New York, deel 1
Dag 1: Terug naar de Grote Appel
Zondag 23 december 2012
Het is en blijft belachelijk hoe lang het duurt om even je bagage af te geven op het vliegveld. Het is hoog tijd dat men daar iets op weet te vinden. Bij de douane op Schiphol snappen ze het gelukkig wel, want daar moet je nu jezelf controleren door voor een poortje te gaan staan en je paspoort te scannen. Als alles goed is, zou die dan open moeten gaan. M’n eerste vlucht was om 10.50 uur naar London, waar ik 20 minuten later Engelse tijd aankwam. Ik had een overstap van twee uur, dat ondanks de strenge controle genoeg was. London Heathrow was uiteraard in de kerstsfeer en de Kerstman zat bij een winkel al klaar om kinderen op de schoot te nemen of om te poseren met enthousiaste volwassenen. De tweede vlucht was lang en vermoeiend, maar toch waren de acht uur prima vol te houden. En dat kwam niet alleen maar omdat de stewardessen iedereen wisten te verrassen door rond te lopen met een kerstmuts of een rendiergewei, maar ook door het entertainmentsysteem en de kerstmaaltijd met kalkoen.
Rond 16 uur kwam ik aan op John F Kennedy International in New York, waar ik twee jaar geleden wel van was vertrokken, maar niet was aangekomen. Gelukkig hoefde ik deze keer geen vervelende tassencontrole te ondergaan en kon ik relatief vlot de AirTrain nemen naar een metrostation. De metro was oud –zowel letterlijk als figuurlijk– en vertrouwd, waardoor ik eenvoudig op de plaats van bestemming wist te komen, een motel in de wijk Brooklyn. Ondanks dat het personeel niet echt vriendelijk was, zag de kamer er in orde uit, beschikte het over alle gewenste faciliteiten en stonden er tot m’n verbazing maar liefst twee tv’s, boven elkaar nog wel. In de buurt kon ik snel een hapje eten, om niet veel later te gaan slapen, aangezien de dag vanwege de vijf uur tijdsverschil wel lang genoeg had geduurd.
Dag 2: Een vliegdekschip en de kerstdrukte
Maandag 24 december 2012
Ondanks dat ik al eerder een week in New York had doorgebracht, bleef er nog genoeg te zien en te doen. Het ontbijt in het motel was erg karig, waarbij je een donut of een bagel samen met een kopje thee of koffie staand in de lobby kon nuttigen. Je kunt natuurlijk niet alles hebben. Aangezien de metrolijn naast het motel een directe verbinding naar Manhattan heeft, is dit belangrijkste deel van de stad binnen 20 minuten te bereiken, waarna er over valt te stappen op andere lijnen. Ik keerde aan het begin van de dag eerst terug naar Rockefeller Center. Twee jaar geleden was daar enkele dagen voor Thanksgiving de grote kerstboom al neergezet, maar deze was toen nog niet versierd. Vandaag stond de boom er echter wel prachtig versierd bij, terwijl vele mensen op de schaatsbaan ernaast rondjes aan het schaatsen waren. In de Lego Store, die ik me nog goed kon herinneren, was het ontzettend druk. Iets rustiger was het in de Nintendo World Store, een winkel die ik de vorige keer pas vond op de laatste dag en op dat moment gesloten bleek te zijn. Nu kon ik echter wel alle merchandise van dit bekende bedrijf bekijken en de nieuwe Wii U eindelijk eens uitproberen, iets dat goed beviel. Ik liep vervolgens naar Times Square, waar het erg druk was en de welbekende grote videoschermen nog steeds grootse reclames afspeelden. Tekenfilmfiguren (in zeer slecht nagemaakte pakken) liepen rond om op de foto te gaan en andere bezoekers zwaaiden naar de camera’s om zichzelf op één van de schermen terug te zien. Daarnaast was ‘de bal’ ook aanwezig, welke volgende week omhoog gehesen zal worden en naar beneden zal vallen om het nieuwe jaar in te luiden.
Via dit wereldbekende plein liep ik enkele blokken naar het westen, waar ik uitkwam bij de Hudson-rivier. Hier bevindt zich één van de meest unieke musea van de stad, en eentje waar ik in 2010 geen tijd meer voor heb gehad. In het water lag de enorme USS Intrepid, een grijskleurig vliegdekschip. Dit schip is gebouwd ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en heeft heel veel jaren trouwe dienst verleend aan de Amerikaanse marine. Ondanks zware strijd in o.a. de wateren rond de Filipijnen en enkele kamikaze-aanvallen van Japanse vliegtuigen, leeft het schip nog steeds en is het nu omgebouwd tot het Intrepid Sea, Air and Space Museum. Voordat ik het schip betrad, bezocht ik de ernaast gelegen USS Growler, aangezien deze ook in het ticket was inbegrepen. De Growler is een heuse onderzeeër en was ook opengesteld voor het publiek. Het was een hele unieke ervaring om (van binnen!) van de ene kant naar de andere kant te lopen. De gang was ontzettend smal en extreem kleine (slaap)vertrekken en andere kamertjes volgden elkaar op. Zo nu en dan moest je door een ovalen deur stappen; je moet echt niet claustrofobisch zijn om hier naar binnen te gaan! Overal hingen metertjes en telefoons en er stonden allerlei apparaten en machines voor communicatie-, navigatie- en aanvalsdoeleinden. Ook was de ruimte te zien waarvandaan torpedo’s werden afgeschoten. Het was een erg uniek bezoekje! Het veel grotere vliegdekschip was echter ook erg de moeite waard. De drie grote hangars waren omgebouwd tot exhibitiezalen en verschaften de bezoekers rijke informatie over het reilen en zeilen op een vliegdekschip. Uiteraard kwam ook de hele geschiedenis van de Intrepid voorbij. Kleine vliegtuigjes stonden in de hangars, samen met vliegsimulatoren, een ruimtecapsule, communicatiemiddelen en meer. In de hangar werd tevens op meerdere schermen een film vertoond over diverse aanvallen van en op het schip, inclusief licht- en geluidseffecten. In een speciale ruimte werd daarentegen een normale documentaire vertoond. Op het schip kon je daarnaast slaapvertrekken bekijken, enkele werkkamers en de ruimte met de enorme ketting van het anker. En uiteraard kon je ook bovenop het schip gaan staan, op het vliegdek. Hierop waren zo’n twee dozijn verschillende gevechtsvliegtuigen te zien, welke allemaal heel anders waren qua vorm, kleur en beschildering. Zo had eentje zelfs ogen en puntige tanden. Het was tevens fascinerend om te leren hoe deze vliegtuigen ooit van het schip konden opstijgen en hoe ze vervolgens weer konden landen. Wat vele mensen waarschijnlijk niet weten, is dat men gebruik maakt van een katapultsysteem om een opstijgend vliegtuig in slechts twee seconden een enorme vaart te geven zodat deze de korte landingsbaan snel en veilig kan verlaten. Hetzelfde systeem wordt gebruikt bij de landing, alhoewel het vliegtuig hier dan weer een haak aan de onderkant heeft hangen die probeert één van de gespannen touwen te grijpen en zo snel tot stilstand kan komen. Op het dek was de navigatietoren ook te bezoeken, maar was het gedeelte met een heuse spaceshuttle helaas ontoegankelijk als gevolg van schade door de orkaan Sandy vorige maand.
Na m’n lange, maar bijzondere bezoek verliet ik het ‘museum’ en keerde ik terug naar Times Square. Onderweg liep ik door een straat vol met taxigarages, rokende putten en theaters met bekende en onbekende Broadway-producties. Op Times Square was het nog drukker dan in de ochtend en het was een enorme taak om een winkel in te kunnen lopen. Het was duidelijk dat vele mensen nog bezig waren met de laatste kerstinkopen. In het enorme Toys’R’Us was het afgeladen en bij enkele andere zaken stonden er zelfs rijen buiten. In een Microsoft-winkel kon ik eindelijk eens de nieuwe Surface-tablets uitproberen. Ook op het bekende 5th Avenue, de winkelstraat, was de kerstdrukte overduidelijk. Ik nam een kijkje in de grote St. Patricks Cathedral, welke aan de buitenkant helemaal in de steigers stond, maar van binnen wel te bewonderen was. Ik weet niet meer waarom ik deze twee jaar geleden heb overgeslagen –ik vermoed vanwege restauratiewerkzaamheden–, maar ik was blij er nu wel in te kunnen, want van binnen zag deze er prachtig (gerestaureerd) uit. Aan de zijkanten waren allemaal nisjes te vinden met christelijke beelden en kaarsjes, terwijl daarboven allemaal mooie glas-en-loodramen hingen. Kerstkransen hingen er ook en het leek alsof het personeel bezig was met de voorbereidingen van een naderende kerstviering. Ik vervolgde 5th Avenue richting Central Park en betrad FAO Schwarz, een ietwat klassiekere speelgoedzaak, maar waar het desondanks ook afgeladen was. Voor hetgene waar de winkel voornamelijk om bekend staat, stond ook een lange rij van kinderen. Er lag hier namelijk een heuse grote piano op de vloer, waarop je kon gaan staan en zodoende klanken kon produceren. Meerdere kinderen mochten tegelijkertijd op de toetsen gaan staan, welke oplichtten en geluid maakten als ze erop stapten, net zoals Tom Hanks dat in 1988 deed in de film Big. Naast deze winkel bevond zich de Apple Store. Buiten op een plein stond een glazen kubus met het grote Apple-logo, met daaronder een wenteltrap naar de winkel onder het plein. Voor de deur stond een rij om naar binnen te mogen, want ook hier was het druk. Ik was er vorige keer niet in geweest, dus wilde dat nu wel en nam plaats in de rij. Gelukkig verliep het redelijk vlot en kon ik even later ook de nieuwste iPads, iPods en MacBooks uitproberen.
De schemering was al begonnen en ik was moe van deze lange dag; m’n voeten hadden echt wat rust nodig. Met de metro keerde ik terug naar Brooklyn om bij een zaakje een avondmaal te halen. Ik rustte uit in de motelkamer. Na deze kerstavond zullen er namelijk nog genoeg dagen volgen om meer nieuwe plekken te ontdekken en oude plekken opnieuw te bezoeken.
Dag 3: Vallend water
Dinsdag 25 december 2012
Op deze Eerste Kerstdag heb ik zelf maar weinig van de kerst meegemaakt, maar toch heb ik een middagje kunnen vullen met een bezoek aan een locatie die de laatste twee jaar aan hevige verandering ondergaan is. Tijdens m’n metrorit naar Manhattan viel het me op dat er steeds weer iemand de wagon instapt om een verhaal te houden hoe zielig hij of zij was om vervolgens om geld te bedelen. Ik had het gisteren al gezien en ook vandaag weer. Met de metro ging ik naar de St. Paul’s Chapel, maar niet om deze kerk te bezoeken. Naast de kerk bevond zich namelijk een gebouwtje waar men toegangsbewijzen uitdeelde voor het 9/11 Memorial. Twee jaar geleden was Ground Zero nog een grote bouwput, maar vandaag de dag is er al aardig wat vooruitgang geboekt. Van het nieuwe 1 World Trade Center herinner ik me nog een lage fundering, maar nu was zo’n beetje het hele glanzend blauwe gebouw voltooid. De bovenkant was echter nog niet af, net als een stuk aan de onderkant, en ook van binnen zal er ongetwijfeld nog veel moeten gebeuren, maar de nieuwe skyline van de stad staat al vast. Ook enkele andere nieuwe WTC-gebouwen hieromheen waren volop in aanbouw. Het gedeelte dat nu al wel een jaartje open is, is het 9/11 Memorial, een groot monument te midden van de nieuwe gebouwen. Omdat er nog bouwwerkzaamheden plaatsvonden, kon je hier niet zomaar naartoe, maar moest je dus een ticket hebben waarop een tijdstip vermeld stond om naar binnen te komen. Dit bekende voor mij dat ik nog twee uur moest wachten. In het begin stond ik tussen het publiek van twee straat-entertainers die hun springkunsten lieten zien, waarbij ze onder andere over een viertal uit het publiek getrokken personen sprongen. Heel veel andere dingen waren er in de buurt niet te doen voor mij, dus liep ik een rondje langs enkele bekende plekken. Ook bij de New York Stock Exchange langs Wall Street stond een mooie grote kerstboom. Bowling Green was nog net zo klein als anders, terwijl Battery Park, helemaal in het zuiden van Manhattan, grotendeels afgesloten was vanwege verbouwing. Bij het water zag ik glinsterende zonnestralen door de wolken schijnen en zag ik het Vrijheidsbeeld nog vol trots rechtop staan, ondanks dat het eiland vanwege orkaan Sandy op dit moment niet toegankelijk was.
Ondanks dat het een mooie dag was, was het wel koud, waardoor een warm bakje chocolademelk er wel in ging. Toen het eindelijk tijd was, kon ik in de lange rij voor het monument gaan staan. Veel bezoekers waren op deze historische plek afgekomen. Na enige tijd wachten kon je een blok verder lopen, waarna je kaartje werd gecheckt en je een gebouwtje in moest om een volledige screening te ondergaan zoals op een vliegveld. Buiten werd je kaartje nogmaals gecheckt, moest je een stuk om het bouwterrein lopen en werd je kaartje nog een keer bekeken, alvorens je op het plein van het monument uitkwam. Een gebruikelijk monument was het niet. Op het plein waren op de plekken van de Twin Towers twee vierkante diepe fonteinen gebouwd. Langs de vier zijden stroomde water naar beneden in een bak, met daar in het midden een gat waar het water in stroomde. Waar dat naartoe leidde, was vanwege de diepte niet te zien. Achter de watervallen waren lampen geplaatst, wat het geheel een mooi gezicht gaf. Langs de zijden van beide fonteinen waren alle namen van de drieduizend slachtoffers in brons gegraveerd. Hier en daar lag een bloem. Het was een treurig, maar mooi gezicht, dat overigens iets minder impact maakte dan twee jaar geleden, toen alles nog ‘nieuw’ voor me was. Op het plein was ook een museum in aanbouw, wat als deze af is allerlei artefacten zal vertonen en de geschiedenis zal vertellen. Ook stonden er vele bomen op het plein, welke allemaal nog relatief jong waren en vanwege de winter nu allemaal kaal waren. Eén boom was echter anders, aangezien dit de ‘Survivor Tree’ was, een boom die de aanslagen had overleefd en na herplantingen nog steeds door bleef groeien. Al met al was het monument relatief snel te bekijken, maar was het een bezoek zeker waard. Wellicht dat ik in de toekomst nog eens terugkeer en het volledige nieuwe WTC kan aanschouwen. Maar dat is voor later. Eerst was het tijd om deze dag af te ronden om morgen weer iets nieuws te bezoeken.
Dag 4: Rondingen en eigenaardigheden
Woensdag 26 december 2012
New York heeft meerdere gebouwen met een unieke architectuur, maar er is er één die wellicht boven alle anderen uitsteekt. Het gaat hierbij niet om een wolkenkrabber, maar om het Solomon R. Guggenheim Museum. Dit kunstmuseum staat ten oosten van Central Park en heeft van buiten een rond spiraalvormig uiterlijk. Dit bijzondere witte gebouw heb ik twee jaar geleden al mogen aanschouwen, maar slechts van de buitenkant. Deze keer was het tijd om ook eens de binnenkant te bekijken. Met de metro verplaatste ik me helemaal van Brooklyn naar een station in de buurt van het museum, iets dat nog wel even duurde vanwege de omvang van de stad. Bij aankomst stond er een aardige rij buiten het museum; schijnbaar hadden vele mensen het idee om op deze Tweede Kerstdag –hier Boxing Day genoemd– een museumbezoek te houden. Voordat ik in de rij plaatsnam, kocht ik bij een straatstalletje een hot dog, om zodoende mijn wachttijd iets te verzachten en m’n maag te vullen; het was namelijk lunchtijd. Eenmaal binnen kocht ik een kaartje en kon ik de architectuur van binnen ook bewonderen. Het museum liep in spiraalvorm naar boven, waarbij er aan de buitenzijde een muur was met schilderijen. Op elk van de vijf ‘verdiepingen’ (boven de begane grond) was er nog een ‘normale’ ruimte met kunstwerken. De vaste collecties bevinden zich in deze ruimtes, terwijl de tijdelijke collecties in de spiraal te vinden waren. Op dit moment draaide alles om de zwartwitwerken van Pablo Picasso. Met een audiogids om m’n nek begon ik aan m’n tocht naar boven, evenals vele andere bezoekers. Het was bijzonder om te zien hoe Picasso in zijn leven zoveel unieke stijlen heeft toegepast in zijn werken. Saaie schilderijen waren het niet; vaak werden personen (met name vrouwen) uitgebeeld, soms in een normale pose, maar veel vaker in een zeer aparte pose, alhoewel dat misschien alleen maar zo leek omdat de tekenstijl vrij apart was. Realisme werd hierbij zeker niet altijd nagestreefd. De werken waren –niet geheel verrassend– relatief kleurloos, maar dat zorgde er wel voor dat je meer op de vormen ging letten. Een kunstliefhebber ben ik zeker niet, maar toch was dit wel aardig om te zien. Ik vraag me wel af hoe sommige mensen zo ontzettend lang naar een schilderij kunnen blijven kijken, of hoe men zo uitgebreid kan discussiëren over bepaalde lijnen, vlakken, elementen of stijlkeuzes. De overige tentoonstellingen, met onder andere onze eigen van Gogh, waren ook wel aardig. Voor wie zich afvraagt hoe het museum eindigt, hier het antwoord: bovenaan eindigt de spiraal gewoon met een muur, waarna je je kunt omkeren en naar beneden kunt lopen, ofwel via de spiraal, dan wel via een normale trap of de lift. Van boven naar beneden kijken is overigens wel een bijzonder gezicht, alhoewel je geen last moet hebben van duizeligheid of hoogtevrees.
Buiten was het weer volledig omgeslagen. Natte sneeuw kwam in harde buien naar beneden vallen. De straten werden nat en hier en daar enigszins glad. M’n paraplu lag nog in het motel, dus ik moest het doen met m’n capuchon. Ondanks het weer liep ik een behoorlijk eind over 5th Avenue, om vervolgens door enkele andere straten richting Times Square te lopen. Ik kwam langs de Radio City Music Hall, waar het een drukte van jewelste was vanwege een Christmas Spectacular-voorstelling die bijna zou aanvangen. Ook passeerde ik een kunstwerk met allemaal grote rode kerstballen, met op de achtergrond allemaal volledig verlichtte bomen. Op Times Square was het ondanks het weer ontzettend druk en nu het al redelijk donker was, vielen alle reclameschermen nog meer op. Ik liep naar 42nd Street, dat ik me nog goed kon herinneren van twee jaar geleden, omdat ik daar toen naar Marry Poppins, Madame Tussauds en de bioscoop ben geweest. Nu kwam ik er terug om Ripley’s Believe It Or Not aan dit rijtje toe te voegen. Dit museum draait volledig om allerlei eigenaardigheden die Robert Ripley in het verleden over de hele wereld is tegengekomen, evenals vreemde dingen uit het heden. Dit werd uitgebeeld met foto’s, illustraties, artefacten en begeleidende tekst. Over twee verdiepingen waren een hoop unieke dingen te zien, soms een beetje flauw of niet heel bijzonder, maar vaak juist wel erg apart, vreemd of grappig. Wat te denken van de grootste man ooit, evenals de kleinste man ooit? Of een enorm kunstwerk gemaakt van duizenden postzegels? Een verzameling gekrompen hoofden, diverse martelwerktuigen, een kunstwerk van Obama bestaande uit kauwgomballen, een haarlok van Elvis Presley, de langnekmensen uit Myanmar, een geit met twee hoofden, röntgenfoto’s van een man met een mes in het hoofd en een slang met lampenbollen in z’n maag, een albino giraf, Het Laatste Avondmaal gemaakt van vele kluwen spinrag, een stuk van de Berlijnse muur, microscopisch kleine kunst in het oog van een naald, een vrouw met enorme lippen, of een man met een volledig behaard hoofd? Het museum was in ieder geval een geinige afwisseling na al die serieuze kunst uit het Guggenheim. Terwijl ik museum verliet, liet een man voor de deur nog even zien hoe hij een lange spijker helemaal in zijn neus wist te duwen. En terwijl ik op weg ging naar mijn juiste metro, kon ik nog even kijken naar een piano-optreden op het metrostation. Een gevarieerde dag was het op deze manier zeker wel.
Dag 5: Indianen en dansende vrouwen
Donderdag 27 december 2012
Vandaag was een lange en gevarieerde dag, welke aan het eind van de ochtend begon toen ik de metro naar Manhattan instapte. Ik keerde terug naar het bijna meest zuidelijke puntje, waar naast Bowling Green het National Museum of the American Indian lag. Voor wie zich mijn verblijf in Washington twee jaar geleden nog kan herinneren, zal dit wellicht bekend in de oren klinken. Het Smithsonian Institute heeft namelijk zo’n museum in Washington, maar ook in New York, en laatstgenoemde heb ik destijds niet bezocht omdat ik de eerstgenoemde wel had bezocht en ik bang was voor teveel overeenkomsten. Dat bleek uiteindelijk best mee te vallen. In een statig en klassiek gebouw waren op de bovenverdieping drie tentoonstellingen ingericht, alle drie gecentreerd om een grote hal met een groot rond glazen dak en plafondschilderingen. De eerste hal was, verrassend genoeg, gefocust op bekende muziekartiesten die allemaal afstamden van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Eén van deze personen was Jimi Hendrix. Er werd informatie verschaft over de artiesten, er werd muziek gedraaid en enkele persoonlijke instrumenten waren te bekijken. De tweede hal was het belangrijkst en draaide volledig om allerlei lokale stammen die in het verleden over het gehele Amerikaanse continent hebben geleefd. Van deze stammen waren gebruiksvoorwerpen te bekijken, maar ook kledingstukken, kunstwerken en wapens. Het had allemaal iets primitiefs, maar toch zag je wel degelijk de verschillen tussen de stammen. In een derde hal was een hele kleine collectie van moderne kunst te zien. Op de begane grond kon je in een kamertje nog een bizonhuid aanraken, maar verder had het museum niet veel te bieden, waardoor ik relatief snel weer buiten in de kou stond. Gelukkig is het de hele dag wel droog gebleven, waardoor ik m’n paraplu voor niets had meegenomen.
Na een lunch bij een straatstalletje –daarvan staan er overal genoeg, alhoewel het aanbod met hot dogs, kebab, pretzels en nootjes meestal niet heel gevarieerd is– nam ik de metro noordwaarts. Ten oosten van Manhattan, ongeveer ten hoogte van Central Park, ligt Roosevelt Island, een heel smal, maar enigszins uitgestrekt eiland. Ik wilde wel eens een kijkje nemen op dit eiland, en vooral vanwege het transport ernaartoe. Wie de film Spider-Man heeft gezien, kan zich wellicht nog herinneren dat het hier om een kabelbaan gaat, welke langs een brug naar dit eiland loopt. Met je metrokaart kun je eenvoudigweg gebruikmaken van de kabelbaan, waarna er een niet al te lange, maar desondanks bijzondere tocht naar Roosevelt Island volgt. Het laat de skyline van New York namelijk op een unieke wijze zien, welke iets hoger is dan gebruikelijk. Het zonnetje liet de East River en de ramen van wolkenkrabbers schitteren. Op Roosevelt Island zag het er rustig en verlaten uit. Er zijn dan ook voornamelijk woningen te vinden. Het is mogelijk om over het pad langs het water te lopen, om zo vervolgens het hele eiland rond te gaan. Ik liep naar het zuiden, langs één van de twee wegen die van noord naar zuid lopen en kwam langs gebouwen met appartementen. Wolkenkrabbers waren er niet. De gebouwen zagen er vaak oud en vervallen uit en waren daarom niet heel aantrekkelijk. Daarnaast waren er maar weinig mensen te bekennen. Het uitzicht op Manhattan bleef bijzonder, waarbij ik het gebouw van de Verenigde Naties (welke ik twee jaar terug had bezocht) ook eens van de andere kant zag. Nadat ik langs een compleet vervallen gebouw was gelopen, kwam ik uit bij een park in het zuidelijke puntje. Dit letterlijk puntige park had echter niet heel veel meer dan een grasveld, een paar bomen en een beeld. Via de andere kant van het eiland liep ik weer naar het noorden, uitkijkend over enkele fabrieken, waaronder eentje voor cola met een groot rood ouderwets logo. Alhoewel ik nog wel een behoorlijk noordwaarts was gelopen, liet ik de andere punt zitten en liep ik langs een ziekenhuis en een supermarkt –waarschijnlijk de enige hier– naar het metrostation dat hier ook zat.
Ik zette koers naar Times Square, waar ik wel wilde proberen om een kaartje te bemachtigen voor Christmas Spectacular, een jaarlijkse zeer populaire kerstshow in de Radio City Music Hall. Het was dit jaar de 85e keer dat de Rockettes deze show opvoerden. Alhoewel de kaartjes op het internet nogal duur zijn, kun je ze bij speciale TKTS-verkooppunten tegen een gereduceerd tarief krijgen. Dan moet je wel genoegen nemen met een willekeurige zitplaats voor de voorstelling van die dag. Er waren nog kaartjes verkrijgbaar met 50% korting, maar daarvoor moest ik wel in de lange, zeer lange rij gaan staan. Langzaamaan schoof de rij naar voren, stapje voor stapje, waarbij het een uur heeft geduurd voordat ik eindelijk aan de beurt was. Gelukkig had ik twee vriendelijke Amerikaanse mensen achter me om een gezellig praatje mee te maken. Ik had het geluk dat er voor slechts $80 dollar –kaartjes variëren normaalgesproken van ongeveer $100 tot $250– nog een kaartje te verkrijgen was, waardoor ik nu moest wachten tot 20 uur. Om de tijd te doden, bezocht ik daarom het Times Square Visitor Center, waar enkele informatie werd gegeven over het plein, maar ook de kristallen bal was te bewonderen die speciaal voor de millenniumwisseling was gemaakt. Oudejaarsavond op Times Square draait namelijk om de zogenaamde ‘ball drop’. Maandag meer hierover. Daarnaast kon je een wens opschrijven en op een muur plakken, welke op oudejaarsavond als confetti de lucht in zal schieten. Ik verruilde het centrum voor de M&M’s Store, waar het afgeladen stond met mensen die M&M’s in alle kleurtjes uit hoge kokers wilden halen of interesse hadden in soepbordjes, paraplu’s of T-shirts van deze chocolaatjes.
Ik nam een avondmaal en liep naar Bryant Park, waar een kerstmarkt was opgezet. In allemaal kleine winkeltjes waren diverse kerstspulletjes te verkrijgen, maar ook verschillende etenswaren en warme dranken. Kerstversiering ontbrak hier uiteraard ook niet. Kerstmuziek was er ook, en wel bij de grote schaatsbaan die hier was neergezet. Enorm veel mensen waren dik ingepakt en hadden de schaatsen ondergebonden om zich hier op glad ijs te wagen. Mensen die het wel konden, schaatsten rondjes tussen de vele anderen, terwijl een andere groep zich klampachtig voortbewoog langs de rand. Het was een grappig gezicht, ondanks dat dat soms leedvermaak was. Naast Bryant Park stond de National Public Library, een statig gebouw dat gekenmerkt wordt door twee standbeelden van zittende leeuwen bij de hoofdingang. Uiteraard was het gebouw al gesloten. Ik wierp een blik op het Chrysler Building en liep door het grote Grand Central (station) heen, waar vele reizigers klaarstonden om te vertrekken. Via het Metlife-gebouw liep ik naar de Radio City Music Hall.
De hal van dit bekende concertgebouw was sfeervol versierd met kerstlichtjes en posters van de Rockettes, een grote groep van vrouwen die bekend staan om hun bijzondere dansvoorstellingen. Er werden overal drankjes en souvenirs verkocht en het leek erop alsof de voorstelling behoorlijk vol zou zitten. Toen de zaal open ging, kwam ik erachter welke plek ik toegewezen had gekregen. Tot m’n grote verbazing en vreugde zat ik in dit theater helemaal vooraan en zo goed als in het midden. Een betere plek was er niet. Ook de voorstelling was het wachten meer dan waard, want in anderhalf uur werd er een zeer vrolijke en vermakelijke show opgevoerd. De host van de show was niemand minder dan de Kerstman, maar de grote groep Rockettes, zo’n 40 vrouwen, waren de sterren van de show. In verschillende kleurrijke kostuums wisten ze telkens weer een uniek optreden te geven. In een lange rij schopten ze hun benen naar voren, of speelden ze een grote groep speelgoedsoldaatjes. Op een zeker moment waren ze ook allemaal verkleed als de Kerstman. Een ander optreden ging over enkele knuffelberen –het was immers een familievoorstelling– en een andere over een moeder en dochter die op zoek waren naar het ultieme kerstcadeau. Uniek aan de show was het 3d-element. Iedereen had een 3d-bril gekregen welke je twee keer nodig had. Zo was er een geanimeerde rondleiding door New York City en werd er een computerspel gespeeld waarbij alle kerstcadeautjes gered moesten worden. Verder werden videoschermen zeer creatief gebruikt om de achtergrond op te fleuren. Dit kwam vooral tot z’n recht toen er een bus op het podium verscheen, en deze door de stad leek te rijden –eigenlijk draaide hij alleen rond– door de achtergrond te veranderen. Het originele kerstverhaal kwam ook nog even voorbij, samen met levende schapen en kamelen. Al met al was het een erg vermakelijke show met vrolijke kerstmuziek en mooie optredens, waardoor ik een leuke avond had. Een aanrader dus in deze tijd van het jaar!
Dag 6: Grafstenen en Afrikanen
Vrijdag 28 december 2012
Vandaag was een dag waarop ik alleen plannen had voor de avond. Dus moest ik een manier vinden om mezelf bezig te houden. Gelukkig was er nog het een ander dat ik nog niet bezocht had. In de ochtend deed ik rustig aan, waarna ik naar het metrostation liep. De metro stond op dat moment op het perron, dus kon ik meteen instappen. Helaas bleef de metro op het perron staan, aangezien er technische problemen met de trein voor ons zouden zijn. Sommige mensen waren aan het klagen, vaak zuchtend en jammerend tegen zichzelf. Het duurde zeker 20 minuten voordat we in beweging kwamen, maar al snel leek het alsof er aan de noodrem was getrokken. Nu schenen wij opeens problemen te hebben, waardoor we nog een tijd stil hebben gestaan. Ik moest tweemaal overstappen voordat ik eindelijk m’n bestemming in Queens had bereikt, op de kaart eigenlijk helemaal niet zo ver weg. Hier bevond zich namelijk Green-Wood Cemetery, de grootste en bekendste begraafplaats van de stad, waarvan de locatie tijdens de Amerikaanse Revolutie ook een strijdplek was. Zo was er hier dan ook een speciale Battle Hill met belangrijke strijders. De ingang bestond uit een grote poort waarin vogeltjes leefden. Verschillende paden liepen door het groene heuvelachtige terrein. Alle grafstenen waren op z’n minst uniek te noemen, aangezien velen een behoorlijke omvang hadden. Zo waren er vele beelden, maar ook veel tempelachtige gebouwtjes, echt hele grote graftomben. Stenen waren groot en families lagen bij elkaar. Hier en daar stonden kruizen en soms lagen er kerstkransen bij de graven. Het was een vredig gezicht. Richting de achterzijde was een veld met allemaal kleinere en saaiere stenen. Vanwege de hoge locatie kon je enigszins uitkijken over de baai van de stad. Verder was er nog een kerkgebouw. Ik verliet de begraafplaats en keerde terug, wat iets vlotter verliep dan de heenweg. De middag was vanwege de vertraging al aardig om. In tegenstelling tot de bedelaars die elke keer weer de trein instappen, hadden enkelen door hoe het wel moest. Ze liepen rond met dozen snoep, chocolade en chips en verkochten deze tegen een schappelijke prijs. Dit bleek een stuk succesvoller te zijn.
Niet heel veel later stapte ik weer de metro in, om ditmaal af te reizen naar het noorden van Manhattan. Vlak boven Central Park ligt de Afro-Amerikaanse wijk Harlem. Twee jaar geleden heb ik daar het wereldberoemde Apollo Theater van buiten gezien en ditmaal was het tijd om ook de binnenkant eens te bekijken. Behalve Kerst en oud en nieuw wordt er deze week ook Kwanzaa gevierd, een feest van de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Het theater stond vanavond in het teken van Regeneration Night. Het was duidelijk dat het een redelijk lokaal feestje betrof, want veel blanken en toeristen waren hier niet te vinden. Ik nam plaats op het balkon en zag dat het theater niet heel groot was, vooral vergeleken met gisteren. Het duurde lange tijd voordat iedereen z’n plek had gevonden, mede vanwege de vele begroetingen en ontmoetingen die iedereen met elkaar had. Een vrouw naast me vertelde me dat het een vrolijke avond zou worden. Desondanks heeft de avond me niet enorm kunnen boeien, ondanks de variëteit aan optredens. Eén of andere komiek was de host van de avond en af en toe kwam hij het podium op om optredens aan te kondigen of om zelf zijn verhaal te houden, voornamelijk over het lange bestaan van het theater en de rol daarvan in deze samenleving, evenals de ontmoetingen met Michael Jackson en Stevie Wonder hier. Kwanzaa draaide om 7 principes (zoals vreugde en geloof) en iedereen in de zaal wist deze met gemak op te dreunen. Nou ja, bijna iedereen. Er was een optreden waarbij mensen in aparte kostuums langzaam dansten, en een waarbij men in zakenpakken gekleed was en met kranten rondzwaaide. Ook was er een vrouw die een stuk stand-up comedy deed waar ik niets van begreep omdat het over iemand van deze gemeenschap ging. Nog minder connectie had ik met de introductie van en een dankwoord voor een grote belangrijke familie hier, evenals enkele mensen die waren uitgekozen om te vertellen over hun ‘regeneration’. Een optreden aan het eind, na bijna drie uur, combineerde Afrikaanse rituelen met het leven in Harlem. Al met al was het een prima manier om de avond door te komen, alhoewel de befaamde Amateur Night (met stand-up comedy) waarschijnlijk beter in de smaak was gevallen. Maar helaas werd die deze week niet gehouden. En over smaak gesproken: de goodiebag die we aan het eind van de avond kregen was wel heel uniek. Er zat naast een foldertje niets anders in dan een… ui!
Dag 7: Door de sneeuw heen terug naar het verleden
Zaterdag 29 december 2012
De lucht zag er vanochtend grauw uit toen ik de weg overstak om bij de metro te komen. Ik ging weer terug richting m’n locatie van gisteravond, maar dan nog een stuk noordelijker. Gelukkig bevinden zich in Manhattan de zogenaamde ‘express trains’, welke vele stations overslaan en je zodoende relatief snel van zuid naar noord kunnen brengen. Nadat ik de lift had genomen naar de straat –een roltrap of gewone trap was hier niet– zag ik dat het was begonnen met sneeuwen. Al snel werden de bomen, struikjes en veldjes van het hier gelegen Fort Tryon Park bedekt door een dun laagje sneeuw. Ik liep een stukje door het park heen, welke met goed weer een mooi uitzicht zou moeten hebben over de Hudson-rivier en New Jersey. Dat was vandaag niet het geval. Ik kwam uit bij The Cloisters, een mooi statig middeleeuws gebouw dat onderdeel is van het Metropolitan Museum of Art. In het gebouw waren allemaal middeleeuwse kunstwerken te bewonderen. Maar niet alleen deze kunstwerken zagen er prachtig uit, ook het gebouw zag er van binnen bijzonder uit. Heel klassiek, statig en middeleeuws. Het meeste dat te zien was, waren christelijke beelden (zoals Pièta), wandkleden (waaronder enkele over een witte eenhoorn), attributen en zuilen, allemaal afkomstig uit Europa; ook enkele Nederlandse schatten waren aanwezig. Soms waren deze goud, dan weer van hout, soms van ivoor, dan weer van steen. Behalve de vertrekken met de kunstwerken waren er ook de vierkante binnenplaatsen (de zogenaamde ‘cloisters’), welke omringd waren door allemaal zuilen. Plantjes en bloemetjes waren nu niet te zien, wel een laag sneeuw.
Na m’n bezoek keerde ik door een aardige sneeuwbui weer terug naar het metrostation, waar ik de metro nam naar 125th Street, in de buurt van het Apollo Theater. De vallende sneeuw had plaatsgemaakt voor regen en de straten begonnen langzaam een bende van blubber te worden. Ik liep naar het Riverside Park, waar zich Grant’s Tomb bevond, een hoog koepelvormig gebouw met daarin de graftombe van oud-president Ulysses S. Grant. In de grote ronde hal waren enkele schilderingen van de man te zien en in de kelder stonden twee enorme donkerbruine kisten opgebaard: één van hem en de andere van z’n vrouw. Eromheen stonden enkele kransen, evenals enkele bronzen hoofden van andere, voor mij onbekende, personen. Weer buiten stak ik de straat over naar de grote Riverside Church, met binnenin een mooi altaar en kleurrijke glas-in-loodramen. Een klein stukje verderop bevond zich de Columbia University, verspreid over meerdere blokken. Vanwege de kerstvakantie was de universiteit gesloten, maar ik kon desondanks het terrein oplopen en het klassiek Romeinse hoofdgebouw bekijken, evenals de bibliotheek met daarvoor een standbeeld van de godin Athena (‘Alma Mater’). Net als de graftombe en de kerk was dit ook geen lang bezoek, maar toch wel de moeite waard om te zien. Wat ook zeker de moeite waard was, was de Cathedral Church of Saint John the Divine, welke zich vlakbij bevond. Dit is de op twee-na-grootste kathedraal ter wereld en van binnen zag deze er inderdaad erg ruim uit. Je kon helemaal naar achteren lopen, terwijl je ondertussen langs allerlei nisjes, kapelletjes, glas-in-loodramen, beelden en kerstbomen liep. Hier en daar was men met restauratiewerkzaamheden bezig, aangezien de kathedraal jaren geleden flink is beschadigd vanwege een brand.
Buiten was het nog steeds regenachtig. De middag was al zo goed als om aangezien ik toch aardig wat gedaan had. Vanwege de regen liet ik een bezoekje aan een andere nog niet aangedane plek schieten en keerde ik terug. Het was m’n laatste dag waarop ik bezienswaardigheden van New York heb bezocht, aangezien ik morgen een dagje naar Philadelphia wil gaan en het overmorgen oudejaarsdag is en dan van sightseeën toch niets komt. Het is verrassend hoeveel nieuwe plekken je kunt aandoen als je al eens eerder een weekje in New York bent geweest. Alhoewel ik in het begin enigszins dacht dat deze week weleens te lang zou kunnen zijn, bleek dat eigenlijk best mee te vallen. En nu heb ik dan toch echt wel zo’n beetje elke belangrijke plek in de stad bezocht. Ja, er zijn er nog wel een paar, maar deze weten me niet heel erg te boeien. Mocht je New York dus eens grondig willen zien, trek er dan gerust zo’n twee weken voor uit. Maar dat is het allemaal dubbel en dwars waard!