zitten relaxen, want daar was ik wel weer even aan toe na enkele drukke dagen en met twee lange dagen in het vooruitzicht.

In de avond had ik opnieuw met Andrew afgesproken om te gaan eten bij het café van een populaire duikvereniging hier (waar ik de trip naar Mabul had geboekt). Hier kwamen we nog twee Deense meiden van de Kinabatangan-tour tegen, evenals twee Nederlanders van die tour en de Zweedse Marcus die ik vanaf KK al ken. We bleven nog enige tijd met elkaar kletsen en lachten om al het verkeer dat voorbij kwam rijden in het niet al te brede straatje. Keer op keer kwamen weer dezelfde auto’s voorbij rijden, alsof ze rondjes aan het rijden waren door de stad. De reden waarom ze opvielen was dat ze zich gedroegen als auto’s uit ‘da hood’ in Amerika. Velen van hen hadden neonverlichting aan de voorkant of bij de wielen, sommigen van hen hadden opvallende stickers en de meesten draaiden ook nog eens harde muziek. Het was de jongere generatie die hier rondreed en dit schijnbaar leuk vond als avondvulling. Het was in ieder geval erg apart om te zien, net als de groepjes jongere kinderen die op hun fietsjes rondtoerden. Ergens in de avond ben ik teruggekeerd naar het hostel, aangezien ik er morgen vroeg uit zal moeten voor m’n duiktrip. M’n verwachtingen zijn erg hooggespannen!

Tip van de dag: doe je oren dicht bij het horen van een kerstliedje (Boney M), anders zit je er ‘s avonds nog steeds mee in je hoofd.

Opvallend feitje: gidsen in de jungle hebben een ontzettend goed oog in het spotten van dieren.

Dag 139: Duizenden vissen
Vrijdag 27 juli 2012

Vandaag was een dag waar ik lange tijd naar had uitgekeken. Alhoewel de dag niet op alle fronten even geslaagd was als ik had gehoopt, stelde hetgeen dat het belangrijkste was zeker niet teleur. Sterker nog, de drie duiken die ik vandaag heb gemaakt, waren erg bijzonder en wisten de hoge verwachtingen grotendeels waar te maken. Maar ver voordat ik kon reflecteren op m’n dag, moest ik eerst vroeg opstaan, aangezien ik om 7 uur moest ontbijten en m’n duikuitrusting moest uitzoeken. En daarbij merkte ik meteen al dat de duikvereniging waar ik (ver van tevoren vanwege de zeer beperkte beschikbaarheid voor Pulau Sipadan) had geboekt de slechtste was waar ik tot nu toe met al m’n duiken was geweest. Nu kan het er ongetwijfeld veel slechter aan toe gaan, maar toch was het verschil in kwaliteit met voorgaande verenigingen duidelijk te merken. De lokale duikmeester leek wel heel erg gemakkelijk met alles en de uitrusting die hij mij gaf zou wel ok zijn. Spullen passen en nakijken zou niet nodig zijn. Toch deed ik dit wel en ik was blij dat alles in ieder geval in orde was. Het blaadje met contactinformatie (voor noodgevallen) dat ik gisteravond had ik ingevuld, waren ze nu alweer kwijt en ze vonden het niet nodig dat ik een nieuwe invulde. Toch leek me dit best wel verstandig. Er gingen nog drie Chinezen met me mee, die helaas nog maar weinig duiken hadden gemaakt en daardoor wat minder ervaring hadden. Voornamelijk bij de eerste twee duiken had dit enige beperkingen qua diepte en de tijd die we onder water konden doorbrengen. De Chinezen waren op zich ok, alhoewel ze zich op sommige momenten ook wel enigszins kinderachtig gedroegen. Met een auto reden we naar de haven, waar een boot op ons lag te wachten. Samen met nog een meute andere mensen gingen we aan boord. Ik had in eerste instantie geen idee waarom deze mensen er waren, maar later bleek dat ze een trip hadden geboekt naar Pulau Mabul, aangezien we hen daar afzetten. Wij voeren verder naar Pulau Sipadan, volgens duikers één van de mooiste duikplekken op aarde.

Na uiteindelijk zo’n anderhalf uur -inclusief wachttijd aangezien er soms enige motorprobleempjes waren- bereikten we dit tropische eiland, dat samen met de omliggende eiland sinds enkele jaren onderdeel is van een nationaal park. In tegenstelling tot het verleden is het niet meer mogelijk om te verblijven op Sipadan, maar wel dient het als uitvalsbasis voor bezoekjes aan één van de dozijn duikplekken in de wateren rond dit mooie tropische eiland. Op het eiland registreerden we onszelf, waarna we niet veel later terug de boot opgingen om aan onze eerste duik te beginnen, met een totaal van drie. Tussen de duiken door keerden we telkens terug naar het eiland om uit te rusten, een slokje te drinken en een hapje te eten. Dit relatief eenvoudige eten (een snack, rijst, vis en vlees) was door de duikmeester meegenomen en wat je niet op wilde eten, kon je voeren aan de varaan die rond het gebouwtje hing. Niet dat dit de bedoeling was, maar uiteraard konden de Chinezen dit niet weerstaan.

De duiken zal ik hier allemaal achter elkaar beschrijven, aangezien de meesten veel van elkaar weghadden. Stuk voor stuk waren het prachtige duiken, met een ongekend goed zicht van zo’n 30 meter. Met een watertemperatuur van 30 graden konden we daar ook niet over klagen. Het weer zat vervolgens aardig mee, wat de omstandigheden uiteraard ten goede kwam. We bezochten de duiklocaties Coral Garden, Barracuda Point en Drop Off. De namen van deze locaties waren niet voor niets zo gekozen. Ondanks dat er overal prachtig en levendig koraal te vinden was, had Coral Garden net wat meer. Koraal was overal te vinden, in de vorm van een tafel (tafelkoraal), of een muur (muurkoraal). Ook andere kleinere stukken koraal, in verschillende kleuren, groeide verspreid over de bodem van de oceaan, vaak op of rond rotsen. Drop Off maakte zijn naam waar vanwege een verticale muur die zeer diep naar beneden liep. Langs de wand konden we ons zijwaarts verplaatsen, zonder helemaal naar de bodem te gaan. Ondertussen konden we genieten van het koraal dat hierop groeide. Maar het was dus niet alleen maar het koraal dat zo kleurrijk in overvloed aanwezig was. Overal zwom ook een reusachtige hoeveelheid vissen rond, de een nog mooier dan de andere. Het noemen van alle soorten (zoals snappers, fuseliers, trompetvissen, papegaaivissen en vlindervissen) zou een wel heel erg lange opsomming worden, dus dat doe ik niet. Een paar unieke soorten die we zagen waren enkele grote Napoleon-lipvissen, een grote adelaarsrog (weliswaar van veraf) en de witpuntrifhaai. Deze grijze haaien van pakweg een meter dankten hun naam aan hun vin, waarvan het kleine puntje wit is. We hebben er aardig wat gezien, maar ze waren net zoals bijna alle andere haaisoorten ongevaarlijk. Iets dat ook erg mooi was om te zien, waren de paar groene schildpadden. Ondanks dat we er niet zoveel zagen als ik had gehoopt (soms zag men er twintig in één duik, terwijl wij er in totaal maar drie hebben gezien), bleef het beeldschoon om deze grote beesten door het water te zien zwemmen. Het leek alsof ze vlogen. Het meest indrukwekkende zagen we echter bij Barracuda Point, toch wel de meest geliefde duiklocatie hier. Sipadan staat over het algemeen bekend om de rijke aanwezigheid van vissen, maar bij deze locatie troffen we tweemaal een gigantische school vissen aan, de ene keer met jacks en de andere keer met barracuda’s. In beide scholen zwommen duizenden vissen. Allemaal bleven ze relatief dichtbij elkaar en bewogen ze zich voort als één grote groep, soms enigszins in een spiraalvorm. Op een zeker moment bevonden we ons tussen zo’n school, waarbij de vissen overal om ons heen zwommen. Het zonlicht dat van boven door het water scheen, werd nagenoeg geblokkeerd. Het was een prachtig schouwspel.

De drie duiken waren dus ontzettend geslaagd, ondanks dat de duikmeester dat niet was. Onder water deed hij redelijk goed z’n ding, maar boven water leek enige uitleg over veiligheid en de duiklocatie, alsmede een terugblik achteraf niet nodig. In de namiddag keerden we met de boot weer terug naar het vasteland, waar ik het zoute water van me kon afspoelen en kon uitrusten. Bij m’n trip zat ook nog een BBQ-diner inbegrepen, welke aan zou sluiten op een riviercruise die eerder op de dag al voor andere toeristen was begonnen, waarbij er in de jungle vlak buiten Semporna op zoek werd gegaan naar neusapen. De drie Chinezen gingen niet mee, dus werd ik in m’n eentje naar een restaurant aan een rivier gebracht. Terwijl ik hier wachtte op de boot met andere toeristen, kreeg ik een kopje thee en een zoete snack die tijdens ramadan wordt gegeten. Toen het al donker was, meerde de boot aan, waarna er vervolgens slechts één Maleise meid uitstapte. Ze was de enige die de boottocht had gedaan. Niet heel verbazingwekkend, want voor toeristen kom je niet naar Semporna voor de apen, maar voor de vissen. Met z’n tweeën kregen we een diner, met voor een ‘seafood BBQ dinner’ verrassend weinig vis. Toch lag het bord behoorlijk vol met ander lekker eten en moesten we ons best doen om het meeste weg te krijgen. Het werd een gezellige avond, waarbij ze veel wist te vertellen over haar werk als marine-bioloog en veel kennis had over het leven onderwater. Daarnaast was ze ook werkzaam bij een centrum voor schildpadden, waar de eieren die op het strand worden gelegd, in een veilige omgeving bewaard worden gehouden. Eenmaal uitgekomen worden de jonge schildpadjes vervolgens naar de zee gebracht. Ook wist ze het een en ander te vertellen over de ontbossing hier in Borneo, dat de laatste jaren stukken minder radicaal schijnt te zijn nu de overheid dit reguleert. Na ons diner werden we naar een busje gebracht -ondertussen zagen we enkele vuurvliegjes-, waarna we werden teruggereden naar het hostel. Hier rustte ik opnieuw uit van deze lange, maar bijzondere dag en keek ik uit naar nog eens drie duiken morgen!

Tip van de dag: ga altijd langs bij duikverenigingen voordat je een duiktrip boekt, en boek niet zomaar van tevoren via internet. Nu is dat, bijvoorbeeld in het geval van Sipadan waar je lange tijd van tevoren moet reserveren, niet altijd mogelijk, maar check en vergelijk dan alsnog vele verenigingen online. Anders zou je weleens bij Borneo Global Sipadan Dive Centre kunnen belanden.

Opvallend feitje: in de wateren rond Semporna zijn veel houten huisjes op palen gebouwd, soms ook behoorlijk afgelegen tussen de verschillende eilanden in.

Dag 140: Macro
Zaterdag 28 juli 2012

Deze nieuwe dag stond eveneens in het teken van duiken. Naast Pulau Sipadan ligt het eiland Pulau Mabul. Ondanks dat het eerste iets bekender is, doet Mabul ook niet onder bij de duikers. Toch zijn beide locaties totaal verschillend. Waar het bij Sipadan draait om de ‘grote dingen’, staan alle ‘kleine dingen’ bij Mabul centraal. De term ‘muck diving’ schijnt hier geboren te zijn, waarbij allerlei kleine visjes en slakjes tussen het zand of het koraal te vinden zijn. Alhoewel dit dus ideaal schijnt te zijn voor macrofotografie, nam ik geen camera mee, aangezien ik deze niet had en het huren ervan erg duur was. In plaats daarvan besloot ik gewoon te genieten van de drie duiken die ik zou gaan maken. In de vroege morgen verliet ik m’n hostel (en het duikcentrum van gisteren) en liep ik naar ScubaJunkie, de grootste en populairste duikvereniging van Semporna. Ik werd vriendelijk ontvangen door het westerse personeel en kon m’n duikuitrusting uitzoeken, waarna ik samen met aardig wat andere duikers kon wachten op ons vertrek. Verspreid over verschillende boten gingen we op weg naar de eilanden. In tegenstelling tot gisteren was het weer minder mooi. Alhoewel het geen moment heeft geregend, wisten we het vandaag niet droog te houden. En dat kwam niet alleen maar omdat we zouden duiken in (nat) water. Er was aardig wat bewolking en tevens veel wind, wat veel golven in het water veroorzaakte. De boottocht van een uur verliep daarom verre van rustig.
Toen we aankwamen bij Mabul waren we allemaal dus al drijfnat vanwege het opspattende water, waarbij we soms behoorlijke ladingen over ons heen hadden gekregen. Op Mabul legden we uit bij het grote resort van de vereniging, dat bestond uit vele mooie bungalows. In tegenstelling tot Sipadan is er wel (veel) accommodatie te vinden op Mabul. Tussen de mooie resorts waren echter ook vele houten krotjes van lokale bewoners. Aan de ene kant van de pier zag ik daarom dan ook toeristen zonnebaden en zwemmen, terwijl aan de andere kant lokale mensen de was deden of in bad gingen.

Ik maakte kennis met een enthousiaste duikmeester en twee minstens zo enthousiaste andere ervaren duikers, met wie ik mijn drie duiken zou gaan maken. Ondanks dat het een drukke bedoeling was bij de vereniging, verliep alles vlekkeloos en namen we even later plaats op de duikboot, samen met enkele andere duikteams. De eerste duik die we maakten was bij een locatie die Paradise werd genoemd; dat beloofde wat. Onder water merkte ik direct al een enorm contrast met Sipadan. Het zicht was vele malen minder dan gisteren; in plaats van 30 meter konden we niet veel verder kijken dan een meter of 10. Koraal en vissen waren zeker wel aanwezig, maar in kleinere schaal dan bij Sipadan. Een groot deel van de bodem was daarnaast bedekt met zand. Toch waren de dingen die we wel zagen, mooi om te zien. Het ging hier inderdaad om de kleine dingetjes, zoals de kleurrijke slakjes, de garnaaltjes of de kleine visjes. Toch zagen we ook een karetschildpad en keken we zo nu en dan naar de andere kant -voor zover mogelijk met dit zicht- aangezien er gisteren een walvishaai was gespot, iets dat hier niet vaak voorkomst. Helaas hebben we deze niet gezien. Wat we wel in overvloed zagen -en dit was erg treurig- was afval. Onderweg kwamen we aardig wat plastic zakjes of verpakkingen tegen, die ergens vanaf het vasteland of de eilanden in de zee was gedumpt en hier vanwege stromingen terechtkwam. Wat we tegenkwamen en konden bereiken -soms zat het onhandig tussen het koraal vast-, raapten we op om mee te nemen. Opvallend genoeg kwam ik ook enkele speelkaarten tegen. De tweede duik stelde enigszins teleur. Voor een resort was een kunstmatige duiklocatie gemaakt, Artificial genaamd. Op de vlakke zanderige zeebodem waren allemaal rechthoekige constructies gemaakt van hout en gaas. In de loop der jaren is hier al wel het een en ander op gegroeid, maar er was nog niet heel erg veel moois te zien. Met een verschrikkelijk slecht zicht van 3 tot 5 meter, was het navigeren ook niet echt een pretje. De plek had potentie, maar daar was nu nog niet veel van te zien. Slechts een paar vissen hielden zich tussen de constructies schuil. De derde duik bij Sea Ventures was daarentegen weer erg uniek. In de zee stond een kleurrijk olieplatform, dat in werkelijkheid een resort was. Op de zeebodem onder het platform was ook een heleboel zooi gedumpt, maar dit zag er dermate interessant uit dat het uiteindelijk de leukste duik van de drie was. Zigzaggend tussen allemaal stalen objecten keken we gedurende een uur rond, kijkend naar hoopjes platen en buizen, twee huisjes verbonden met een brug die zo uit een speeltuin leken te komen, en zelfs een toiletpot. Het zicht was hier weer wat beter en meer vissen hadden zich hier verzameld, wat vermakelijk was om naar te kijken. We kwamen een kleine aal tegen, maar ook een aardige hoeveelheid krokodilvissen, die ik nog nooit eerder had gezien. Op een zeker moment werden we ook weer volledig omringd door een reusachtige groep jacks.

Al met al was het een vermakelijke dag met bijzondere duiken. Met een boot ging ik weer terug naar het vasteland. Gelukkig was het zonnetje ondertussen al doorgebroken, waardoor we ditmaal redelijk droog wisten over te komen. Nadat ik had uitgerust, heb ik met Andrew en twee Belgen gedineerd. Op de achtergrond van het restaurant werden de Olympische Spelen uitgezonden, het volgende grote sportevenement dat volledig aan me voorbij gaat. Wellicht dat ik ergens de komende tijd de openingsceremonie van afgelopen nacht nog terugkijk, aangezien ik had gelezen dat deze best indrukwekkend was. Halverwege de avond nam ik afscheid van Andrew; aangezien ik morgen terug zal keren naar Kota Kinabalu en dat mijn eindbestemming zal zijn van Borneo, zal ik hem niet meer tegenkomen. Ik keerde terug naar het hostel voor een nachtje slaap, want het zal morgen een lange en vermoeiende reisdag gaan worden.

Tip van de dag: leg op een boot je spullen op een plek waarvan je zeker weet dat deze droog blijft, of stop alles in een dry bag.

Opvallend feitje: naast rondrijden met gepimpte wagens, vindt de jeugd in Semporna het ook vermakelijk om zo nu en dan rotjes af te steken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *