Khao Lak
Zondag 7 maart 2010
Dag 155: Naar de Andaman Coast
Het was vandaag weer tijd om verder te reizen, en wel naar de westelijke Andaman Coast. Haast had ik niet, dus kon ik vanochtend opstaan wanneer ik wilde en rustig ontbijten. De gastvrouw van het bungalowpark was zo vriendelijk om me vervolgens met haar autootje naar de hoofdweg te rijden, waar ik een kleine 20 minuten heb zitten wachten op de lokale bus. De bestemming van deze bus was Phuket, maar na een rit van zo’n 2 uur ben ik 100 km voor dit eiland uitgestapt in het kustplaatsje Khao Lak. Dit dorpje bestaat voornamelijk uit de doorgaande weg, waarlangs vele guesthouses, restaurants, winkeltjes en touroperators gevestigd zijn. Hier vond ik een redelijk betaalbare bungalow waar ik wel twee nachten kan vertoeven. Khao Lak ligt aan de Andaman Coast, welke op Tweede Kerstdag 2004 rampzalig getroffen is door een verwoestende tsunami. Enorm veel daarvan is na iets meer dan 5 jaar niet meer te merken. Nou ja, de overlevenden zullen het natuurlijk nooit vergeten, maar aan de staat van de gebouwen is het niet echt te zien (alhoewel ik natuurlijk niet weet hoe het dorpje er daarvoor uitzag). Veel is namelijk alweer herbouwd. Langs de weg staan wel enkele borden met informatie wat te doen en waar naartoe te gaan in het geval dat er opnieuw een tsunami volgt. Er is zelfs een museum, maar deze zal ik overmorgen bekijken. M’n prioriteit vandaag was om mezelf te melden bij het Sea Dragon Dive Center, waar ik overmorgenavond een vierdaagse duiktrip zal maken naar de Surin en Similan eilanden, hier ten westen van. Na enige uitleg over de boot en de trip bij dit populaire duikcentrum kon ik m’n uitrusting uitzoeken. Ik heb er zin in en kan niet wachten tot het overmorgen is! Vervolgens heb ik een stuk langs de hoofdweg gelopen, op zoek naar een activiteit voor morgen. Bovenal werden er vele snorkel- en duiktrips aangeboden naar de eilanden, net als trekkings door Khao Sok. Na een tijdje vond ik een mooie aanbieding voor een leuke dagtrip. Alhoewel ik nog niet verklap wat het is, heeft het in ieder geval iets met 007 te maken. In de late namiddag ben ik het strand op gelopen, waar ik mooie foto’s heb kunnen maken van de ondergaande zon. De rotsen in het water maakten dit, samen met een vuurtoren, net iets specialer. Tenslotte heb ik bij een restaurant lekker gegeten. In de avond heb ik niets bijzonders meer gedaan en ben ik op tijd gaan slapen voor m’n trip morgen.
Maandag 8 maart 2010
Dag 156: The name is Bond, James Bond
Nadat ik vanochtend tegen 7.30 uur was opgestaan en had ontbeten, begon ik te wachten op m’n pickup. Om 8.30 uur verscheen een minivan met de vrolijke gids Toto en enkele andere toeristen, waaronder enkele Fransen, Duitsers en een Nederlandse studente uit Bangkok (alhoewel we er pas na een tijd achter kwamen dat we allebei Nederlands waren). In een uur tijd reden we vervolgens naar de baai van Phang-Nga, welke hier ten zuidwesten ligt (tussen Phuket en Krabi, maar iets noordelijker). In deze baai bevond zich het Ao Phang-Nga Marine National Park. Net als Ang Thong ligt het in deze wateren ook vol met allerlei eilandjes bestaande uit karst en groen. Bij de haven stapten we met z’n elven op een longtailboot, waarmee we een uurtje over de zee hebben gevaren. Onderweg konden we genieten van het prachtige uitzicht, voor zover de zon niet in onze ogen scheen dan. Anders dit keer was dat we ook naar mangrovebossen konden kijken, waarvan de takken aan de onderkant er erg bijzonder uitzagen, omdat ze naar beneden -dus in het water- groeiden. Met de boot zijn we uiteindelijk onder een rots doorgevaren (wat in het regenseizoen niet mogelijk is), waardoor we uitkwamen in een open ruimte omgeven door mooie rotsen begroeid met bomen. Hierna zijn we naar een eilandje gevaren met een klein verlaten strandje, zodat we even de tijd kregen om lekker te relaxen. Het volgende punt op het programma was hetgene waarmee deze hele tour gepromoot werd: James Bond Island. In 1976 is een bepaald eiland hier gebruikt voor de Bond-film The Man with the Golden Gun, met Roger Moore. Toto had de film niet gezien, maar ik meen me te herinneren dat een of andere bad guy een geheime basis in de rots van het eiland had. Eigenlijk bestond het geheel uit twee eilanden. We meerden aan bij een strandje, waar we terecht kwamen tussen een behoorlijke meute andere toeristen en de onvermijdelijke toeristenkraampjes. Hierachter bevond zich een baai met wel een heel unieke rots (welke dus bekend staat in de film). Midden in het water stond namelijk een smalle, maar hoge cylindervormige rots, waarbij de onderkant opmerkelijk smaller was dan de rest. De vertaling van de werkelijke naam van de rots is daarom ook Spijker Eiland. Deze rots betreden/beklimmen was uiteraard niet mogelijk, dus een zoektocht naar de geheime ruimte was zinloos. Het was in ieder geval wel een indrukwekkend gezicht. Nadat we hier een tijdje hadden rondgekeken, zijn we een stuk verder gevaren naar een grote boot. Vanaf hier werden we in tweetallen in een opblaasbare zeekajak gezet, welke voorzien was van een lokale peddelaar. ‘Het was voor ons immers wel vakantie, dus we hoefden ons niet in te spannen’, aldus Toto. Hierna volgde, geheel in Disneyland-stijl, een boottocht van zo’n drie kwartier. In een lange slinger van kajaks (er waren veel andere toeristen, waarvan vele van Chinese afkomst) werden we op de automatische piloot langs en onder erg mooie rotsen geleid. Grote stalactieten hingen onder de rotsen en schelpen zaten vastgekoekt aan de onderkant van de wanden. Ook bezochten we enkele ‘verborgen’ inhammetjes en vaarden we zeer dicht langs een mangrovebos. Na deze erg vermakelijke en ontspannen attractie werden we naar Ko Panyi gebracht, een islamitisch vissersdorp met drijvende huisjes. Heel veel huisjes kregen we echter niet te zien, wel de enorme restaurants aan de zijkant van het dorp. Hier konden we smullen van een erg uitgebreide en lekkere lunch met voornamelijk visgerechten. Toto vertelde hier ook nog het een en ander over de tsunami, waarbij hij al z’n hebben en houden was kwijtgeraakt, maar hij en zijn familie gelukkig ongedeerd waren gebleven. Een vriend van hem had het echter stukken slechter getroffen, aangezien deze veel familieleden had verloren. Uiteraard hoopt niemand dat een ramp als deze wordt herhaald, maar iedereen voelt zich met nieuwe waarschuwings- en evacuatiemethoden in ieder geval iets veiliger. Na de lunch werden we nog even langs een pier vol toeristenkraampjes geleid (met veel schelpen en gedroogde inktvis), waarna we met de boot terug zijn gevaren naar waar we waren begonnen. Met de minivan deden we vervolgens nog een laatste locatie aan, de Wat Tham Suwankhuha, een tempel in een grote grot. Het was bijzonder om de boeddhabeelden hier te zien, net als de vele vleermuizen die aan de bovenkant van de grot hingen. De rotsformaties zagen er daarnaast ook indrukwekkend uit. Voor toeristen wordt de tempel ook wel de Monkey Temple genoemd, en met een reden. Voor de tempel/grot bevond zich namelijk een paar dozijn apen, welke met elkaar speelden of trots waren op hun vondst in de vuilnisbak. Het was een leuk gezicht. Dit was het einde van de tour en na een busrit van een uur werden we aan het einde van de middag weer in Khao Lak gezet. Hier heb ik prima gegeten en alvast een vlucht geboekt naar Kuala Lumpur, waar ik op zaterdag de 20e in de ochtend naartoe zal gaan vanaf Phuket. Aan het eind van de avond ben ik lekker gaan slapen in m’n normale bed. Vanaf morgen zal ik namelijk vier nachten op een boot doorbrengen!
Dinsdag 9 maart 2010
Dag 157: De verwoestende kracht van het water
Aangezien m’n trip naar de Surin en Similan eilanden pas om 20 uur zou beginnen, kon ik het vandaag rustig aan doen. Enorm veel had ik daarnaast ook niet te doen. Ik stond daarom laat op, checkte uit en nam een lekker ontbijtje. M’n grote rugzak dumpte ik vervolgens bij het Sea Dragon Dive Center, waarna ik langs de hoofdweg een kilometer of twee naar het noorden ben gelopen (dit bleek iets langer te zijn dan op m’n kaart werd aangegeven). Heel ontwikkeld was het hier niet; vele winkeltjes waren gesloten en enkele gebouwen zagen er verlaten en vervallen uit. Het lag voor de hand dat de alles verwoestende tsunami van 26 december 2004 hier de boosdoener van was. In het International Tsunami Museum kreeg ik even later te zien en te horen wat deze vloedgolf teweeg heeft gebracht. Via informatieborden werd verteld over de oorzaak van de tsunami, het reusachtige aantal slachtoffers in Azië, de hulporganisaties, de schade aan gebouwen en de natuur (zowel boven als onder water), de wederopbouw en de gevolgen voor alle overlevenden. Een video voor schoolkinderen liet zien wat te doen als er een nieuwe tsunami in aantocht is. Het was een interessant museum, welke aan de ene kant uiteraard erg treurig was, maar aan de andere kant ook hoopvol en mooi was, als je ziet hoe vele buitenlanders een steentje bijdragen om het dagelijkse leven van de lokale bevolking te verbeteren. (Klein voorbeeld: een oma had tientallen beertjes gebreid en opgestuurd om kleine weeskinderen op te vrolijken.) Na het museum nam ik een kijkje bij het Tsunami Memorial Sculpture, waarvan de artiest het aan de toeschouwer overlaat om te bepalen wat de enkele omhooggeplaatste ijzeren balken moeten voorstellen. Via een stil pad met zand en steentjes (waaromheen de verwoesting nog enigszins zichtbaar was) kwam ik uit bij een politieboot, welke voor de kust had gelegen, maar door de tsunami 2 kilometer landinwaarts was gesleurd en op zijn strandplaats was blijven liggen ter nagedachtenis. Al met al was het bezoeken van deze rampplek een vreemde gewaarwording; hopelijk wordt al het entreegeld van het museum goed gebruikt om de toekomst nog rooskleuriger te maken voor de mensen hier. Bij een restaurantje heb ik vervolgens een late lunch genomen, waarna ik terug ging naar het centrum van Khao Lak. Hier heb ik de rest van de middag op het strand zitten lezen. Hier werd ik grappig genoeg ook door Japanse studenten geïnterviewd over mijn droom. Ik hield het er maar op dat ik hoopte manta’s en walvishaaien op m’n trip tegen zou komen. Nadat ik vervolgens had gegeten, ging ik naar het duikcentrum. M’n vierdaagse duikavontuur zou beginnen! Bij Sea Dragon Dive Center heb ik nog een tijdje zitten wachten omdat ik vrij vroeg was, maar enkele duikmagazines wisten de tijd doen omgaan. Langzaamaan werd het drukker en waren we alle 17 compleet. Na een korte introductie door drie vrouwen van het duikpersoneel werden we over twee minivans verdeeld en in een uur (met 120 km/u over 50-kilometer wegen) naar het noorden gereden, waar zich de haven bevond met de M/V Andaman, onze basis voor de komende vier nachten en dagen. Hier maakten we kennis met nog een vrouw en twee mannen van de staff, waarna we welkom werden geheten aan boord van dit mooie en redelijk luxe schip. Terwijl we onder begeleiding van knallend vuurwerk uitvaarden, kregen we een rondleiding op de boot. Op het benedendek stond al onze duikuitrusting al opgesteld, bevonden zich enkele douches en westerse toiletten en waren er de (van airco voorziene) slaapcabines, waar iedereen z’n eigen bed achter een gordijntje had. Het middendek had bankjes en tafels, waarop zich een onuitputtelijke mand van bananen en groene oranges bevond. Potten met koekjes waren er ook, net als heet en koud water en frisdrank (bier was er ook, maar dat was niet gratis). De Thaise crew, waarvan er zes aan boord waren, zou alles aanvullen, opruimen en ons van maaltijden voorzien. Daarnaast zouden ze helpen bij het in en uit het water gaan bij de duiken. Op het bovendek lagen tenslotte enkele zachte matrasjes (sommige zonder overkapping zodat je kon zonnen) en hing er een drietal hangmatten. We hadden niets te klagen. Alhoewel de klok nog geen 23 uur had geslagen, gingen we wel op tijd naar bed, aangezien we om 6.15 uur al gewekt zouden worden. Iedereen heeft de komende dagen nog genoeg de tijd om elkaar te leren kennen. Tot dusver leek de groep in ieder geval gezellig te zijn!