Vakantiedagboek 2006 – Frankrijk

Vakantiedagboek 2006 – Frankrijk

Voorwoord

Het is het jaar 2006. Het is alweer een jaar geleden sinds de laatste vakantie. Toch heeft de tijd in dat jaar niet stilgestaan, er zijn uiteraard een hoop dingen gebeurd. Maar nu draait het niet om die dingen, maar om de dingen die in twee weken van de zomer van 2006 hebben plaatsgevonden. De familie Kessing is namelijk opnieuw op vakantie geweest, ditmaal met bestemming Frankrijk. In dit land worden twee zonnige locaties aangedaan, waarvan alle vakantiebelevenissen in dit dagboek vermeld staan. Dit is namelijk Vakantiedagboek 2006!

Ik wens jullie als lezers van dit dagboek in ieder geval heel veel leesplezier met deze 9e editie van het Vakantiedagboek!

– Jassin Kessing, augustus 2006 –

In deze 9e editie van het Vakantiedagboek zullen wij als redactie ook weer aanwezig zijn. Hier en daar zullen we een aantal opmerkingen plaatsen, om Jassin te verduidelijken, te verbeteren, aan te vullen of om hem gewoon te pesten. Ook namens ons veel leesplezier met Vakantiedagboek 2006!

– De redactie, augustus 2006 –

Zaterdag 15 juli 2006
DAG 1

Zondag 20.09 uur          Het was 1.45 uur toen de wekker van mama ging. Het was een kwartier later toen mijn wekker ging. We hadden maar een korte nacht gehad, omdat vrijdagavond een laatste dubbele aflevering van Lost op televisie was en die tot 22.30 uur duurde. Die hele dag hadden we bijna alle spullen al ingepakt in diverse tassen en koffers en in de auto geladen. ’s Nachts stonden we snel op, om vervolgens de laatste dingen bijeen te rapen. Tegen een uur of drie namen we afscheid van het huis en het laatste parkietje bij ons thuis. Onze lieve Tweety was namelijk drie dagen eerder overleden, na een gelukkig leven van bijna 10 jaar. (Gecondoleerd. – redactie) Aangezien ik afgelopen jaar mijn rijbewijs heb gehaald, was het de eer aan mij om ons het land uit te rijden. Het was nog donker en het was stil op de weg. Nog nooit eerder had ik zo lang aan één stuk achter elkaar gereden, maar het rijden verliep prima. Vlak voor de grensovergang met België hebben we bij een benzinestation de tank volgegooid. Na een hard gekookt eitje, reden we verder. Dit waren mijn eerste kilometers die ik in het buitenland reed. Vlak na Brussel nam papa het stuur (en de pedalen – redactie) over. Het was nog steeds vrij rustig op de weg. Moelai sliep ondertussen nog wat uit op haar kussen, ikzelf vermaakte me met mijn Nintendo DS.

In Luxemburg, vlak voor de grens met Frankrijk, moesten we nog eens tanken. De rijen voor alle pompen waren helaas heel erg lang. Het onhandige was dat er drie pompen achter elkaar stonden, gevolgd door een kassa. Dit had tot gevolg dat er telkens wel een pomp was die niet gebruikt kon worden en alles extra lang duurde, omdat het bij de kassa ook erg langzaam ging. Na het tanken hebben we gepauzeerd op de parkeerplaats om te eten. Even later reden we eindelijk Frankrijk in, het land waar wij dit jaar twee weken zullen verblijven. We waren op weg naar de Ardèche, een streek in het zuiden van Frankrijk. We hadden dus nog een stuk te gaan, waarvan een groot gedeelte over een tolweg ging. Ergens op deze tolweg heb ik nog een stukje gereden, maar dit duurde niet lang, omdat we in een file terechtkwamen en ik dit niet echt fijn vond om te rijden. Bij de eerstvolgende parkeerplaats hebben papa en ik weer gewisseld. Hier hebben we tevens weer even gepauzeerd. Het was hier warm, heel erg warm. De hele weg was het al onbewolkt en blijkbaar nam de temperatuur steeds meer toe, naarmate het later werd en we steeds zuidelijker kwamen. We reden verder over de tolweg, de file was inmiddels al grotendeels opgelost. Moelai zat nu haar diverse tijdschriften te lezen, ik was ondertussen al begonnen aan het zesde deel van Harry Potter.

Tijdens het laatste deel van de heenreis was het helaas weer heel erg druk op de weg, waardoor we maar langzaam vooruit kwamen. Toen we eindelijk van de tolweg waren, was het einddoel niet zo ver meer. We moesten echter nog wel over een paar kleine weggetjes en door wat kleine dorpjes om bij Larnas te komen. Ondertussen reden we door een groots bergachtig landschap met hoge rotsen, vele bomen, maar ook vele stukken grond voor de boeren. Zo nu en dan reden we langs de Rhône, totdat we hem zelfs een keer overstaken. Het allerlaatste stukje van de route liep door een heel klein en smal dorpje. Via een hele smalle weg, waar maar één auto tegelijk overheen kon rijden – iets dat dus heel onhandig was –, reden we naar de voet van de berg die we met de auto moesten beklimmen. De weg was hier iets breder, maar wel een heel stuk steiler en vol met scherpe haarspeldbochten. Het was eng om overheen te rijden, maar het uitzicht was gelukkig wel mooi. Na wat zoekwerk bereikten we Larnas en de camping waar we moesten zijn, Domaine d’Imbours. Van de man bij de ingang kregen we een plattegrondje van het terrein. Hij wees ons aan waar onze receptie was. Het viel echter niet mee om deze te vinden. Terwijl we tussen huisjes door reden, een behoorlijke helling overbrugden en nog meer huisjes tegenkwamen, reden we totaal de verkeerde kant op. Een Nederlandse man vertelde dat we met de auto verkeerd zaten, maar we via een weg naar beneden, lopend wel bij de receptie konden komen. Hij vertelde ons ook dat hij zelf nog maar net bij dit huisje was aangekomen, omdat het huisje dat hij eerst had gekregen, er verschrikkelijk slecht uitzag en volgens zijn vrouw nog erger was dan hun schuur. Terwijl wij aan onze afdaling begonnen, vreesden we het ergste. We liepen langs een zwembad, een snackbar en kwamen zo uit bij het hotel, waar onze receptie zou zijn. In de gang was een simpel tafeltje neergezet, waar twee vrouwen achter zaten om mensen te helpen. Er stond een aardig lange rij met vakantiegangers. We namen plaats in de rij om te wachten op de tergend langzame vrouwen. Uiteindelijk bleken ze wel erg vriendelijk te zijn, want ze namen echt van alles met ons door. We kregen huisje R25 aangewezen, dat in een gebied lag dat een stuk verder van de rest vandaan lag en tevens het gebied met huisjes was waar de Nederlandse man over sprak. Onze vrees werd groter. We liepen terug naar de auto en reden naar het huisje. Ondertussen had het mooie zonnige weer plaatsgemaakt voor donkere wolken met onweer en een beetje regen.

Het parkeren van de auto bleek niet makkelijk, omdat de parkeerplaats hoog lag en de toegangsweg maar heel erg smal was. Met de spullen liepen we naar ons huisje, dat geschakeld zat aan een drietal andere. Onze vrees werd werkelijkheid. Van buiten zag het huisje er niet uit: de muren waren vies en lelijk, de luiken bij de ramen en de deur waren half verrot en de deur zelf zag eruit alsof deze met één trap uit het slot getrapt kon worden. Bij de ingang stond plastic tuinmeubilair. De binnenkant van het huisje was klein, maar gelukkig niet zo rampzalig als buiten. Echt geweldig was het niet, maar het zou te doen moeten zijn. Er was een tafel met stoelen, een wc, een badkamertje met wastafel en douche, een klein keukentje, twee banken in de kamer en een slaapkamer met een tweepersoonsbed. We vroegen ons af waar de overige drie bedden waren, aangezien het een vijfpersoonshuisje zou zijn. De twee banken bleken ook te dienen als bed, waarbij één bank/bed nog een rijdend matras onder zich had. Geweldig. Met beteuterde gezichten ruimden we al onze spullen op in de twee kasten die het huisje rijk was. Voor het huisje vlogen allerlei vervelende vlinders vrolijk in het rond, terwijl het omgevingsgeluid gedomineerd werd door enorm veel sprinkhanen en/of krekels. Omdat we nogal laat waren aangekomen en het nu al tegen achten was, hadden we honger en wilden we gaan eten. We liepen terug naar de snackbar bij de receptie, maar hier was helaas geen plaats meer voor ons. Omdat meenemen vanwege de grote afstand ook niet zo verstandig was, heeft mama thuis pasta gekookt. Vervolgens hebben we nog eventjes buiten gezeten, maar niet voor lang, aangezien we moe waren en vroeg naar bed wilden gaan. Mama en Moelai sliepen in de slaapkamer. Papa sliep midden in de kamer op het rijdende matras en ik op één van de twee slaapbanken. Onze eerste lange en vermoeiende dag was voorbij.

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Vroeg opgestaan, heel weinig geslapen, omdat we vrijdagavond nog een mooie serie aan het afkijken waren. Daarna een vermoeiende dag, om hiernaartoe te rijden. Laatste stuk heel veel stoppen en rijden. Voor de rest is het hier wel mooi, rustig, bergachtig. Huisje is klein, maar net voldoende. Wel een heerlijke verfrissing van gisteravond, omdat het regende.
Moelai: Saai, niet leuk, stom, warm, vieze beesten. (Naast alle vlindertjes en sprinkhanen waren er ook wespen, mieren en kakkerlakken. – redactie)
Ria:       De reis was lang naar de Ardèche. Huisje is erg klein, maar gelukkig is het mooi weer, dus zitten we toch buiten. Ook heerlijk vroeg gaan slapen, wat hard nodig was.

Zondag 16 juli 2006
DAG 2

21.52 uur          Viva la France! Vandaag was een bijzondere dag, we hebben namelijk iets gedaan wat we nog nooit eerder hebben gedaan. Iets dat ook typisch Frans is. Bijna elk jaar is het de oplossing voor al onze momenten van verveling op vakanties, mits we een televisie hebben. Dit jaar hadden we echter de mogelijkheid om hem zelf van dichtbij te aanschouwen: de Tour de France. Gisteren eindigde de 13e etappe in Montélimar, een iets groter plaatsje hier niet ver vandaan, vandaag zou de 14e etappe hier beginnen. Thuis hadden we al wat informatie opgezocht en zo besloten dat we niet daar zouden gaan kijken, maar één dorpje verder, in Espeluche. De renners zouden dan al 10 minuutjes onderweg zijn, waardoor het leuker zou zijn om te zien, ook omdat het dan iets minder druk en rommelig zou zijn, vanwege alle sponsorwagens. Volgens onze gegevens zou de karavaan om 11.25 uur al langskomen, de renners pas om 13.05 uur. We stonden vanochtend dus niet al te laat op. We ontbeten wat en reden met de auto naar de bakker bij de ingang van het park, om een viertal verse stokbroden te kopen, waarvan we er ’s middags twee van konden opeten als lunch. Vervolgens reden we door naar Espeluche. Het hele stuk dat we gisteren tussendoor hadden gereden, moesten we nu weer terug. Die hele slingerweg ging nu dus bergafwaarts. We moesten hierna nog wel iets langer tussendoor, maar met de kaart erbij bleek dit niet zo’n groot probleem. Onderweg was het maar rustig, de dorpjes waren klein en her en der liepen wat mensen over straat. Toen we in Espeluche waren aangekomen, was het echter een stuk drukker. We parkeerden de auto en liepen naar de enige hoofdweg van het dorp, waarover de Tour zou gaan rijden. Dit was extra duidelijk, aangezien er al aardig wat mensen langs de weg stonden en er enkele hekken geplaatst waren.

We zochten een lekker plekje in de schaduw op en begonnen met wachten. Ook vandaag was het kwik weer enorm gestegen. Plotseling kwam er een aantal wagens voorbij rijden met mensen die kranten rondstrooiden. Dit bleken informatiekrantjes te zijn over de Tour en de etappe van vandaag. Het duurde nog ongeveer een halfuur voordat de karavaan begon. Uit het krantje konden we al opmaken dat er zo’n 50 diverse reclamewagens voorbij zouden rijden. De stoet die dat uur volgde, was er eentje die we nog nooit eerder hadden meegemaakt. Het was een grote combinatie van een sinterklaasoptocht, een Disneyland-optocht en reclamemannetjes bij een treinstation. Elk bedrijf of product dat reclame wilde maken, kwam met een aantal wagens voorbij rijden. Deze wagens zagen er allemaal zeer apart uit en vele wagens deelden gratis samples uit. Een selectie uit de enorme reeks wagens: een supergrote gele trui renner, grote autobanden, wagens met konijnen en beren, wagens met vrolijk uitgedoste en dansende mensen, wagens met grote draaiende borden erboven of erachter, wagens met grote poppen van bekende cartoon- en reclamefiguren en een wagen die een vreemde pizzageur verspreidde. Vele wagens gaven dus gratis spulletjes aan de mensen langs de weg, of smeten ze juist naar buiten. Hier was het vaak vechten over wie wat zou krijgen. Onze buren bleken namelijk erg hebberig te zijn. Uiteindelijk hadden we een behoorlijke tas met leuke dingetjes: zakjes snoep, pennen, stripboekjes, koffiezakjes, telefoonhangers, armbandjes, opblaasknuppels, gedroogde worst, dipsticks met kaas, handjes om mee te zwaaien, krakelingen, sleutelhangers, koelkastmagneetjes en nog een aantal dingen die ik hier vergeet op te noemen. (Alsof ze nog niet genoeg dingen hadden verzameld. – redactie) Na de karavaan werd het opeens een stuk rustiger langs de weg, vele mensen gingen namelijk weg, zodat het leek alsof ze alleen voor die gratis spullen kwamen. We moesten nog even wachten op de renners, maar we vermaakten ons wel met al die spulletjes.

Terwijl het langzaamaan toch weer drukker begon te worden, kwamen nu langzaamaan de echte sponsorwagens voorbij rijden, net als wagens waar je officiële Tour de France artikelen kon kopen. Toen het rond 13.00 uur was, kwamen er veel meer sponsorwagens voorbij rijden. De Tour was begonnen en de renners zouden niet meer lang op zich laten wachten. Opeens zagen we drie renners de bocht door rijden, luid aangemoedigd door de menigte langs de weg. Even later kwam ook het gehele peloton voorbij scheuren. Een hele grote groep van een stuk of 150 renners kwam in een halve minuut eventjes voorbij. We zagen renners uit diverse landen en teams, maar veel bekenden zagen we niet, aangezien de grootste namen ook niet meededen. Armstrong was er immers mee gestopt en Basso en Ullrich mochten vanwege een dopingschandaal ook niet meedoen. De Nederlander Erik Dekker had zich vorige week bij een valpartij ernstig geblesseerd, maar Michael Boogaard reed wel mee, ook al herkenden we hem niet in die drukte. Het was allemaal heel erg snel voorbij. Voor we het wisten was het snelle en kleurrijke peloton al voorbij, net als de laatste paar wagens die er nog achteraan reden. We pakten onze spullen bij elkaar en liepen net als de rest van de menigte weer weg. Het ging allemaal erg snel, maar dat maakte het niet minder leuk. Het is toch een erg unieke belevenis geweest, iets dat we waarschijnlijk nooit meer zullen zien.

In de bloedhete auto reden we terug naar de camping, waar we nog even de supermarkt in zijn gegaan, om enkele spulletjes te halen. Het was nog vroeg en er was nog een groot deel van de middag over. In het huisje kleedden we ons om in onze zwemspullen. Vervolgens liepen we naar het zwembad van het park. Het was een leuk zwembad van redelijke grootte. Er was een groot bad met diverse gedeeltes van variërende dieptes. Er waren vier gewone glijbaantjes en een iets grotere ronde glijbaan. Daarnaast was er nog een rechthoekig diep bad. We zochten een plekje op aan de kant om onze handdoeken neer te leggen. Het was druk in het zwembad, erg druk. We waren zeker niet de enige die verkoeling wilden zoeken in het water. Dit water had een lekker temperatuurtje. We zwommen wat rond in het water en bleven hangen in een bepaald gedeelte. Hier leerde mama papa een beetje hoe je moest zwemmen (en drijven, maar dat ging al helemaal niet goed – redactie). Uiteindelijk is dit nog niet helemaal gelukt. Ik ben met papa nog wel onder een klein watervalletje gaan staan en ik ben nog even in het grotere bad gegaan. Hier was het water een stuk warmer, dat waarschijnlijk kwam door een gedeeltelijke overkapping van het bad. In het andere bad was het daarna opeens een stuk kouder. Het werd überhaupt een stukje frisser, omdat er weer wolken in de lucht aan kwamen drijven. We besloten om terug te gaan naar het huisje, gelukkig is het tot regen niet gekomen. In het huisje hebben we niets bijzonders gedaan. Een beetje gelezen en dergelijke. Mama is eten gaan maken. We aten gebakken aardappeltjes met groente en een lapje vlees van de supermarkt hier. Het smaakte goed. Na het eten ben ik het verhaaltje van gisteren gaan typen. Tussendoor hebben we nog gedronken, een toetje gegeten en zijn mama, papa en Moelai een eindje gaan lopen. Het is al donker en buiten is het al behoorlijk afgekoeld. Iets verderop horen we muziek van een of andere disco. Zometeen gaan we weer naar bed, omdat het ondertussen ook alweer 23.00 uur is en we voor morgen ook weer leuke plannen hebben. Maar dat morgen dus. Tot morgen!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Voor het eerst in m’n leven de echte Tour de France gekeken. De voorbereiding voor de echte Tour was echt spannend. We kregen bijna van alles en nog wat. De renners fietsten in een flits voorbij. Daarna lekker gezwommen. Het was warm weer.
Moelai: Vandaag was een leuke dag, we kregen veel spulletjes van de karavaanmensen. Dat was leuk en gezellig. Leuk om de fietsers voorbij te zien rijden. Het zwembad was lekker, het is warm hier. Het pistachetoetje is echt zo lekker.
Ria:       Ik heb voor het eerst in m’n leven de Tour de France voorbij zien komen, hartstikke leuk. Het was zeer warm, dus daarna zijn we heerlijk gaan zwemmen. In het park is het wel lastig lopen, door zoveel heuvels op en heuvels af, dat is erg vermoeiend. En voor de rest van de dag heb ik me heerlijk rustig gehouden.

Maandag 17 juli 2006
DAG 3

22.02 uur          Vanochtend ging om 9.00 uur de wekker. Papa, die al wakker was, ging alvast vers stokbrood halen bij de bakker in het park, terwijl mama, Moelai en ik nog rustig opstonden en ontbeten met het brood van gisteren. Op Moelai na dan, zij at haar pap. We hadden het plan om vandaag naar Vallon Pont d’Arc te gaan, een zeer bekende rotspoort over de rivier de Ardèche. Als het mogelijk zou zijn, wilden we ook gaan kanoën over deze rivier. (De Ardèche meandert tussen de Gorges de l’Ardèche, een honderden meters diep kloofdal. – redactie) Dit plaatsje lag echter niet naast de deur, dus stapten we de auto in om ernaartoe te rijden. Ditmaal moesten we de andere kant op, maar dat betekende niet dat we niet door slingerende bergwegen moesten rijden. De haarspeldbochten volgden elkaar in rap tempo op en hoogteverschillen waren ook regelmatig aanwezig. Na een bijzondere rit van ongeveer drie kwartier bereikten we het dorpje. Nu was het nog zoeken naar een kanoverhuurbedrijf. Een stukje buiten het dorp, naast het water, waren er volop bedrijven te vinden. We parkeerden de auto bij de eerste de beste die we zagen. Buiten zagen we bordjes dat je er dingen kon huren en dat ze hier zelfs Nederlands spraken. Aan de balie stond een tweetal Belgen die aardig wat talen beheersten. We vroegen wat de mogelijkheden waren hier. Het was niet meer mogelijk om de gehele route van 32 km af te leggen, aangezien je na 6 km in een natuurgebied zou komen en je die dan helemaal door moest varen. Dit was dus veel te lang voor ons. We konden wel tot het natuurgebied peddelen, een route van 6 km dus. Als we de boten zouden huren, zouden we voor onbeperkte tijd mogen varen, maar we moesten van tevoren wel een tijd opgeven wanneer we gehaald moesten worden. We kozen ervoor om dit te doen en om 16.00 uur opgehaald te worden, aangezien het op dat moment 12.00 uur was en die vier uur ruim genoeg zouden moeten zijn. Moelai en papa wilden graag samen in een kano, mama en ik wilden graag allebei een eigen kajak. Van de mensen daar kregen we een grote ton voor onze spullen, waarna we uitgelegd kregen hoe het reilen en zeilen van het kanoën ging. Op dat moment kregen we ook allemaal een zwemvest en een peddel.

Met onze spullen liepen we een stukje naar de waterkant, waar we allemaal een boot aangereikt kregen, die we vervolgens naar beneden mochten slepen. Hier stroomde de Ardèche, waarop tientallen andere kanoërs aan het peddelen waren. Het was druk, maar dit sprak eigenlijk wel voor zich. Het was namelijk hartstikke warm en het zonnetje scheen fel. Daarnaast was dit gebied geliefd bij toeristen, voornamelijk door de Pont d’Arc. We legden de boten in het water en stapten in. Mama en ik kwamen al vrij snel vooruit, papa en Moelai hadden eerst nog wat meer moeite met de samenwerking. Later werd dit gelukkig een stuk beter. Het was druk op het water, maar het water zelf was prima bevaarbaar. Terwijl we omringd werden door mooie hoge rotsen met bomen en kleine rotsstrandjes, lieten wij ons meegaan met de stroom. Zo nu en dan kwamen we een aantal kleine stroomversnellingen tegen, waarin het wel even oppassen was, maar we uiteindelijk toch goed doorheen kwamen. Bij een rotsstrandje hebben we de kano en kajaks even aangemeerd, om van het felle zonnetje te genieten. Tussen de rotsen zwommen allemaal hele kleine visjes. In het water hadden we ook al een paar grotere vissen gezien. We gingen weer verder en kwamen door nog mooier landschap. Hier zaten echter wel wat grotere stroomversnellingen. Met een behoorlijke snelheid vlogen we allemaal over de rotsen in het water heen, maar deze werden wel gevolgd door de grote rots aan de zijkant van het water, waar we dus tegenaan botsten. Gelukkig werden de boten dusdanig gedraaid, dat we gewoon verder konden varen. Op een gegeven moment schreeuwde Moelai het uit, er was een waterslang op papa’s en Moelai’s boot af komen zwemmen. Moelai en de slang schrokken zo van elkaar, dat Moelai meteen met haar peddel in het water sloeg en de slang meteen de andere kant op zwom. Voor we het wisten, was de hele heisa weer voorbij. Bij een andere stroomversnelling was het zelfs nog iets heftiger, maar hier kwamen we wonder boven wonder vlekkeloos doorheen. De volgende en laatste versnelling bevond zich temidden van vele rotsen in het water, waar zich ook nog eens vele toeristen bevonden. Hier ging het er wild aan toe: vele kanoërs botsten tegen de rotsen aan en probeerden zich verder te manoeuvreren. Soms hadden ze geluk, soms niet. Bij mij ging het wel redelijk, totdat ik op het eind tegen een rots op botste. Nu had ik hier nog vandaan kunnen komen, maar helaas kwam mama van achteren tegen me op gevaren, waardoor m’n kajak achterstevoren kwam te liggen en ik dus ook achterstevoren de laatste versnelling door ging. Dit was erg apart om mee te maken. (Het lijkt net op een wildwaterbaan in een attractiepark. – redactie) Mama, Moelai en papa kwamen echter wel prima door de boel heen. Op dit moment was de Pont d’Arc goed zichtbaar, we vaarden er recht tegenaan. Aan de kade namen we een pauze. Het zat hier echt vol van de toeristen die zich vermaakten in de zon of in het water. Sommige waaghalzen klommen op de hoge rotsen om er vervolgens weer af te springen. Zelf genoten we van de omgeving. Ondanks dat het nog warm was, was de zon helaas achter de wolken verdwenen. Na een tijdje vaarden we weer verder, onder de Pont d’Arc door. Dit was erg fascinerend. In de rotsen van de boog waren ook nog enkele kleine inhammetjes. We gingen weer verder, op weg naar het eindpunt. Toen we deze na een kilometer tegenkwamen, moesten we het water alweer uit. We namen de boten mee en legden deze ergens aan de kant. Vervolgens konden we naar boven lopen, waar op dat moment het busje van ons kanoverhuurbedrijf aan kwam rijden. De man vroeg ons hoe we het gehad hadden. We antwoordden dat het erg gaaf geweest was. In het busje konden we onze spullen deponeren en nadat we nog even hadden gewacht op een aantal andere mensen, konden we zelf ook plaatsnemen in het busje. Hierna werden we teruggereden naar het beginpunt, waar we nog een lekker glaasje limonade kregen. Zeer enthousiast namen we afscheid van de mensen daar, het was een leuke en sportieve middag, waarin we heerlijk hebben genoten van het water van de Ardèche en de omgeving.

We reden een klein stukje verder naar het dorp, omdat hier een benzinestation zou zijn. Tevens namen we hier een ijsje. Omdat er naast het benzinestation ook een supermarkt lag, zijn we hier even in gegaan. Er was van alles verkrijgbaar, wij kwamen echter voor wat kleine dingetjes die we nodig hadden, zoals vlees voor het avondeten. Toen we na een slingerende rit weer terug waren bij het huisje, hebben we even uitgerust. Vervolgens is mama het eten gaan koken en hebben papa, Moelai en ik een beetje gelezen. We aten rijst met boontjes. Mama had voor haar en Moelai kipfilet meegenomen, ik had er zelf voor gekozen om een complete gegrilde kip van de supermarkt mee te nemen. Op een klein stukje na, dat naar mama is gegaan, heb ik het hele ding weten op te eten. (Een héle kip? Tok, eh, wow! – redactie) Het was zeer lekker! Met een volle maag hebben we vervolgens niet veel meer gedaan. Het was toch al laat en we hebben de rest van de avond maar buiten gezeten. Moelai heeft nog wat muziek geluisterd en ik heb een spelletje op m’n DS gespeeld. We hebben ook nog even de planning voor de rest van de week doorgenomen. Op de laptop hebben we vervolgens nog even de foto’s van afgelopen dagen bekeken, waarna ik ben gaan typen. Omdat het nu al 23.07 uur is, gaan we zometeen naar bed. We zijn weer moe en hebben onze nachtrust hard nodig. Welterusten!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   De route naar Vallon Pont d’Arc is best mooi. Vriendelijke mensen hebben ons geholpen met het kanoën. De route is zeer gevarieerd, van stil water tot leuke stromingen. Veel gelachen onderweg, omdat Moelai heel veel zat te lachen. Als wij een foutje maken, zitten wij vast in het water. Dan moet ik de kano weer uit het water trekken. En als ik val, lacht ze nog harder. De route is mooi tussen de rotsen.
Moelai: Vandaag was het zo leuk. Kanoën was grappig. Soms had ik helemaal niks aan papa, dan moest ik in m’n eentje peddelen. Maar toen we vastzaten, was hij wel bruikbaar. Veel gelachen om alles en vooral toen we vastzaten en tegen die rots aanbotsten. De slang was eng, want hij kwam recht op mij af. Het water was lekker en tevens was het lekker weer.
Ria:       Wederom weer een stralende dag en het kanoën was super. Het is nog steeds erg warm, jammer dat de zon vanmiddag bij het kanoën niet de hele middag had geschenen, anders waren we heerlijk bruin geworden. Maar misschien doen we het deze week nog een keer over.

Dinsdag 18 juli 2006
DAG 4

22.00 uur          Vanochtend stonden we zoals gebruikelijk weer rond een uur of negen op. Als ontbijt moesten we het doen met het oude stokbrood van gisteren, dat niet echt geweldig eetbaar meer was. Papa en mama zijn nieuw brood gaan halen voor de middag. Het stokbrood dat mama en papa hadden gehaald, was helaas ook niet helemaal wat we wilden hebben. Het was niet zo vers als we hoopten en ze hadden ook geen normaal stokbrood, in plaats daarvan moesten we het doen met stokbrood met maanzaadjes. We hadden niet echt een bijzondere planning voor vandaag en besloten uiteindelijk om naar het stadje Montélimar te gaan. Maar zover was het nog niet, de ochtend was nog niet voorbij en de winkels zouden pas om 14.00 uur open gaan. Om de tijd te doden, hebben we het kaartspel Mamma Mia gespeeld, waarbij je pizza’s aan de hand van een aantal ingrediënten moest bakken. Het was voor het eerst dat mama, papa en Moelai dit speelden, dus het was in het begin nog even wennen. Uiteindelijk verliep alles toch erg goed en was het nog lollig ook. Het enige dat jammer was, was dat het hier voor het huisje ontzettend heet was. Helaas was er geen parasol om enige schaduw te bieden. Tussen de middag aten we ons stokbroodje en het enige croissantje dat gekocht was. Daarnaast aten we onze meegenomen hotdogs, die mama en Moelai in hun stukje stokbrood schoven, nadat ze die hadden uitgepulkt. Dat maakte het stokbrood volgens hen een stuk lekkerder. (Voor zover er dan nog van stokbrood te spreken valt. – redactie)

Na het eten stapten we in de auto om naar Montélimar te rijden. De weg ernaartoe was prima te vinden, de route naar het centrum verliep echter niet vlekkeloos: vanwege een stomme afgesloten weg belandden we niet op de hoofdweg die naar het centrum liep, maar kwamen we uit in een klein wijkje. Daar konden we aan twee meisjes gelukkig de weg vragen, zodat we alsnog in het centrum uitkwamen. Papa parkeerde de auto op een parkeerterrein en we liepen naar het centrum. Onderweg liepen we over een grote brug, waar nog maar een klein beetje water onderdoor stroomde, de rest was blijkbaar in de afgelopen jaren al opgedroogd. In de verschrikkelijke bloedhitte liepen we het eerste winkelstraatje in, waar de winkels op dat moment langzaamaan geopend werden. Er was weer een groot scala aan kleding- en sieradenwinkeltjes. Moelai en mama zijn een aantal van deze winkels binnengegaan, papa en ik bleven vaak buiten in de schaduw staan. Af en toe was er wel een multimediazaak waar wij even hebben rondgekeken. Bij een ijstentje hebben we even gezeten om af te koelen met een lekker ijsje of een lekkere slush. Het centrumpje zelf was verder niet heel erg bijzonder, veel meer dan winkeltjes had het niet. Wat wel bijzonder was aan Montélimar, was dat het bekend staat om de noga. Vele zaakjes verkochten deze lekkernij in repen of in brokken, allemaal weer in diverse kleuren en samenstellingen. Bij vele zaakjes werd vermeld dat het allemaal zelf gemaakt was in de kleine fabriek achter hun winkeltje. In één winkeltje kregen we een stukje noga te proeven. Mama, papa en Moelai vonden het wel lekker en kochten een reep, ik vond het niet zo geweldig. Tijdens de wandeling door de stad waren we ook nog op zoek naar leuke ansichtkaarten om naar huis te sturen. Uiteindelijk besloten we, vanwege het gebrek aan postzegels, deze hier niet te halen. Toen we alles wel gezien hadden, liepen we terug naar de auto, om vervolgens naar ED te rijden, een supermarkt waar we al vaker voorbij waren gereden. Het waren maar een paar dingetjes die we nodig hadden, dus waren we weer vrij snel de supermarkt uit.

Teruggekomen in het park, hebben we bij de snackbar een tafeltje gereserveerd voor morgenavond. Dit deden we voor het geval het morgen weer vol zou zijn, zoals zaterdag. Bij het winkeltje kochten mama en ik vijf ansichtkaarten. In het huisje hebben we deze beschreven. Mama kon maar één kaartje versturen, omdat ze haar adressenboekje vergeten had en alle adressen, op die van oma na, niet uit haar hoofd kende. Ik had gelukkig mijn eigen adressen in mijn telefoon staan. Hierna wisten we ons allemaal tot het eten met diverse dingen te vermaken. We aten aardappels met roerbakgroenten en een lapje vlees. Toen we uitgegeten waren, hebben we weer buiten aan de tafel gezeten en niet veel bijzonders meer gedaan. Ik heb zelf zitten lezen en Mario & Luigi zitten spelen, mama en Moelai hebben gekaart. Nu het ook nog eens donker is geworden, valt er niet echt veel meer te doen. Op de achtergrond horen we een complete seventies-disco met allerlei oude hits. Wat we zometeen nog gaan doen, is nu nog onbekend, maar het zal vast niet veel meer zijn. Voor morgen hebben we in ieder geval al een leuk koud (cool? – redactie)  plan. Tot dan!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Niks gedaan, ik weet niet wat ik moet zeggen. We zijn alleen in Montélimar geweest, een doodgewone stad. Een slush puppy gedronken en verder de hele dag uitgerust.
Moelai: Ik heb een leuk truitje en een leuk kettinkje gekocht. Het was een warme dag.
Ria:       Het was een saaie dag vandaag. In een stadje geweest met de bloedhitte, dat nou niet zo bijzonder was. Hopelijk wordt het morgen een leukere dag, maar de noga is lekker, die we hebben gekocht.

Woensdag 19 juli 2006
DAG 5

22.00 uur          Opnieuw is er bijna een dag voorbij. Tijd om te laten weten wat we gedaan hebben vandaag. We stonden vanochtend weer rond het gebruikelijke tijdstip op. Na het ontbijt zijn we ons gaan klaarmaken om te vertrekken. We zijn naar de ingang van het park gereden, om daar verse broodjes voor tussen de middag te halen. Er was gelukkig weer vers stokbrood, dus haalden we dat, net als een paar croissantjes en donuts. Vervolgens stapten we de auto weer in. Vandaag wilden we een bijzondere reis naar het middelpunt van de aarde maken, zoals ons boekje over de Ardèche vertelde. Dit houdt dus in dat we een grot wilden bezoeken. Deze grot zou ongeveer 18 km onder Vallon Pont d’Arc liggen. (18 km op de kaart, niet onder de Pont zelf. – redactie) Dus reden we eerst hiernaartoe en bereikten we opnieuw de plek waar we maandag onze kano’s gehuurd hadden. Ook vandaag was het hier weer lekker druk. We moesten nu nog wel een stuk verder, dus vervolgden we onze route over een bergweg langs de rivier de Ardèche. Deze weg was lekker druk vanwege alle toeristen die hier de mooie omgeving wilden aanschouwen. Uiteraard bevatte het merendeel van de auto’s weer een Nederlands kentekenplaat. Al heel snel parkeerden we de auto even aan de zijkant op een kleine parkeerstrook. Vanaf hier had je namelijk een heel erg mooi uitzicht op de Pont d’Arc, waaronder ook vandaag tientallen kano’s en kajaks aan het peddelen waren. Vanaf hier konden we ook veel mooiere foto’s maken dan afgelopen maandag, toen we beneden stonden. Toen we het wel weer gezien hadden, reden we verder over de slingerende bergweg. Constant hadden we de rivier rechts van ons liggen. Op een aantal plekken hebben we de auto opnieuw langs de kant gezet om te genieten van het uitzicht. We zaten namelijk enorm hoog in de bergen en ver beneden ons stroomde de Ardèche tussen alle rotsen door. Alle rotsen waren begroeid met groene bomen en de zon scheen heerlijk op het aardoppervlak. De lucht, die op een paar kleine wolkjes na, helderblauw was, verzorgde af en toe een heerlijk verkoelend briesje. Kijkend in de afgrond van stenen en struikjes, hoorden we het geluid van krekels. Voor onze voeten sprong een sprinkhaan weg, die geschrokken was van het stukje croissant, dat per ongeluk was gevallen. Het was lunchtijd, dus hadden we ergens bij een stop een hapje gegeten.

We volgden netjes de route die we dachten dat we moesten volgen, maar uiteindelijk bleek deze route helemaal niet te bestaan. Om wel bij de juiste grot te komen, zouden we nog een complete omweg moeten rijden. We besloten om dit maar niet te doen, aangezien we al aardig lang onderweg waren. Gelukkig was er wel een groot aantal andere grotten in de omgeving. We reden nog een stukje verder, om vervolgens bij de grot van Saint Marcel de auto neer te zetten. We liepen naar binnen en zagen dat we niet de enige toeristen waren die graag een glimpje van de grot wilden zien. Bij de kassa kochten we kaartjes voor de rondleiding van 14.00 uur. In de hal moesten we eventjes wachten, alvorens we met de hele groep naar binnen mochten. We trokken de jassen aan die we hadden meegenomen. Terwijl het buiten zo’n 35°C was, daalden wij 248 treden af naar een ruimte met een temperatuur van 14°C. De gids begon zijn verhaal in het Frans, gelukkig hadden wij allemaal een Nederlandse vertaling van zijn verhaaltje gekregen. Terwijl we steeds dieper afdaalden, bezochten we meer kamers van de grot. De hele grot had zo’n 50 km aan gangen, maar deze waren lang niet allemaal toegankelijk voor het publiek. De kamers die wij te zien kregen, zagen er desondanks indrukwekkend uit. Het was een nog actieve druipsteengrot, dus wemelde het van de stalactieten aan het plafond en aan de wanden. Vele gedeeltes van de grot hadden een bijnaam gekregen, omdat de bijbehorende rotsformaties op een bepaald iets leken, zoals een kerkorgel. Met behulp van wat knopjes, bediende de gids de lampen die op de wanden gericht waren, waardoor telkens weer nieuwe gaten en inhammetjes zichtbaar werden, de een nog indrukwekkender dan de ander. Op het eind van de route keerden we om, om weer terug te lopen naar de ingang. Halverwege de route kwamen we weer langs een gedeelte met allerlei waterplateaus. Van bovenaf stroomde water naar beneden, terwijl het steeds werd opgevangen door elk niveau van de plateaus. Op de terugweg kregen we nog een kleine lichtshow met muziek. Alle plateaus werden nu mooi verlicht met een aantal gekleurde lampen. Het zag er erg gemaakt uit, maar gelukkig niet minder mooi. Dit was meteen het einde van de hele rondleiding, na een uurtje beklommen we alle treden weer naar de ingang. Hier was het opeens weer een stuk warmer, waardoor we ook wel zin hadden in een ijsje. Nadat we hiervan genoten hadden, liepen we weer terug naar de auto, om te beginnen aan de terugreis. Terwijl de heenreis, inclusief vele lange pauzes, bijna drie uur duurde, besloeg de terugreis maar een half uur. Dit kwam omdat we nu een veel eenvoudigere en kortere route binnendoor vonden. Dit zorgde er voor dat we geen mooi uitzicht meer hadden, maar dat we wel eerder terug waren in het park, om meteen bij het zwembad te parkeren. We gooiden onze ansichtkaarten in de brievenbus en gingen vervolgens meteen het zwembad in. Hier genoten we allemaal van het heerlijk frisse water. Papa en Moelai vonden het nog leuk om van de ronde glijbaan af te glijden.

Nadat we waren uitgepoedeld, gingen we weer terug naar het huisje, om ons nog even te ontspannen en ons klaar te maken voor het eten. Met hongerige magen liepen we weer terug naar het zwembad, waar we bij de snackbar daar een tafeltje hadden gereserveerd. We kregen de kaart en bestelden wat bij de ober, die het aardig druk had, aangezien ze in haar eentje het complete terras moest bedienen. Toch kregen we even later vier heerlijke borden eten op tafel gezet: Moelai had een bord met patat, sla en vier soorten vlees, papa had patat met salade, mama een pizza en ik patat met sla en kippenvleugeltjes. Het smaakte ons allemaal erg goed. Zo goed, dat we daarna ook nog wel een ijsje wilden nemen. We kregen allemaal drie heerlijke bolletjes ijs, die vrolijk versierd waren met slagroom, gekleurde sprinkles en een papieren bloemwaaiertje. Nadat we de rekening betaald hadden, waarop papa’s ijs en patat niet stonden, liepen we terug naar het huisje, waar we verder niets bijzonders meer gedaan hebben. Ik heb nog een stukje verder gespeeld met mijn DS spelletje en ben vervolgens dit verhaal gaan typen. Mama en Moelai zitten al de hele tijd het kaartspel duizenden te spelen, totdat ze daarnet wreed verstoord werden door een hele grote spin, die papa met z’n slof doodsloeg. (Agossie! – redactie) Op de achtergrond is er ditmaal karaoke aan de gang, waarop op dit moment ‘We will rock you’ keihard en heel vals door de microfoons wordt geschreeuwd. Onze dag zit er bijna op, nu we alweer anderhalf uur verder zijn na mijn eerste woorden van vandaag. Daarom houd ik het ook maar voor gezien. Doei!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Weer een warme dag, een lange reis achter de rug, maar een schitterende omgeving in de Ardèche. Echt een panoramische omgeving, nog nooit zulke schitterende landschappen gezien als hier. Ook in de grotten heb ik mooie zalen gezien, alleen jammer dat de terugweg hetzelfde weg als de heenweg. Voor het eerst uitgegeten, patatjes met salade gegeten.
Moelai: De reis naar de grotten was lang, maar mooi. De grot was saai. Het zwembad was weer lekker. Het eten was ook lekker.
Ria:       Het was een geweldige dag vandaag. We hebben een zeer mooie route gereden langs de Ardèche. Genoten van de vele mooie uitzichten. De grot was ook zeer de moeite waard om te bezoeken. Al met al een zeer geslaagde dag.

Donderdag 20 juli 2006
DAG 6

20.40 uur          Laten we maar weer eens beginnen bij vanochtend. Die was hetzelfde als alle andere ochtenden hier. Zo, klaar, over naar de middag. Voordat we vertrokken, namen papa en ik een kopje soep, Moelai noodles en mama niets. Dat maakte niet zoveel uit, want bij de bakker in het park maakten we even een kleine stop om verse broodjes te halen. Nadat we weer door de slingerende bergen hadden gereden, mocht ik het stuur overnemen. We hadden een reisje van iets meer dan een uur te gaan. De weg was hier gelukkig niet al te heuvelachtig, dus ik kon hier prima overheen rijden. Kleine dorpjes wisselden elkaar heel snel af. Vele van deze dorpjes leken vrij uitgestorven: er waren maar weinig huizen, de huizen die er waren zagen er oud uit en als er nog mensen leefden, dan bevonden ze zich in ieder geval niet op straat. Tussen de dorpjes reden we over wegen tussen bergen en bomen, waarbij we de rivier de Rhône geregeld aan de rechterkant hadden. Toen we bijna bij de plek van bestemming waren, moesten we nog eventjes zoeken. Papa nam hierbij het stuur weer over, maar goed ook, want toen we het bordje hadden gevonden, begon er opeens een zeer steile en smalle berghelling. Eventjes later zagen we waar we naar op zoek waren: een groot maïsveld met paden. We zouden vandaag namelijk naar het Labyrinthe Végétal gaan, een doolhof van ongeveer 3 hectare groot, dat geheel in een maïsveld lag. De doolhof zag er groots uit, net als de parkeerplaats, dat net als alle voorgaande dorpjes vrij uitgestorven was. Via een paadje dat vol lag met vervelende stenen, reden we naar de parkeerplaats, waar we parkeerden naast vier andere auto’s. We liepen naar de balie en kochten vier tickets. Van de vriendelijke meneer hier kregen we uitleg over de doolhof. Het hele veld bevatte een groot aantal gangen, op een kaartje konden we deze bekijken. Het thema van 2006 was muziek. Als je de doolhof van bovenaf bekeek, zag je dat sommige paden een muzieksleutel en een gitaar moesten afbeelden. Elk jaar had de doolhof een ander thema, waardoor de vorm, de paden en de route van de doolhof telkens anders zouden zijn. Toch was het geen gewoon doolhof. Het was niet de bedoeling om van A naar B te lopen, maar om juist twaalf locaties in de doolhof te vinden. Op deze locaties bevonden zich namelijk vragen over muziek, die je moest beantwoorden. Op elke locatie bevond zich een vraag voor volwassenen en eentje voor kinderen, in zowel het Frans als het Engels.

Vol goede moed stapten we de doolhof in. Al de maïs was al vrij hoog gegroeid, waardoor we er niet overheen konden kijken. Langzaamaan baanden we een weg door het hele veld. We kwamen erachter dat we niet echt een geschikte dag hadden uitgekozen om dit te doen, het was namelijk ontzettend warm. Het kwik lag naar ons idee tegen de 40ºC aan en verkoeling konden we alleen vinden in de schaduw van de maïsstengels en door middel van het drinken dat we hadden meegenomen. We dwaalden rond, op zoek naar de twaalf bordjes met vragen. Onderweg moesten we ook steeds aan de film Signs denken, waarin aliens gekke vormen in het maïsveld hadden gemaakt en vervolgens ook door het veld heen renden, op zoek naar menselijke slachtoffers. Gelukkig kwamen wij die niet tegen (Jammer, ik zie de krantenkoppen al voor me: Kessing family abducted by aliens! – redactie), de bordjes wel. De vragen waren af en toe nog best pittig. Dat de viool van Stradivarius kwam, wisten we wel, maar hoeveel snaren een grote harp had, dat was toch net iets te hoog gegrepen voor ons. Omdat het zo warm was, besloten we niet als kippen zonder kop door de doolhof te lopen, maar volgden we toch enigszins het kaartje, waardoor we de twaalf bordjes konden vinden. We liepen overigens niet altijd goed en kwamen zo nu en dan nog wel een doodlopend weggetje tegen. Na zo’n anderhalf uur liepen we met een blaadje vol antwoorden het veld weer uit. We liepen naar de balie, waar we alles lieten nakijken. Een groot aantal vragen hadden we wel goed, maar er zaten toch nog wel wat fouten in. Als kleine prijs kregen Moelai en ik een kleine button. Vervolgens rustten we uit op het terras met wat drinken. We hadden ook wel trek gekregen in een ijsje. Het meisje achter de balie hielp ons hieraan. Op een zeer klungelige manier probeerde ze onze ijsjes samen te stellen. Het duurde een tijdje, maar gelukkig bleef ze glimlachen en vonden we het allemaal maar een lollig gezicht. De ijsjes die we uiteindelijk kregen, smaakten ons wel goed.

Hierna reden we weer terug, om in Viviers eventjes te stoppen om geld te pinnen bij een automaat. Heel toevallig troffen we hier de Nederlanders van afgelopen zaterdag aan. Ook zagen we nog een boerderij met paarden, een dromedaris en twee lama’s. (Nu nog een olifant en een leeuw! – redactie) Toen we weer terug waren in het park, zijn we heel eventjes het supermarktje in gegaan voor een paar kleine dingetjes. Bij het huisje hebben we ons weer even ontspannen. Met het avondeten aten we aardappels met doperwtjes, worteltjes en een worstje. Daarna hebben we weer niets bijzonders gedaan, weer een beetje gelezen en gespeeld. Ondertussen vroegen we ons af hoeveel kinderen de Franse buren nou eigenlijk hebben, voorlopig houden we het op vijf. Terwijl mama en Moelai weer aan het duizenden zijn, zal ik zometeen ook wel weer een spelletje gaan spelen. Daarna zullen we niet al te laat naar bed gaan, omdat we morgen een lekker lange laatste ontspannen dag op het water willen gaan houden. Voor vandaag heb ik wel weer genoeg verteld. Tot ziens!

Vrijdag 21.12 uur           Gisteravond is er toch nog iets meer gebeurd dan we dachten. Op een gegeven moment hoorden we weer muziek bij het zwembad. We waren wel erg nieuwsgierig, dus liepen we er eventjes naartoe. Op een open plek was een klein podiumpje, waaromheen heel veel mensen op de trappen zaten. Vandaag was er echter geen disco of iets dergelijks, maar een sketchavond. De sketches waren helaas allemaal in het Frans, waardoor we nauwelijks iets konden volgen. Daarnaast hadden we ook niet echt de indruk dat het zulke leuke sketches waren. Ze waren allemaal erg kort en leken erg flauw. De mensen die optraden, wisselden elkaar maar snel af. Een dansoptreden konden we gelukkig wel leuk volgen. Toen we genoeg hadden van het hele gebeuren, zijn we weer teruggelopen naar het huisje om te gaan slapen.

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Weer een warme dag. Twee uur gereden om naar een doolhof te gaan. Doolhof? Wel een heel bijzonder doolhof: een doolhof van maïs. Na lang lopen, lopen, lopen, hebben we toch de uitgang gevonden. De vragen die in de doolhof stonden, hebben we niet alles goed kunnen beantwoorden. Na het uitrusten zijn we op dezelfde weg weer terug naar Larnas.
Moelai: De doolhof van maïs was wel grappig. Het was eigenlijk te warm om het vandaag te doen. Het ijsje achteraf was erg lekker.
Ria:       De maïsdoolhof was erg leuk, maar het was alleen een beetje te warm. En voor de rest was het vandaag een geslaagde dag.

Vrijdag 21 juli 2006
DAG 7

21.30 uur          Onze laatste volledige dag in Domaine d’Imbours is bijna voorbij. Morgen zullen we onze reis weer gaan vervolgen, maar eerst nog een overzicht van een lekker ontspannen dag op het water. Vanochtend zijn we weer bijtijds opgestaan om niet al te laat daarna te vertrekken. We moesten eerst even langs de receptie, om een afspraak voor morgenochtend te maken, aangezien ze het huisje moeten controleren. De afspraak staat nu op 9.00 uur. Vervolgens zijn we naar de bakker gereden, om weer vers stokbrood te halen voor tussen de middag. Daarna zijn we naar Castor Canoes gegaan.

Afgelopen maandag beviel het kanoën ons zo goed, dat het zeker voor herhaling vatbaar was. Daarnaast wilden mama en Moelai eindelijk eens echt een keertje zonnen om bruin te worden, voor zover ze dat nog niet waren, na afgelopen weken regelmatig het Scheveningse strand te hebben bezocht. Ook waren we vorige keer zeer tevreden over dit kanoverhuurbedrijf, dat we ook hier weer naartoe terug gingen. Bij een vriendelijke man achter de balie huurden we weer twee kajaks en een kano, om deze vervolgens in onze zwemkleding te water te laten. Ook vandaag was het weer druk op de Ardèche, wat niet verwonderlijk was, omdat het zonnetje ook vandaag weer volop scheen. De route was uiteraard weer dezelfde als die van maandag, dus daar zal ik nu niets meer over vertellen. De kleine stroomversnellingen waren opnieuw hartstikke spannend. Bij de meest beruchte ging het ditmaal helaas mis. Papa, Moelai en ik kwamen er prima doorheen, zonder keihard tegen de rots op te botsen en om te kiepen. Mama viel helaas wel om, met haar hoofd tegen de rotsen nog wel. Wij hadden het pas iets later door, omdat wij als eerste door de versnelling waren gegaan en bij de rand wilden pauzeren. Mama voelde zich eventjes een beetje duizelig, maar er was gelukkig niets aan de hand. Op dit moment heeft ze alleen nog twee enorm grote paarsblauwe plekken op haar been zitten. Aan de kant van het water hebben we heerlijk in het zonnetje gezeten en dit afgewisseld met wat verkoeling in het water. Ondertussen genoten we van de taferelen van alle andere kanoërs bij de versnelling. Bij de meeste mensen ging het goed, maar we hebben er toch een stuk of vier om zien vallen. Eén echtpaar hebben papa en ik zelfs nog geholpen, omdat hun kano anders wel erg zou afdrijven.

Iets voorbij de Pont d’Arc, waar er op wonderbaarlijke wijze nu een doek aan touwen hing met ‘Kamikaze’ erop, hebben we weer een tijd gepauzeerd. Hier bleven we een hele tijd zonnen, terwijl we naar de overkant keken, waar een aantal gasten van de hoge rotsen aan het springen en duiken was. Mama, Moelai en ik zijn ook nog naar de overkant gezwommen, zodat papa foto’s van ons kon maken. Het aparte was, was dat we in het midden van de Ardèche opeens weer konden staan, zo laag stond het water blijkbaar. Tegen een uur of vijf kwamen we weer aan bij het eindpunt, waar we nog een tijdje moesten wachten op het busje dat ons terug zou brengen. Met nog een aantal andere personen, reden we uiteindelijk terug, terwijl we onderweg nog wat informatie kregen over de Ardèche. Bij het beginpunt dronken we een bekertje fris, om vervolgens de mensen daar gedag te zeggen, de auto in te stappen, te tanken en terug te rijden naar het huisje. Daar hebben we ons lekker schoon gedoucht en hebben papa en Moelai nog een zielige wesp op een brute wijze vermoord (Dierenbeulen! – redactie), om daarna pasta te eten. Na het eten hebben we het grootste deel van onze spullen alweer opgeruimd, omdat we morgen vroeg op moeten staan. Nu zitten we weer eens buiten en zitten mama en Moelai weer te duizenden. Het is al vrij donker en helaas nog steeds erg warm. Tussendoor hebben we ook te horen gekregen dat het in Nederland ook zo warm is. (Ook daar was er sprake van een enorme hittegolf. – redactie) Terwijl op de achtergrond, tussen alle krekels door, de muziek van een disco klinkt, typ ik mijn laatste woorden vanuit de Ardèche. Tot morgen, op de volgende bestemming!

Zaterdag 22.05 uur         Vanaf de nieuwe bestemming toch nog even een laatste aanvulling op gisteravond. We waren toch nog even nieuwsgierig naar de disco en zijn er eventjes naartoe gelopen. Er bleek inderdaad een disco aan de gang te zijn, een heuse schuimparty nog wel. We waren niet zo geïnteresseerd en gingen terug naar het huisje om te slapen.

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Heerlijk aan het water gekanood en gepoedeld. Lekker verfrissend. Ben roodbruin geworden. Veel gelachen op het water tijdens het kanoën.
Moelai: Kanoën was weer leuk. Nu ging het voor mij meer om het zonnen en nu ben ik aardig bruin geworden. Papa en ik werkten nu wel beter samen, hij deed niet meer zo serieus, maar kon ook eens een keertje lachen toen we vastzaten. Papa en ik hebben wel lol gehad toen we de wesp gingen vermoorden.
Ria:       Ik heb een heerlijke dag gehad. Zalig gekanood. Alleen helaas mijn kano ging over de kop, met mij erbij. Maar ach, alles is toch nog goed gekomen. Dus verder geen gezeur, het was een zalige dag.

Zaterdag 22 juli 2006
DAG 8

22.07 uur          Een nieuwe week, een nieuwe locatie. De tweede week van de vakantie is begonnen! Al dit nieuws begon bij vanochtend, toen mijn irritante telefoonwekker om 7.00 uur al ging. Snel stonden we allemaal op, om vervolgens al onze spullen bijeen te rapen en deze naar de auto te brengen. Vervolgens hebben we het hele huisje opgeruimd en schoongemaakt, waarna we konden wachten op de vrouw die alles zou nakijken. Deze kwam een kwartier eerder dan gepland. Ze vond het huisje er prima uitzien en voordat we het wisten, hadden we de sleutel aan haar gegeven, zaten we in de auto en haalden we onze borg weer op bij de receptie. Voordat we echt vertrokken uit Domaine d’Imbours, kochten we nog wat te eten bij de bakker. Hierna vertrokken we voor een reis van zo’n vijf uur. Onze bestemming was Divonne-Les-Bains, een plaatsje vlakbij de Zwitserse grens, 8 kilometer ten westen van het meer van Genève. Via een aantal kleine weggetjes, bereikten we de tolsnelweg. Terwijl wij op een normale manier in noordelijke richting konden rijden, zagen we aan de andere kant een kilometerslange file staan. We waren blij dat wij hier niet in stonden, zelfs vorige week leek nog minder erg dan dit. Onderweg deden we niet veel. Moelai heeft gelegen en gelezen, ik heb nog een stuk van Harry Potter gelezen en op mijn DS gespeeld. Nadat we Lyon waren gepasseerd, hebben we gepauzeerd op een parkeerterrein om te lunchen. Het weer was vandaag totaal anders dan de afgelopen week. Het was de hele tijd bewolkt en ook iets minder warm. Vlak voordat we weg wilden gaan van het parkeerterrein, begon het zelfs zachtjes te regenen. Vanaf hier nam ik weer eens het stuur over. Het rijden bleef nog steeds prima te doen. Hoe meer we onze eindbestemming naderden, hoe meer we door bergen kwamen. Gelukkig waren hier vele tunnels en bruggen aangelegd, waardoor iedereen toch op een mooie snelheid kon blijven rijden. Tevens was het mijn eerste ervaring met het rijden door een tunnel met een lengte van meer dan 3 kilometer. Eventjes later kwam ook nog eens mijn eerste ervaring met het betalen van een tolweg. Dit was ook het moment om de snelweg te verlaten en het laatste gedeelte over kleinere wegen af te leggen. Dit laatste uurtje heeft papa echter gedaan. Op dit laatste gedeelte van de route merkten we aan de omgeving qua bergen en dorpjes dat we vlakbij Zwitserland zaten, alles zag er toch net een beetje anders uit. Onderweg kwamen we nog langs een ED, waar we een paar kleine dingetjes insloegen.

Om 14.00 uur bereikten we Camping Le Fleutron in Divonne-Les-Bains. We stapten de receptie binnen, om daar de hele kast met foldertjes te plunderen en in te checken. Dit verliep heel wat sneller dan vorige week. We mochten de auto het campingterrein op rijden, waar we eventjes later door een medewerker naar onze stacaravan begeleid werden. Deze lag helemaal achteraan in het park. Dit lijkt weer erg ver, maar dat valt reuze mee. De camping, die zowel gewone plekken voor tenten heeft, als stacaravans, is helemaal niet zo groot en ligt op een heuvel. Onze caravan staat bovenaan en heeft een behoorlijk grote ruimte voor de deur, waarop we van alles kunnen doen. De caravan zelf is vrijwel gelijk aan die van vorig jaar: klein, maar fijn. Er zijn twee slaapkamers, eentje met twee eenpersoonsbedden en eentje met een tweepersoonsbed. Daarnaast is er nog een toilet, een badkamertje en een middenstuk met bank, tafel en keukentje. De man die ons hiernaartoe had gebracht, vertelde nog het een en ander. Hij nodigde ons ook nog uit voor de ontvangst morgenochtend om 11.00 uur, maar vertelde ook dat er op datzelfde moment in het dorp een markt zou zijn. Vanaf ons terras hebben we door de bomen een leuk uitzicht op de Mont Blanc, de hoogste berg van Europa (met een hoogte van 4808,45 meter – redactie). Tevens kunnen we een stuk van het meertje iets verderop zien. Vooral nu het donker is, is het een mooi gezicht aan de overkant, omdat er overal lampjes branden. Ook vliegen daar om de vijf minuten vliegtuigen voorbij, omdat er twee vliegvelden vrij dichtbij zijn. Nadat de meneer van de camping was vertrokken, pakten we alle spullen uit de auto, om ze een mooi plekje te geven in de caravan. Het paste allemaal maar net. Op dat moment kwamen ook onze buren aan rijden, Nederlanders uiteraard. De andere buren, die hier al langer zitten, zijn overigens Frans. We wilden het park bekijken en liepen daarom even rond. Het was inderdaad niet groot en al snel waren we weer bij de ingang van het park, waar we keken bij de kruidenier, die gesloten was, en het zwembad met snackbar/restaurant. Het zwembad was niet al te groot en bijzonder, maar zou toch prima dienst moeten doen om verkoeling te zoeken voor de warmte. Wat betreft die warmte, die was nu weer volop aanwezig, ook al scheen de zon niet heel erg fel, vanwege alle bewolking. Bij de snackbar maakten we een klein praatje met barvrouw Florence, waarna we een ijsje kochten. Terug bij de caravan hebben we al onze foldertjes even doorgekeken, om te kijken of er nog leuke dingen te doen zijn in de buurt. Of dat daadwerkelijk het geval is, zal komende dagen duidelijk worden. Verder hebben we nog lekker zitten ontspannen op het terras.

Op een gegeven moment kregen we honger. Aangezien mama vandaag niet wilde koken en we makkelijk wilden eten, zijn we naar het restaurantje gegaan, waar we op de kaart een aantal lekkere dingen bestelden. Moelai en ik namen patat met kipnuggets, mama een pizza royale en papa patat met een gehaktbal. Op het terras van het restaurant zaten aardig wat mensen, toch stonden er maar twee personen in de open keuken, waarvan de hoofdkok in zijn zwembroek. Blijkbaar waren deze personen ook niet zo ervaren in het klaarmaken van eten. Moelai en ik hebben genoten van ons lekkere eten, papa en mama echter niet. De gehaktbal bleek een halfrauw tartaartje te zijn en de pizza was aan de zijkant helemaal zwart. Beide dingen waren dus nauwelijks eetbaar. Terwijl de hele camping er netjes en verzorgd uitzag, was de service in het restaurant best slecht te noemen. Wij waren zeker niet de enige met halfgare tartaartjes en aangebrande pizza’s. Toch leek er niets aan te gebeuren. Half ontevreden verlieten we het restaurant weer, om op het terras van de caravan te gaan zitten. Daar is papa wat gaan lezen, zijn Moelai en mama gaan duizenden en ben ik gaan puzzelen. Mama en papa hebben nog een klein wandelingetje over de camping gemaakt, daarna was het aardig donker geworden en hebben we de buitenlamp aangezet. Terwijl de muggen vrolijk rond zoemen, ben ik alweer bang voor de zesde muggenbult. Afgelopen week heb ik er al vijf gekregen en die toevallig allemaal op mijn rechtervoet. (Haha, het bevalt ze daar blijkbaar wel. – redactie) Hier buiten is het al behoorlijk afgekoeld, zo fris als nu hebben we het deze vakantie nog niet meegemaakt. Nu mama en Moelai zijn uitgekaart, gaan we ons zo klaarmaken om te gaan slapen. Het is al 23.20 uur en we hebben al een lange dag achter de rug. Het wordt tijd om onze nieuwe bedden uit te testen. Dag!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   De reis naar Divonne was nog korter dan ik had gedacht. De omgeving is schitterend, hopelijk krijgen we deze week net zulk mooi weer als verleden week.
Moelai: Vanmorgen heel vroeg opgestaan. Gelukkig heb ik nu in dit nieuwe huisje een eigen bed. We hebben een groot stuk terras, waar we kunnen zitten en zonnen. Ik haat vliegen!
Ria:       Vanmorgen vroeg opgestaan om te vertrekken naar Divonne, onze tweede week van de vakantie. Het ziet er hier goed uit, maar we hebben alleen nog niet veel zon gezien. Hopelijk gaat morgen de zon lekker schijnen en gaan we de omgeving een beetje verkennen. Tot morgen.

Zondag 23 juli 2006
DAG 9

21.07 uur          Uiteraard werd mijn vrees keiharde realiteit, een zesde muggenbult was vanochtend verschenen op mijn rechtervoet. Maar dit keer hebben ze mijn linkervoet niet overgeslagen, ook daar bevindt zich nu een klein kriebelig bultje. Een ander vervelend iets was mijn bed. Ten eerste kraakte het verschrikkelijk en ten tweede zat er een enorme kuil in mijn matras, waardoor ik met pijn in mijn rug wakker werd. Papa en Moelai hadden gelukkig nergens last van, mama had last van een scheef bed, omdat de plank scheef lag. Dit was gelukkig wel eenvoudig te verhelpen. Nadat we waren opgestaan en helemaal klaar waren, vertrokken we met de auto naar het dorpje Divonne-Les-Bains. Ondanks de bewolking was het toch nog redelijk weer om de zondagochtendmarkt te bezoeken. Het was maar een heel klein stukje rijden naar het dorpje, waar we al vrij snel een parkeerplekje vonden. Vervolgens was het nog een stukje lopen naar de markt. Onderweg kwamen we nog langs een oud theater en een casino, waaromheen diverse mooie fonteintjes stonden. We volgden de mensen die we zagen lopen, aangezien ze allemaal dezelfde kant uit liepen. Hier was inderdaad het begin van de markt. Deze markt was nog vrij groot, lang en druk en stond vol met verschillende kraampjes. Met een ontzettend traag tempo slenterden we langs kraampjes met kleding, fruit, groenten, stukken vlees, kippen, kaas, brood, vis, snoep, antiek, uiensnijders, badkamerkleedjes en nog veel meer. Alle poelierkraampjes vielen best op, aangezien het er vrij veel waren en ze allemaal ook heel wat kippen aan de spies hadden hangen. We vroegen ons af of alles wel verkocht zou worden. (Ditmaal niet aan Jassin, helaas. – redactie) Op de markt was ook nog een typische Fransman op een accordeon typische Franse liedjes aan het spelen. Nadat we de markt uit waren gelopen, liepen we een stukje verder, om te kijken bij het meertje. Eerst kwamen we langs een groot zwembad, met een aantal hoge duikplanken en een glijbaan. Eventjes verder kwamen we aan bij het kleine haventje van het meer, waar je diverse niet-gemotoriseerde bootjes kon huren. Vandaag echter niet, aangezien het gesloten was. Op vissen en vogels na, zagen we niemand op of in het water zwemmen, behalve bij een speciaal afgesloten gedeelte. Hier kon je tegen betaling wel legaal in het meer zwemmen. Dit wilden we niet doen, ook vanwege het feit dat de bewolking erger was geworden en het zachtjes begon te druppelen. We besloten om maar terug te lopen naar de auto, gelukkig hielden de druppels nu op. De straatjes hier zagen er apart uit, ze waren breed en vol met groene boompjes en struikjes. Hier en daar stonden kleine palmboompjes en de vrijstaande huisjes zagen er mooi uit. Terug bij de markt kocht Moelai bij een kippenkraampje nog een bakje met aardappeltjes, die ze bij de auto opat. Mama, papa en ik namen een croissantje. Nu begon het echt te regenen en besloten we terug te gaan naar het park.

In het park hebben we op het terras gezeten om te ontspannen. De regen had ondertussen alweer plaats gemaakt voor de zon, maar deze werd toch nog vaak genoeg afgewisseld met bewolking. Moelai en mama wilden toch nog proberen bruin te worden en liepen naar het zwembadje. Papa en ik bleven bij de caravan achter. Ik ben gaan puzzelen. Of mama en Moelai veel bruiner zijn geworden, betwijfel ik, aangezien er toch nog aardig wat bewolking aanwezig was in de tijd dat zij weg waren. Op een gegeven moment wilde papa ook nog even afkoelen in het zwembad. Toch duurde het niet lang voor hij met mama weer terug was bij de caravan. Moelai bleef nog met de twee buurjongens in het zwembad. Ik had ondertussen mijn twee puzzels af en ben gaan lezen, om daarna nog wat te spelen op mijn DS. Toen Moelai terug kwam, is ze nog eventjes gaan lezen. Een tijd later zijn we gaan eten, soep met groenten, balletjes en stokbrood. Na het eten hebben we niets bijzonders meer gedaan. Op een gegeven moment is Moelai weer weggegaan met de buurjongens. Iets later zijn papa en ik een ijsje gaan halen bij de bar, om daar ook even te kijken bij het bingo, die op dat moment bijna zou beginnen. Nu zitten we met z’n drieen voor de caravan. Daarnet heb ik voor het eerst deze vakantie mijn lange broek aangetrokken, niet alleen omdat het wat koeler was geworden, maar voornamelijk om de muggen van mijn benen weg te houden. Ik had er op mijn linkervoet alweer een muggenbult bij gekregen en mijn linkerbeen was ondertussen ook al getroffen. De rest van de avond zullen we ook niets speciaals meer gaan doen. Ik houd het daarom maar hierbij. We zullen zien wat morgen gaat brengen. Hoi!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Een rustige dag. Helemaal niks gedaan, alleen naar de markt geweest in het dorp Divonne. Maar een warme dag.
Moelai: Het marktje was wel grappig, heb lekkere kipkrieltjes (zonder krielkipje – redactie) gekocht. Het zwembad was gezellig. Die avond alle jongelui van de camping ontmoet bij de tafeltennistafel, dat was ook erg gezellig.
Ria:       Lekker wezen markten in Divonne. Het was er erg gezellig. Vanmiddag heb ik lekker gezwommen met Moelai in het zwembad van het park. Ook lekker kunnen zonnen. Kortom, een lekker relaxed dagje.

Maandag 24 juli 2006
DAG 10

21.57 uur          Ook de tweede maandag van deze vakantie is alweer bijna voorbij. Echt een heel bijzondere dag was het vandaag niet, hij was eerder vrij nutteloos. Ik zal vertellen over de dingen van vandaag. Vanochtend werd ik gelukkig niet met pijn in mijn rug wakker. Dit kwam omdat we het een en ander hadden omgedraaid. Mama sliep nu in het bed waar ik eerst in lag, in de kamer bij Moelai dus, want mama bleek geen last van het matras te hebben. Papa sliep nu op de slaapbank, die ditmaal wel goed was uitgeklapt. Ik sliep vannacht op het tweepersoonsbed. Dit alles beviel ons nu wel goed en we houden dit aan voor de rest van de week. We werden niet al te laat wakker en nadat we waren opgestaan, aten we van het verse stokbrood dat papa bij het winkeltje had gehaald. De rest van de ochtend hebben we het vrij rustig gehouden. Mama heeft een sudoku proberen op te lossen, papa en Moelai zijn gaan lezen en ik heb een Japanse puzzel zitten maken. We zijn al vroeg gaan lunchen, stokbrood met soep, omdat we weg wilden gaan. We zitten hier heel dicht langs de grens met Zwitserland en Genève en het meer liggen op een steenworp afstand. We hadden het idee om één dag naar Genève te gaan en één dag op het meer iets leuks te doen. Vandaag wilden we dat eerste doen. Het enige probleem is dat we met de auto niet op de Zwitserse snelwegen mogen rijden, aangezien we geen vignet hebben. Omdat deze ook vrij duur is, wilden we deze ook niet aanschaffen. We stapten de auto in en probeerden via kleinere wegen Genève te bereiken. Terwijl we vele kleine dorpjes, restaurantjes en supermarkten passeerden, kwamen we steeds meer in de buurt van Genève. We moesten zelfs een kleine omleiding volgen. Nadat we een behoorlijke tijd hadden gereden, kwamen we uiteindelijk bij de Zwitserse grens. De douane konden we met gemak passeren, maar op het laatste moment bleek toch dat we de snelweg over moesten, om in de stad te komen. Dit was erg vervelend en deed ons besluiten om maar terug te keren. Op de terugweg kwamen we in het dorpje Gex, dat we wel even wilden bezoeken. Probleem was alleen dat de winkels waren gesloten, omdat het nog geen 14.00 uur was. We hadden geen zin om hier op te wachten, ook omdat we zagen dat er nou niet heel veel bijzonders was.

In een van de foldertjes hadden we gelezen dat er in de buurt een kabelbaan was. Deze zou beginnen in Crozet en je helemaal naar de top van de Mont Jura brengen. Dit leek ons ook wel gaaf, dus zijn we vanuit Gex hiernaartoe gereden. Via een paar kleine wegen binnendoor bereikten we het beginpunt van de kabelbaan. Het was alleen ontzettend rustig op de parkeerplaats, ook hadden we niet echt de indruk dat de kabelbaan draaide. Toen we de bordjes daar lazen, werd het ons duidelijk: de kabelbaan was alleen maar in de weekenden geopend! Na alle eerdere tegenslagen vandaag, was dit opnieuw erg balen. Omdat het warm weer was, besloten we om maar terug te gaan naar de camping, om daar het zwembad in te duiken. Eerst moesten we echter nog langs een benzinestation. Deze vonden we, maar opnieuw konden we het vergeten, je kon hier alleen met een creditcard betalen. Gelukkig was de supermarkt naast de pomp wel open, waardoor we nog even wat drinken konden kopen.

Terug op de camping hebben we ons snel omgekleed, om vervolgens naar het zwembad te lopen. Het is maar een klein bad, dat aan de ene kant ondiep was en aan de andere kant diep. Toch was het erg druk in het zwembad. Moelai kwam hier weer wat mensen van gisteravond tegen en trok daarmee op. Wij hebben gewoon wat rondgehangen in het zwembad. Mama is ook nog gaan zonnen op een ligstoel aan de kant. Op een gegeven moment kwam er weer aardig wat bewolking aan, waardoor papa en ik het water uit zijn gegaan en naar de caravan zijn terug gelopen. Mama en Moelai volgden zo’n tien minuten later. Dit was maar goed ook, aangezien het niet lang daarna begon te regenen. De parasol op het terras diende voor de verandering nu eens als schild voor de regen. Een kwartiertje later hield het op met regenen, maar heel veel meer zon hebben we niet gezien. Totdat we gingen eten, hebben we ons op het terras nog wat ontspant. Als avondeten aten we aardappels met groenten en een worstje. Hierna hebben we opnieuw niets bijzonders meer gedaan. Moelai is weer weggegaan, papa en ik zijn nog even bij de bar gaan kijken voor de TV Games, die vandaag op het programma stonden. Wat het voor moest stellen wisten we niet en zullen we ook nooit te weten komen, omdat er niets te zien viel bij de bar. (Arme Kessings, geen Genève, geen kabelbaan, geen tankstation, geen TV Games. Wij leven met jullie mee.– redactie) Bij de caravan kwam de buurman nog een praatje maken. Hij vertelde dat hij wel het lef had genomen om een paar kilometer zonder vignet op de Zwitserse snelweg naar Genève te rijden. Bij het meer daar scheen het nog best leuk te zijn. Misschien dat wij het deze week ook nog eens aandurven. Ook vertelde hij over een andere kabelbaan, waar we morgen een kijkje wilden gaan nemen. Hij gaf ons nog enkele tips om die plek te bereiken. Daarnaast wist hij nog een benzinestation in het dorp aan te wijzen waar je wel met geld kon betalen. We zijn hem dankbaar. (Dat klinkt zeker al wat hoopvoller. – redactie) Nu zitten we in het donker buiten voor onze caravan. Daarnet zijn papa en mama even bij het maïsveld buiten de camping gaan kijken, maar al de maïs was nog erg klein. In de verte zag ik een kleine flits van vuurwerk, maar het was te ver om het echt te aanschouwen. De rest van de avond zullen we onze tijd wel weer gaan uitzitten. Tevens hopen we dat het morgen een geslaagdere dag zal gaan worden dan vandaag, veel erger kan het naar ons idee niet worden. Bye!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Warme dag, voor niks naar Genève gereden. Ik durfde niet de autobaan op te rijden, was bang om een bekeuring van de Zwitserse politie te krijgen. Verder zijn we even in het zwembad gegaan. Deze week gaan we nog eens een poging wagen om het meer van Genève te bereiken.
Moelai: Jammer dat we Genève niet in kwamen. Twee uur voor niks in de auto gezeten, maar daarna heb ik wel een kwartiertje in de zon kunnen zitten, daarna ging het regenen. Daarna met mensen van het park weggeweest, dat was wel gezellig.
Ria:       Beetje trieste dag vandaag, alles ging verkeerd. Geen Genève, geen kabelbaan, dan maar naar het zwembad, maar ook daar helaas, de zon verdween. Dan maar onder onze parasol in de regen. Hopelijk wordt het deze week een beetje beter, qua weer en qua dingen die we willen doen.

Dinsdag 25 juli 2006
DAG 11

21.50 uur          Het is ons gelukt om vandaag tot een geslaagdere dag te maken dan gisteren. Daarnaast hebben Moelai en ik het hoogste punt ooit in ons leven bereikt, tot dusver dan. Terwijl papa’s gezicht op dit moment wegtrekt van zijn superzure zelfgemaakte ijsje, spring ik eerst even terug naar vanochtend, waar we rustig en iets later dan normaal (niet meer dan een halfuur) zijn opgestaan. We ontbeten met lekker vers stokbrood en hebben de rest van de ochtend niet veel meer gedaan. Papa is even benzine gaan tanken in het dorp, Moelai heeft een stuk gelezen en mama en ik zijn gaan puzzelen. Ondertussen kwamen ook de buurjongens even op bezoek, omdat hun ouders weg waren en ze de sleutel van hun caravan hadden meegenomen. Vandaag was het opnieuw een lekkere dag, ook al was er wel wat bewolking in de lucht, Moelai vond het jammer dat er vanwege de hoge bomen schaduw op ons terras viel. Na de lunch van stokbrood en soep hebben we nog steeds even op het terras gezeten. We wilden vandaag namelijk naar de kabelbaan van La Facille en Mijoux gaan, dat op de Mont Jura zou liggen. Maar aangezien het hier pas om 14.00 uur open zou gaan en het niet al te ver rijden was, gingen we niet al te vroeg weg.

We reden weg, op weg naar Gex. Van hieruit moesten we de berg Mont Jura beklimmen. Via behoorlijk wat slingerwegen met haarspeldbochten, die toch een stuk minder scherp waren dan die van vorige week, baanden we ons een weg naar de top. Zo ver zou het met de auto echter niet komen, aangezien je de rest alleen kon afleggen met een kabelbaan. We parkeerden de auto op een parkeerterrein en genoten nu al van het kleine stukje uitzicht dat we hier hadden. Achter ons bevonden zich diverse winkeltjes met Zwitserse souvenirs en etenswaren. We liepen een stukje verder en kwamen tussen enkele gebouwtjes van La Facille terecht. Dit was in feite maar een tussenstop voor skiërs in de winter. Onder aan de berg ligt Mijoux, het echte skidorp. Met een stoeltjeslift kon je omhoog naar La Facille. Van hieruit was het mogelijk om naar beneden te skiën (mits er dus sneeuw lag – redactie). Je kon met de kabelbaan echter ook nog een stuk hoger, naar de top van dit stuk gebergte, om van daar naar beneden te skiën. Nu lag er uiteraard geen sneeuw, maar waren de kabelbanen wel opengesteld voor alle toeristen die van het uitzicht wilden genieten. Enkele skipistes dienden nu als wandelpaden voor de sportievelingen. Wij liepen naar de balie om een retourtje voor de kabelbaan te kopen. In afgesloten cabines lieten wij ons van 1324 meter naar 1533 meter hoogte vervoeren. Terwijl mama bibberde vanwege haar hoogtevrees en Moelai allerlei rampscenario’s met de kabelbaan afspeelde, genoten papa en ik van de weg omhoog, terwijl we foto’s maakten en de rit filmden. De kabelbaan ging vrij snel en we waren dus ook vrij snel boven. Terwijl we langs gesloten skipistes liepen, begaven we ons naar een punt waar we een enorm mooi panoramisch uitzicht hadden op de omgeving. Hetgeen dat het meeste opviel, was het reusachtig grote meer van Genève. Hierop zagen we minuscuul kleine witte stipjes, bootjes die over het meer heen vaarden. Voor het meer zagen we de omgeving die wij kenden, het gebied waar wij gisteren doorheen waren gereden. Allerlei kleine dorpjes, zoals Gex, en wijde landschappen waren daar ver beneden ons te ontdekken, net als een groepje bruine koeien. Ook zagen we het meer van Divonne-Les-Bains, dat als een druppel in een emmer water leek, als je het vergeleek met het grote meer dat iets daarachter lag. Achter het meer van Genève zagen we weer de hoge bergen van de Zwitserse Alpen, met helemaal in de verte de hoogste berg van Europa, de Mont Blanc, die meer dan drie keer zo hoog is als het punt waar wij nu op stonden. Helaas was deze witte reus (Wast een berg, kost een beetje! – redactie) moeilijk te zien, aangezien het enorm mistig was. Van ons terras zouden we hem ook moeten kunnen zien, maar dat is ons tot dusver nog niet echt goed gelukt. Aan de andere kant van de berg, aan de kant van de kabelbaan, was helaas niet veel te zien. Aan de zijkant konden we nog een stuk de berg oplopen, waardoor je een nog hoger punt kon bereiken. Via kleine vervelende stenen paden begaven we ons een stuk verder en hoger. Nu stonden we bijna op 1600 meter hoogte, een hoogte die Moelai en ik nog nooit in ons leven hebben bereikt. Terwijl we ons ergerden aan alle vervelende mieren, vliegen en wespen, genoten we ook hier van het uitzicht, ook al was die hier nog steeds hetzelfde als daarvoor. Het was te merken dat we zo hoog stonden, aangezien het hier een stuk koeler was dan beneden. Toen we naast ons keken, zagen we dat de Mont Jura nog verder doorliep, zowel in de breedte als in de hoogte. Het allerhoogste punt was ook nog lopend bereikbaar, maar dat was toch nog een aardige wandeling en dit hebben we dan ook niet gedaan. Met slippers waren de bergen niet enorm makkelijk te bewandelen en per ongeluk hadden we ook ons drinken in de auto laten staan. Nadat we genoeg kregen van het uitzicht, liepen we terug naar de kabelbaan, om weer naar beneden te gaan. Bij een Zwitsers winkeltje (ook al zaten we nog in Frankrijk) keken we even rond en kochten we twee lekkere repen Zwitserse chocola, die we lopend naar de auto verorberden. Bij de auto dronken we wat.

Met de auto reden we nog niet naar huis, maar naar Mijoux, het dorpje dat onderaan aan de andere kant van de Mont Jura lag. Hiervoor moesten we weer over slingerwegen naar beneden. Toen we in Mijoux aan kwamen, hadden we het idee dat we in een typisch Zwitsers skidorp terecht waren gekomen. Het enige dat niet klopte aan onze gedachte was het Zwitserse gedeelte. Het Franse dorpje stelde niet veel voor. Er waren een paar huisjes, maar verder bevatte het alleen maar kleine café’s, een paar kleine winkeltjes, maar voornamelijk skiwinkels en skischolen. De meeste waren op dit moment gesloten. Terwijl het zonnetje op onze hoofden scheen, waarschuwden enkele bordjes ons nog voor vallend sneeuw van de daken. Bij het plaatselijke kerkje waren we getuige van een begrafenis. Bij een cafeetje hebben we een ijsje genomen, dat vanwege de slechte werking van de vriezer, al half gesmolten was. In een grote sieradenwinkel, waar ze zelf ook sieraden maakten en dat tevens een museum had, keken we nog even rond, alvorens terug te lopen naar de auto.

Ditmaal moesten we de hele berg weer op, om hem aan de andere kant weer af te rijden. Onderweg moedigde Moelai nog een aantal wielrenners aan die de berg probeerde te beklimmen. Toen we weer in Gex waren, hebben we de auto geparkeerd, zodat we hier nog eventjes rond konden kijken. Het centrum van het dorpje stelde eigenlijk helemaal niets voor, er zaten enkele winkeltjes verspreid door de kleine straatjes. We liepen weer naar de auto en reden naar een Chinees restaurant, dat we gisteren onderweg waren tegengekomen. Het restaurant zou pas om 18.45 uur open gaan. Omdat de restauranteigenaar te laat was met het openen van het restaurant, aangezien hij in de achtertuin nog met zijn kleine kindjes aan het spelen was, moesten we nog even wachten. Helaas begon het op dit moment te regenen, waardoor we nog even in de auto moesten schuilen. Toen het restaurant eindelijk geopend werd, konden we naar binnen, waar we plaatsnamen aan een tafeltje. Terwijl we bleven kijken naar de vrouw met haar kinderen, bestelden we te drinken en te eten. Heel korte tijd later, veel eerder dan we hadden verwacht, werd het eten al voor ons neergezet. (Het restaurant heette niet voor niets Shanghai Express. – redactie) Papa had bami met groenten, mama had een Thais gerecht met varkensvlees en Moelai en ik hadden iets met kip. We kregen er rijst bij. Ondanks dat de porties niet supergroot waren, vonden we het toch genoeg en was het ook erg lekker. Achteraf namen papa, mama en ik nog een ijsje. Ik had een apart ijsje, ik kreeg mijn citroenijs in een uitgeholde citroen.

Nadat we waren uitgegeten, reden we weer terug naar de camping. Daar hebben papa en ik even gebadmintond. Moelai is even later weer met mensen naar de bar gegaan. Papa, mama en ik bleven bij de caravan zitten. Ondertussen deden we niet al te veel meer. Daarnet kwam Moelai weer terug. Nu is het al vrij laat geworden en is het tijd om naar bed te gaan. Morgen willen we alsnog naar Genève gaan, dus we gaan dan ook nog lange dag krijgen. Welterusten allemaal!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Een leuke dag met een prachtige panoramische omgeving. De kabelbaan en daaromheen is schitterend. Lekker Chinees gegeten.
Moelai: Het uitzicht van de Mont Jura was wel mooi. De vliegen waren wel irritant, zoals altijd. Chinees was wel lekker eten.
Ria:       Een geweldige dag. Ik heb helaas wel weer mijn hoogtevrees aan de kant moeten zetten, want ik moest weer een kabelbaan in. Maar het resultaat was geweldig. We hebben een heel stuk heerlijk de bergen in gelopen, heerlijk van de uitzichten genoten en toen moest ik weer mijn hoogtevreesangst opzij zetten, om weer met de kabelbaan naar beneden te gaan. We hebben onze dag afgesloten met een heerlijk etentje bij de Chinees. Kortom, een fantastische dag.

Woensdag 26 juli 2006
DAG 12

21.18 uur          Terwijl er op dit moment aan een potje duizenden begonnen wordt tussen Moelai en de buurjongen, zal ik vertellen over deze dag in Zwitserland. Vanochtend stonden we rond het gebruikelijke tijdstip op. We ontbeten weer met stokbrood en deden het verder rustig aan. Voor de caravan hebben we de tijd een beetje uitgezeten met puzzel- en leesboekjes. De buurjongens kwamen voor de gezelligheid ook nog even langs. Na de lunch van soep en stokbrood stapten we de auto weer eens in. Vandaag wilden we onze grenzen verleggen en opnieuw de grens met Zwitserland passeren, door een stukje illegaal over de Zwitserse snelweg te rijden. Ditmaal namen we geen omweg, maar reden we rechtstreeks naar de douane, waar we gewoon doorheen konden rijden. Zonder vignet betraden we de snelweg van Zwitserland, waar we een minuut of tien overheen moesten rijden. Dit bleek gelukkig toch geen probleem te zijn en voor we het wisten, zaten we al in het hartje van Genève. (Phew, wat een opluchting! – redactie) Het enige waar we ons nu nog zorgen over maakten, was dat Zwitserland geen euro’s heeft en wij geen Zwitserse franken hadden. Nu gingen we echter eerst op zoek naar een parkeerplek. Terwijl we langs het grote meer van Genève reden, volgden we de bordjes van een parkeergarage. Toen we deze bereikten, parkeerden we de auto op de vijfde etage en liepen we naar buiten, het heerlijke zonnetje in. Al vrij snel liepen we op de promenade langs het meer van Genève, dat tegenwoordig Lac Léman heet. Aan de overkant van het meer zagen we de grote fontein van het meer, die metershoog de lucht in spoot. Deze begon aan de kade en werd enigszins richting het meer geschoten, zodat de mensen op de kade niet nat werden. Precies achter de fontein, helemaal in de verte, zagen we opnieuw de top van de Mont Blanc liggen. Hij was ditmaal een stuk duidelijker dan gisteren. We liepen een stukje over de promenade, terwijl links van ons allerlei grote dure hotels lagen. Op de promenade bevonden zich diverse barretjes. In dit gedeelte van het meer lag een hele plezierhaven. Op het meer zagen we enkele mensen met hun bootjes rondvaren. Toch waren het er niet enorm veel, aangezien er toch erg veel wind stond. We liepen een golfbreker op, die tevens toegang verschafte tot enkele bootjes. Vanwege de wind beukten vele golven hard tegen de golfbreker op. Terwijl we even op de stenen zaten om te genieten van het meer en de omgeving, werden onze benen af en toe lekker nat gespetterd. We hadden nog de mogelijkheid om een rondvaart op een van de vele rondvaartboten te maken, maar dit hebben we niet gedaan. In plaats daarvan, gingen we op zoek naar het centrum.

We zagen een bordje met Tourist Information erop. Deze volgden we, omdat we ervan uit gingen dat hier het centrum wel zou liggen en daarnaast hoopten we op wat meer informatie over de stad. We wisten namelijk niets over Genève, omdat we er geen boekje over hadden en van tevoren niets op internet hadden gezocht. Even later vonden we het gebouwtje en namen daar een plattegrond van de stad mee. We zagen dat we ons niet ver van het centrum meer bevonden. Via een grote drukke weg en een aantal kleine straatjes, bereikten we de brug over de Rhône, die we overstaken. Het water was hier ook aardig wild, met hier en daar kleine draaikolkjes. Aan de overkant van het water kwamen we meteen uit in de grote winkelstraat van de stad. Ondanks dat er trams en auto’s op de weg reden, waren er aan weerszijden grote en kleine winkels. Sommige winkelketens kenden we ook van Nederland, maar er waren nog genoeg nieuwe winkeltjes over. Wat opviel, was de aanwezigheid van vele horlogewinkels. Op zich niet heel verbazend, als je bedenkt dat de meeste wereldberoemde horloges van Zwitserse makelij zijn. Daarnaast waren er ook genoeg zakmessen te vinden. Moelai en mama zijn nog een aantal winkeltjes in geweest, om onder andere nieuwe oorbellen voor Moelai te kopen. Het betalen ging makkelijker dan gedacht. (Phew, gelukkig nog een opluchting! – redactie) De juwelier accepteerde namelijk wel euro’s, maar gaf als wisselgeld Zwitserse franken terug, vandaar dat er nog iets over was om te besteden. Bij een koffiecafé kochten ze nog wat te drinken en vervolgens hadden we de winkelstraat wel gezien. Heel veel bijzonders is er namelijk niet over te vermelden, een winkelstraat is immers gewoon een winkelstraat.

Op de plattegrond zagen we dat het centrum nog wel iets groter was dan dit. We liepen een stukje door, maar kwamen niet heel veel meer tegen. Via een aantal rustige straatjes met een paar kleine winkeltjes en kraampjes, kwamen we uit op een klein pleintje met een kathedraal, die verder helemaal verscholen zat tussen gebouwen, waardoor je er niet veel van kon zien. Papa is even binnen gaan kijken, maar hier waren ze aan het restaureren. We rustten even uit op het pleintje, voordat we verder liepen. Nu kwamen we langs een ruimte met verschillende kanonnen en kunstwerken op de muur. Het zag er apart uit, maar waar het nou voor diende, wisten we niet. Iets verderop zagen we de rand van een park, maar deze lag heel wat meter lager en zag er niet echt aantrekkelijk uit, waardoor we verder liepen. In een smalle straat met allerlei dure sjieke winkels, liepen we bergafwaarts, waardoor we uiteindelijk weer bij de rivier uitkwamen. Hier nam ik een ijsje met supergrote bollen, waarna we verder liepen. We waren weer op weg naar de parkeergarage, omdat het al zo’n beetje het einde van de middag was en we de avondspits wilden vermijden. Via nog wat straatjes met allerlei buitenlandse zaakjes, kwamen we weer bij de parkeergarage, waar we gelukkig met euro’s konden betalen. Toen we echter met de auto de garage uit wilden rijden, hadden we een probleem bij het poortje. Ons parkeerkaartje werd geaccepteerd, maar er werd op het display vermeld dat we even moesten wachten. Dit wachten leek echter een eeuwigheid te duren en kon niet echt goed zijn. Papa drukte op het telefoonknopje en even later kwam er een mannenstem. Met enige moeite wisten we hem te melden dat er een probleem was en gelukkig opende hij de poort, waardoor we alsnog naar buiten konden rijden. We wierpen nog een laatste blik op het meer en reden toen via een andere weg de stad uit. Na een paar grotere wegen reden we Frankrijk alweer in, waardoor we uitkwamen bij een rotonde waar we maandag ook al rondom hadden gereden, toen we op zoek waren naar een weg binnendoor. Nu waren we immers helemaal niet op de snelweg geweest! Het maakte nu allemaal niet meer uit, ons dagje Genève was voorbij. Het was geen onaangenaam bezoek, maar echt een geweldige stad was het ook niet.

We moesten nu een stuk langer door een aantal kleine binnenwegen rijden om de camping te bereiken. Hier kregen we van de buren te horen dat het hier een groot deel van de middag ontzettend geonweerd en geregend had. Alhoewel het zonnetje nu weer scheen, was alles nog vrij nat. Gelukkig hadden de buren de handdoeken aan het wasrek even binnengehaald. Op het terras hebben we uitgerust en lekker ontspannen. Ik heb nog een stukje Harry Potter gelezen en New Super Mario Bros op mijn DS gespeeld. ’s Avonds aten we macaroni. Na het eten heb ik nog een beetje gespeeld, is mama gaan puzzelen en is Moelai weer met mensen naar de bar gegaan. Ondertussen genoten we nog eventjes van een eekhoorn die in de bomen tegenover ons klom. Wat later zijn papa en ik beneden nog even bij het pétanque toernooi gaan kijken, het bekende spel met ballen. Bij de caravan hebben we niet veel meer gedaan en kwam Moelai op een gegeven moment met de buurjongen terug, waar ze met hem is gaan duizenden. Het is ondertussen 22.40 uur en ze zijn er nog mee bezig. Vanwege de enorme onweersbui is het hier behoorlijk afgekoeld. We hebben allemaal al lange broeken aan en mama en Moelai hebben zelfs een vestje aangetrokken. In de caravan is het voor de verandering ook aardig fris. Zometeen zullen we ook niet veel meer gaan doen. Wat we morgen precies gaan doen, is nog niet echt bekend. Heel veel meer valt er niet te beleven in de omgeving. Voor vandaag is het in ieder geval weer genoeg geweest. Doei!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Genève was minder leuk dan ik dacht. Het meer is vrij groot. Ik heb Mont Blanc van heel ver gezien. De binnenstad is niet zo gezellig. Ik krijg over twee weken wel een bekeuring, denk ik.
Moelai: Genève was wel leuk, dure winkelstraat. Ik heb eindelijk mijn oorbellen terug die mama was verloren.
Ria:       Ja, leuke dag gehad vandaag. Het meer van Genève was leuk, grote fontein was erg mooi. Het centrum van Genève was nou niet zo bijzonder.

Donderdag 27 juli 2006
DAG 13

21.21 uur          Vandaag hadden we een gevarieerd dagje. In zowel de activiteiten, als in het weer. Vanochtend gedroegen we ons lekker lui. We hadden vandaag een drietal dingen in de planning, maar alles kon pas ’s middags gedaan worden. Vandaar dat we rustig opstonden en vanochtend niet veel meer gedaan hebben. Het was lekker zonnig weer, dus zaten we buiten op het terras te duizenden, te lezen en te puzzelen. De buurjongen deed ook nog even mee met het kaartspel. Mijn boek nadert het einde en is nu erg spannend, ik zou graag de laatste hoofdstukjes ook nog willen lezen, maar dan zou ik morgen en overmorgen niets meer hebben. Tussen de middag aten we weer van alles en nog wat en daarna zaten we nog wat te ontspannen.

Toen het eindelijk zo’n 13.30 uur was, konden we vertrekken. We stapten in de auto en reden naar het dorpje Divonne-Les-Bains, waar we op zoek gingen naar het terrein waar we konden midgetgolfen. Nadat we het halve dorp door waren gereden en onder andere een nieuwbouwwijk waren langsgereden, kwamen we aan de noordwest kant van het meer. Hier was een groot ruim terrein, waar een parkeerplaats was en een aantal gesloten kermisattracties naast het water. Aan de andere kant van de weg bevond zich een afgesloten gebied met de naam Forest Adventure. Dit bleek een stuk bos te zijn waar je kon klauteren en tokkelen tussen en in de bomen. Een aantal mensen deed hier avontuurlijk aan mee. Ernaast lag het stuk waar wij naartoe wilden. Je kon hier diverse dingen doen, zoals fietsen, op een quad rijden, trampoline springen, in een bumperbootje zitten, maar ook midgetgolfen. Wij huurden vier sticks, balletjes en een scoreblok en liepen hiermee naar de eerste hole. In totaal waren er 18 verschillende holes, allemaal variërend in moeilijkheidsgraad. Bij sommige moest je gewoon simpelweg een bochtje door, of een aantal kleine obstakels ontwijken. Bij andere had je kleine heuveltjes of juist hele hellingen. Zolang die hellingen omlaag gingen, waren er geen problemen. (Welkom in de wondere wereld van natuurkunde. – redactie) Omhoog was voor een aantal personen een ander verhaal. Dit resulteerde in een laatste plaats voor Moelai met 107 punten, mama eindigde derde met 77 punten, papa werd tweede met 74 punten en ik werd de winnaar met de laagste puntenscore van 59. Het was een leuk potje midgetgolf en we waren ook erg blij dat we het droog hebben gehouden. Om ons heen was er namelijk een hele donkere lucht met onweer. Bij ons verdween het zonnetje af en toe ook al. Na het golfen hebben we bij de bar nog een enorm duur ijsje gegeten. Vervolgens zijn we met de auto naar het centrum gereden om daar opnieuw de auto te parkeren op de parkeerplaats van afgelopen zondag.

Zondag waren we al wel door het centrum van Divonne-Les-Bains gelopen, maar toen stonden er overal marktkraampjes. Nu wilden we de gewone winkeltjes ook wel eens zien. Hier waren er echter niet veel van. Daarnaast waren er ook nog een aantal dicht, een juwelier echter niet. Na een tijdje wikken en wegen besloot Moelai om twee nieuwe ringen te kopen, waar ze nu erg blij mee is. Vervolgens zijn we nog op zoek gegaan naar een restaurantje, waar we morgen kunnen gaan eten. We vonden twee Thaise, één Indische en een aantal Laotiaanse tenten. We besloten om op onze laatste avond morgen in een Thais restaurant te gaan dineren. Nadat we hier alles gezien hadden, zijn we teruggegaan naar de auto, om weer door te rijden naar een supermarkt, waar we nog wat laatste dingetjes kochten. Vervolgens reden we naar huis, waar we al snel binnen moesten gaan zitten, omdat het begon te regenen en dit een hele tijd door bleef gaan. Dit betekende ook dat we binnen onze nasi moesten eten. Nadat het op was gehouden met regenen, konden we weer buiten zitten. Tot op heden is het nog droog, maar we vragen ons af voor hoe lang. Daarstraks kwam namelijk de man langs die ons zaterdag de caravan liet ziet. Hij waarschuwde voor verschrikkelijk noodweer vannacht. Daarom moesten we de parasol en het wasrek binnenhalen en moeten we straks ook alle stoelen voor de zekerheid op elkaar stapelen. Dat belooft wat allemaal, we zijn benieuwd of het hier echt gaat losbarsten vannacht, het zou in ieder geval niet de eerste regen zijn hier.

Moelai is weer eens naar beneden gegaan, mama, papa en ik hebben buiten op het terras gezeten en niets bijzonders gedaan. We proberen om al onze meegenomen dingen, zoals chips en pinda’s, allemaal op te maken, omdat we die niet meer mee terug willen nemen. Nu Moelai ondertussen terug is, zit ze weer met mama te duizenden. Over een uurtje zullen we vast wel weer naar bed gaan, nu gaan we de rest van de avond nog maar uitzitten en genieten van de flitsen van het onweer in de verte. Laat de hel vervolgens maar lekker losbarsten. Tot morgen!

Vrijdag 17.51 uur           Het werd nog een bijzondere avond die ik nog nooit eerder in mijn leven had meegemaakt. De hel boven ons is nooit losgebarsten, dus die waarschuwing was voor niets. Toch klopte de weersvoorspelling, maar zat hij iets verderop van de camping. Tussen de bomen door probeerden we de flitsen in de verte te aanschouwen. Heel veel gedonder hebben we niet gehoord, de hele lucht werd wel vrij vaak verlicht door een felle lichtflits van de bliksem. Om alles beter te kunnen zien, liepen we tegen middernacht naar de ingang van het park, waar we een mooi uitzicht om ons heen hadden. Hier waren we getuige van een prachtig schouwspel der natuur. Vele flitsen volgden elkaar op, de een nog mooier en grootser dan de ander. Er waren kleine gele flitsen in de verte, maar ook grote witte flitsen in alle richtingen. Op een gegeven moment begon het ook bij ons te waaien en we hadden het gevoel dat het niet lang meer droog zou blijven. We liepen daarom terug naar de caravan, waar we nog even buiten hebben gestaan, voordat we naar binnen gingen. Eventjes later begon het ook hier te regenen en te onweren. Het onweer heeft echter geen enkel moment recht boven ons gezeten en de regen viel ook niet langer dan een half uur op het dak van de caravan. Bij het raam bleven we nog wel naar buiten kijken, maar toen het steeds minder werd en wij slaperiger werden, gingen we toch richting bed.

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Dat is een tijd geleden dat we weer gingen midgetgolfen. Voorgaande jaren heb ik altijd gewonnen en dit jaar ben ik de verloren winnaar. Desondanks vind ik het toch een leuk spel.
Moelai: Het midgetgolf was wel leuk. Ik heb de hoogste score, jeeh! Ik vond het allemaal wel grappig. Het getrakteerde ijsje daarna was echt heel erg lekker. In Divonne heb ik twee hele mooie ringetjes gekocht, daar ben ik heel erg blij mee.
Ria:       Een zeer relaxte dag vandaag. Heerlijk gemidgetgolft, heerlijk door het dorpje gewandeld en wat kleine boodschapjes gedaan. Met als einde van de middag een behoorlijke regenbui.

Vrijdag 28 juli 2006
DAG 14

18.02 uur          Onze laatste volledige vakantiedag is nog niet voorbij, maar toch begin ik alvast met mijn verhaal, ook al zal deze niet zo lang worden. We hebben namelijk niets gedaan vandaag. Vanochtend werden we allemaal iets later dan normaal onder onze dekens wakker. We waren gisteren laat naar bed gegaan en door het onweer was het overal erg afgekoeld. Vanochtend was het ook nog niet echt warm, het zonnetje scheen wel, maar bleef vaak verstopt zitten achter de vele wolken. We ontbeten weer met vers Frans stokbrood. Vervolgens hebben we allemaal op het terras gezeten. Papa heeft daar de hele tijd voor zich uit zitten staren en Moelai heeft nog in haar boek ‘Ik omhels je met duizend armen’, van Ronald Giphart, zitten lezen. Mama en Moelai hebben ook nog een partijtje zitten duizenden, waarbij Moelai zoals altijd weer de winnaar werd. Ik heb mezelf weer gestort op twee hoofdstukken van ‘Harry Potter en de Half-bloed Prins’. Nadat ik deze twee hoofdstukken had uitgelezen, had ik er nog drie over. Deze had ik graag willen bewaren voor op de terugweg morgen, maar omdat het boek nu zo spannend was, wilde ik meteen doorlezen. Dit heb ik daarom ook gedaan en met tranen in mijn ogen klapte ik het boek enige tijd later dicht, terwijl ik half in shock zat. Het einde was vrij heftig en ik kan nu al niet wachten op deel 7. Maar genoeg over het boek. Nadat ik klaar was met lezen, begonnen we meteen met de lunch. We aten al onze laatste dingen, die we hadden meegenomen, op. We willen namelijk met zo min mogelijk etenswaren weer thuiskomen. Ook na de lunch hebben we niet veel meer gedaan. Mama en papa hebben op hun gat gezeten. Ik ook, maar ondertussen was ik bezig met een nieuwe Japanse puzzel. Moelai heeft bij de buurjongen meegekeken met de film Mr Bean, die ze op een portable dvd-speler konden afspelen.

Toen het zo’n 14.30 uur was, zijn we toch nog eventjes weggeweest. We wisten dat de supermarkt nu wel open zou zijn en aangezien we nog een aantal kleine dingen nodig hadden, reden we daar naartoe. Toen we bij de Champion waren, tankten we eerst de tank van de auto vol, om vervolgens de supermarkt in te gaan. Hier haalden we onder andere croissantjes voor morgenochtend en –middag. Omdat ons huisje morgen om 8.00 uur al nagekeken wordt en het winkeltje dan nog niet open is, konden we niets van tevoren bestellen en moesten we nu al iets te eten halen. Na de boodschappen reden we weer terug naar de camping, terwijl we allerlei trage hooiwagens passeerden en in moesten halen. Op het terras van de caravan hebben we weer gezeten. Moelai is weer eens gaan lezen, papa ook, mama is haar één-sterren sudoku’s gaan maken en ik ben verder gegaan met mijn Japanse puzzel. Het resultaat was een leuke kleurrijke bij. Tussendoor probeerden mama en Moelai nog te zonnen, maar dit lukte niet constant, omdat de zon nog steeds vaak verdween achter de wolken. Zometeen gaan we weer iets doen, namelijk uit eten bij de Thai. We hopen dat het eten daar lekker is.

21.51 uur          En we zijn weer terug op het gebruikelijke typtijdstip. Voor het eerst zit ik dit verhaal binnen te typen, omdat het buiten giet van de regen. Toen we daarstraks naar het Laotiaanse/Thaise restaurant reden, was het nog vrij droog, maar hoe verder we bij de parkeerplaats waren, hoe donkerder de plek leek waar we vandaan kwamen. Afijn, we parkeerden de auto en liepen naar het restaurant, waar de eigenaresse ons vrolijk ontving en ons een tafeltje aanwees. Het was een gezellig restaurantje, met een aantal versieringen en toepasselijke muziek. We bestelden allemaal eerst een voorgerecht. Mama en Moelai namen respectievelijk een krab- en een kipsalade, papa en ik namen vegetarische en vleesloempia’s. Het vrouwtje liet ons nog speciaal zien hoe we die moesten eten, aangezien we er ook sla en taugé bij kregen. (Ze kunnen ook weer helemaal niets zelf. – redactie) Als hoofdgerecht namen mama, Moelai en ik alledrie varkensvlees, maar allemaal in een andere stijl, dus met een ander sausje en met andere groenten. Het smaakte op zich niet verkeerd, maar een aantal ingrediënten beviel ons toch niet zo. Papa had een gerecht met tahoe. Als nagerecht namen we allemaal een lekker ijsje. Het heeft even geduurd voordat de onervaren ober het warme bananenijsje bij Moelai kwam brengen (dit had niets met de ober te maken, die was gewoon onervaren en daarom traag, maar met de bereiding van het ijsje), maar uiteindelijk genoot ze er toch van. Terwijl we aten, brak het noodweer buiten uit, nadat we het al steeds donkerder hadden zien worden. Toen we weer terugliepen naar de auto, was het koud, maar gelukkig wel droog. Op de terugweg met de auto begon het wel steeds harder te regenen en te stormen. Met een enorme vaart doken we iets later de caravan in, waar we nu onze laatste avond hier doorbrengen. Althans, Moelai zit weer bij de bar, mama, papa en ik zijn onze laatste dingen aan het inpakken. Zometeen zullen we niet al te laat naar bed gaan, omdat de wekker morgen om 6.15 uur gaat. We hebben een lange reis naar huis te gaan, dus bijtijds opstaan en vertrekken is wel noodzakelijk om op een redelijke tijd thuis te komen. Tot zover het Vakantiedagboek op de laptop vanaf de camping. Het laatste verslag zal thuis geschreven worden. Tot dan!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Een rustige dag, ter voorbereiding van het vertrek van morgen. Het was niet zo warm en heeft geregend. ’s Avonds hebben we lekker gegeten in een Thais/Laotiaans restaurant en ik heb een stukje nagerecht van Moelai gekregen dat heel lekker smaakte en dat is een combinatie van banaan met warme kokosmelk. Dat was heel lekker.
Moelai: Het Thaise eten was heel erg lekker. Daarna heb ik het weer gezellig gehad met iedereen daar van de camping.
Ria:       Helaas, de laatste dag was bijzonder saai. Werkelijk ook helemaal niets gedaan, alleen een boodschapje gedaan. Maar de avond heeft het weer goed gemaakt, want we zijn heerlijk Thais gaan eten. De dag is geëindigd met zeer zware regen. Hopelijk als we morgen naar huis gaan, is het wat beter weer.

Zaterdag 29 juli 2006
DAG 15

Zondag 11.23 uur          Opnieuw was het een dag waar niet veel over te vertellen valt. Op onze allerlaatste vakantiedag hebben we namelijk niet veel meer gedaan dan in de auto gezeten. Maar ik zal zoals gebruikelijk eerst bij het begin van de dag beginnen. Om 6.15 uur al rinkelden twee wekkers hard door onze caravan heen. We stonden allemaal snel op en ontbeten met de croissantjes die we gekocht hadden. Een aantal dingen hadden we al ingepakt, maar er moest nog een hoop gebeuren. Al onze laatste spullen werden in de koffers en tassen gestopt en in de auto geladen. Vervolgens moest de hele caravan nog opgeruimd en schoongemaakt worden. Toen het bijna 8.00 uur was, waren wij helemaal klaar en stonden we te wachten voor onze caravan. Op dat moment stak ook de buurjongen zijn hoofd uit het raam om Moelai gedag te zeggen. Vorige week kwam de persoon die het huisje na zou kijken een kwartier te vroeg. Nu werden we teruggepakt op dat kwartiertje. Ook al was het vrouwtje te laat bij ons, ze keurde alles wel goed, waardoor we bij de receptie onze borg mochten ophalen. Dit was vrij snel gebeurd en even later reden we voorgoed de camping af, op weg naar huis.

Papa had besloten om eerst een stuk binnendoor te gaan, om vanaf daar de snelweg op te gaan. Dit was namelijk de kortste en naar zijn idee snelste weg. In iets minder dan twee uur reden we hiernaartoe, tussen de bergen en allerlei dorpjes door. Onderweg hadden we niet echt de indruk dat het snel ging, maar het was wel een mooi stukje. Toen we vertrokken, zagen we de wolken heel erg laag hangen, onder de toppen van de bergen. Toen we eenmaal hoog in de bergen zaten, zagen we deze wolken juist onder ons zitten, dat een apart gezicht was. Eenmaal op de snelweg konden we snel doorrijden, omdat het lekker rustig was. Dat was ook de reden waarom ik het stuur van papa overnam bij de eerste stop die we konden maken. Hier hebben we tevens eventjes de benen gestrekt. De tweeënhalf uur die daarop volgde, was vrij rustig. Onderweg kwamen we een groot aantal Nederlandse caravans tegen, die waarschijnlijk ook naar huis gingen. Voor de rest reed er niet enorm veel ander verkeer meer, waardoor we vlot door konden rijden. Moelai was nog moe en luierde op haar kussen.

Tussen de middag maakten we een stop bij een benzinestation om zowel de auto als onszelf bij te tanken. (Voor beide partijen aparte brandstof. – redactie) Zo’n lange rit maakte namelijk wel hongerig en dorstig. Gelukkig hadden we croissantjes bij ons. Hierna reed papa weer verder en voor we het wisten, zaten we al in Luxemburg. De grensovergang met België is Moelai en mij niet eens opgevallen, omdat we allebei verdiept zaten in onze dingen die we hadden meegenomen. Moelai zat haar tijdschrift uit te lezen, terwijl ik druk bezig was om verder te komen met mijn DS spellen. Tot nu toe was het nog rustig geweest op de weg, maar in België was het over met de pret. Op een gegeven moment kwamen we in een behoorlijke file terecht, omdat het aantal rijbanen  vanwege wegwerkzaamheden van twee verlaagd werd naar één. Terwijl het zonnetje ook nog fel scheen, heeft het zo’n drie kwartier geduurd voordat we eindelijk weer lekker door konden rijden. De rest van de rit verliep vlekkeloos en tegen een uur of zes waren we al in Nederland. Hier gingen we op zoek naar een wegrestaurant, waar we lekker gegeten hebben. Mama, Moelai en ik namen alledrie een schnitzelmenu met een heerlijke schnitzel, patat en een toetje. Papa kon genieten van grootmoeders gehaktbal met friet. We zaten nog gek te kijken naar twee oudere personen naast ons aan een tafeltje. Een oud vrouwtje zat namelijk de hele tijd tegen haar man te praten, terwijl die man maar op zijn stoel zat te slapen en de andere kant op keek. Het was een beetje vreemd. Na het eten reden we weer verder naar Den Haag, waar we om 19.55 uur aankwamen, onze lange reis van 11,5 uur zat er op. Onze vakantie, waarin we in totaal 3150 km hebben afgelegd, zat er alweer op. Het was tijd om alle spullen weer uit te laden en terug te stappen naar het normale leventje.

Zoals elk jaar betekent het einde van de vakantie ook weer het einde van een Vakantiedagboek. Afgelopen vakantie zal nooit bekroond worden met de titel ‘Leukste vakantie ooit’. Daar was de vakantie gewoon niet leuk genoeg voor. We hebben ons zeker wel vermaakt, maar we hebben nou niet echt vele bijzondere en memorabele dingen gedaan. Dit was ook terug te lezen in dit dagboek. Ondanks deze vakantie, heb ik uiteraard toch weer geprobeerd alles zo leuk en gedetailleerd mogelijk op te schrijven. En dat is ook dit jaar vast wel weer gelukt. De eerste week heb ik alles probleemloos op kunnen schrijven, halverwege de tweede week kreeg ik zoals elk jaar weer een beetje last van een kleine writers-block, maar dit is naar mijn idee niet te merken aan de geschreven stukken. Op het commentaar van vandaag en de enquête na, zit Vakantiedagboek 2006 er op. Komend jaar staan er in ons leven weer grote wijzigingen op de agenda. Dit zorgt er, samen met een aantal andere factoren, voor dat Vakantiedagboek 2007 nog zeer onzeker is. Ik ben ervan overtuigd dat er ooit een nieuw Vakantiedagboek van mijn hand zal gaan komen, maar wanneer dit ooit gaat gebeuren en waarheen en met wie ik dan op vakantie ga, zou ik nu nog niet weten. Ik heb in ieder geval genoten van Vakantiedagboek 2006, ik hoop jullie ook. Tot een 10e jubileumeditie van Vakantiedagboek! Au revoir!

Commentaar? Geef het maar!
Hans:   Vroeg opgestaan om weer te vertrekken naar Nederland. We waren sneller thuis dan ik dacht. Weinig file gehad. Als afsluiting heb ik grootmoeders gehaktbal met frites gegeten, dat ik twee weken lang niet heb gegeten.
Moelai: De rit was lang en saai.
Ria:       De rit voor vandaag is best goed verlopen, we hebben maar één keer in de file gestaan en we zijn weer veilig thuis gekomen.

Vanaf deze plek zullen wij ook afscheid nemen. Met veel plezier hebben we het Vakantiedagboek onder de loep genomen om deze aan te vullen met de nodige woorden. We hebben in ieder geval genoten van alle avonturen. Het is jammer om te vernemen dat er volgend jaar misschien niets gaat komen, wij verheugen ons ook op de jubileumeditie. Maar wij zijn er zeker weer bij als die editie ooit wel komt! De redactie.

Enquête

Na twee weken Frankrijk is de tijd rijp om een aantal meningen te peilen. Hieronder worden diverse vragen over de hele vakantie aan elk lid van de familie Kessing gesteld. Uiteraard had niemand er bezwaar tegen om deze te beantwoorden, zodat we een vrij betrouwbaar beeld zouden moeten krijgen over wat iedereen van de vakantie vond.

(1) Om te beginnen, hoe is het om weer terug te zijn?

Hans:         Aan alles komt een einde, dus ook voor de vakantie. Oost west, thuis best.
Jassin:        Het voelt weer goed om terug te zijn, nu kan mijn echte vakantie beginnen, alhoewel ik komende week weer hard bezig zal zijn om de hele vakantiefilm in elkaar te monteren.
Moelai:       Jeeh, ik kan weer in mijn eigen bed slapen, ik heb weer een tv, internet, ik kan iedereen bellen, ik kan iedereen weer zien. Leuk dus.
Ria:            Ach, tja, de vakantie is weer voorbij. Het is jammer dat we terug zijn, maar we gaan nu met volle en frisse moed met Moelai’s kamer beginnen en dat is ook wel weer leuk.

(2) Wat vonden jullie in het algemeen van de vakantie?

Hans:         Het was kort, maar er waren niet zoveel dingen om te doen, zeker in de laatste week. Alles lag te ver weg.
Jassin:        Het was wel een aardige vakantie, jammer dat we niet zoveel bijzondere dingen hebben gedaan. Desondanks hebben we ons niet altijd verveeld en toch ook wel leuke dingen gedaan.
Moelai:       Zonnig, warm en leuk.
Ria:            Te veel saaie momenten, maar de momenten waarop we wel iets te doen hadden, waren wel leuk.

(3) Wat vonden jullie van de heenweg?

Hans:         Vorig jaar moest ik alleen rijden. Gelukkig heeft Jassin een gedeelte van de heenreis het stuur overgenomen. Alleen het laatste gedeelte van Lyon tot Larnas was het zeer druk. Vermoeiend rijden.
Jassin:        Voor het eerst heb ik ook een aardig stuk mogen rijden, dat was een aparte, maar goed geslaagde ervaring. Jammer van de file op het eind, maar verder verliep alles erg goed.
Moelai:       Lang en saai. We hebben wel vaak genoeg gestopt, gelukkig.
Ria:            De heenweg verliep prima, alleen jammer dat we in het laatste stuk in de file belandden.

(4) Wat vonden jullie van Domaine d’Imbours?

Hans:         Geen centrale ligging van de algemene ruimten, zoals receptie en restaurant. Te heuvelachtig. Huisje is heel klein, hutje op mutje.
Jassin:        Het park was rommelig, alles stond zeer verspreid van elkaar op heuvelachtig terrein. Het huisje was ook niet echt geweldig, omdat het klein en onhandig was.
Moelai:       Ik vond het huisje niks aan, er zaten overal vieze insecten. Ik vond de camping niet zo heel erg leuk, omdat de huisjes veel te klein waren en alles heel ver van elkaar lag.
Ria:            Het was op zich wel een mooi park, wel iets te heuvelachtig. Het huisje dat wij hadden, vond ik niks aan, omdat het allemaal te opgepropt stond. Ik voelde mij daar niet vrij.

(5) Wat vonden jullie van de Ardèche?

Hans:         Schitterende omgeving. Lekker ruig met veel hoogteverschillen. Echt panoramisch om te zien.
Jassin:        De Ardèche zag er zeer mooi uit. Veel ongerepte natuur met de rivier tussen hoge bergen die aardig begroeid waren.
Moelai:       De Ardèche is wel een mooi gebied.
Ria:            Een schitterend landschap met zeer veel bijzonder natuurschoon. Zeer adembenemend.

(6) Wat vonden jullie van de eerste week?

Hans:         Mooie omgeving, warm weer. Lekker gekanood. Voor het eerst de echte Tour de France gezien.
Jassin:        We hebben niet heel veel dingen gedaan, maar toch was het wel aardig. Het was bijzonder om de Tour de France te zien, ook het kanoën was erg leuk.
Moelai:       Ik vond de Tour de France hartstikke leuk om te zien, voornamelijk die hele karavaan. Het kanoën vond ik ook hartstikke leuk en grappig. Het was warm weer en de rest van de week ging wel.
Ria:            De eerste week is redelijk aardig verlopen. Het kanoën vond ik het allerleukste in die week. Helaas was het niet altijd even gezellig.

(7) Wat vonden jullie van Camping Le Fleutron?

Hans:         Mooi ruim opgezette camping. Onze stacaravan heeft nog een aardig mooi uitzicht, niemand voor ons. De receptie en de centrale dingen zijn redelijk bereikbaar.
Jassin:        De camping is niet echt groot, maar wel gezellig en ruim opgezet. De caravan zelf is klein, maar bevat alles wat we nodig hebben. Daarnaast hebben we voor de deur een erg groot terras.
Moelai:       Ik vond de camping leuk en klein, je kunt hem zo doorlopen. Het huisje is weer heel vertrouwd, maar toch knus. We hebben een heel terras voor onszelf.
Ria:            Een heerlijk rustige camping, zeer relaxed. Ligt in een erg mooie omgeving. En de caravan ziet er weer keurig uit, zoals gewoonlijk.

(8) Wat vonden jullie van de tweede week?

Hans:         Rustiger dan de eerste week, een relaxte week. Het uitzicht bij de kabelbaan bij La Facille is schitterend.
Jassin:        De tweede week was een stuk saaier dan de eerste week. De hele camping was wel beter, maar we hebben maar weinig bijzondere dingen gedaan. De Mont Jura was wel erg mooi.
Moelai:       Leuker dan de eerste week. Leuke vrienden gemaakt, ik heb het heel erg gezellig gehad. Ik vond het midgetgolfen wel erg leuk. Het uitzicht vanaf de berg was ook wel mooi.
Ria:            Een vrij simpele week, maar wel gezelliger. Het leukste van deze week vond ik La Facille waar we heerlijk in de bergen hebben gewandeld. Ik had daar graag nog uren langer willen wandelen. Ach, en verder was de week vrij relaxed, met bezigheden zoals midgetgolfen, zwemmen en winkelen.

(9) Wat vonden jullie van de terugreis?

Hans:         De eerste twee uur door de bergen gereden, dat vond ik wel mooi, maar het was te lang. Het schoot niet op. Gelukkig konden we doorrijden, behalve in België, daar stonden we drie kwartier in de file.
Jassin:        Het was gelukkig een kortere rit dan de heenweg, maar hij was wel iets warmer. Gelukkig hebben we maar één file gehad.
Moelai:       Lang en saai.
Ria:            Het was erg warm onderweg, maar de rit is vrij vlot verlopen, één keer een file, maar al met al is het snel verlopen.

(10) Welke activiteit(en) vonden jullie het leukst?

Hans:         Ik vond het kanovaren het leukst, omdat we veel gelachen hebben en een paar mensen hebben zien omkiepen. Ook leuk was het panoramische uitzicht van de Ardèche en ook het uitzicht vanaf La Facille.
Jassin:        Het kanoën vond ik de leukste activiteit van de vakantie. We zaten toen heerlijk op het frisse water en konden lekker genieten van de zon en de omgeving.
Moelai:       Ik vond het kanoën het leukst, omdat we veel gelachen hadden toen en het was heerlijk om daar in het water te liggen. Het uitzicht was ook wel mooi.
Ria:            Ik vond het kanovaren over de Ardèche het leukste en de bergtocht naar La Facille, omdat dat twee leuke bezigheden waren in de natuur met prachtige uitzichten, waar ik heerlijk van kon genieten.

(11) Wat vonden jullie niet leuk aan de vakantie?

Hans:         Het laatste stukje file rijden naar Larnas. Het heeft ontzettend lang geduurd voordat we daar waren. Daarnaast vond ik het huisje in Larnas op een plek staan die te ver ligt van de receptie.
Jassin:        Domaine d’Imbours en het huisje waren niet echt geweldig. De verveling in de tweede week begon op een gegeven moment ook vervelend te worden.
Moelai:       Het huisje in Larnas, omdat het veel te klein was. Ik vond alle rondvliegende insecten ook niet leuk, omdat ik insecten haat. Ik vond het niet leuk dat er geen meer was om op te dobberen, want ik heb niet echt kunnen zonnen. Ik vond de grotten ook niet echt boeiend. Ik miste een tv.
Ria:            Het elke keer lopen te verzinnen wat we telkens weer moesten doen. En het huisje in Larnas vond ik niet leuk, het was te bekrompen. Dat waren twee van mijn grootste ergernissen.

(12) Wat vonden jullie van het eten?

Hans:         Wat we op de camping hebben gegeten, was hetzelfde als in Nederland. Maar als we uit gingen eten, was het natuurlijk gezelliger en lekkerder, behalve bij dat ene restaurant in Le Fleutron. Daar waren de frietjes te hard gebakken.
Jassin:        Mama heeft zoals gebruikelijk weer lekker gekookt, maar de keren dat we uit eten gingen, heb ik lekker kunnen eten.
Moelai:       Ik vond alles lekker.
Ria:            Al het eten vond ik geweldig, behalve de keer dat ik een bestelde pizza kreeg.

(13) Wat vonden jullie van het weer?

Hans:         Het was schitterend weer, veel te warm. Gelukkig is er een plaatselijk buitje gevallen als verkoeling.
Jassin:        In de eerste week was het echt verschrikkelijk warm, in de tweede week was de temperatuur vaak wat draaglijker, alleen jammer dat dat af en toe gepaard ging met regen.
Moelai:       Het was elke dag warm weer. Ik heb niet echt in de zon gezeten, dat is wel jammer. Het was gewoon lekker weer.
Ria:            De eerste week hadden we prachtig weer, de tweede week hebben we in principe ook prachtig weer gehad, maar ’s middags wordt het steeds bewolkt en helaas valt er af en toe ook nog eens wat regen.

(14) Volgend jaar weer naar Frankrijk?

Hans:         Ja, alleen een ander gebied. Frankrijk is groter dan de Ardèche en de Jura. Wie weet een keertje naar Dordogne, bijvoorbeeld, maar dan aan een meer, waarin je vrij kunt dobberen.
Jassin:        Frankrijk is een groot en mooi land en er zullen vast nog wel meer leuke plekken zijn om te bezoeken. Maar volgend jaar al? Nee.
Moelai:       Van mij hoeft het niet per se.
Ria:            Nee, want andere landen trekken me meer.

(15) Volgend jaar weer zo’n vakantie als deze?

Hans:         Nee, het liefst aan het water, aan een meer ofzo.
Jassin:        Nee, niet als het weer zo’n saaie vakantie wordt als deze.
Moelai:       Nee, volgend jaar meer zonnen. (Het liefst dobberend op een meertje.)
Ria:            Nee, dank je.

(16) Wat vonden jullie van Vakantiedagboek 2006?

Hans:         Leuk geschreven, net als voorgaande jaren. Weer leuk om dat een keertje door te lezen als herinnering oproepen.
Jassin:        Het lijkt alsof het me dit jaar minder moeite heeft gekost om er opnieuw een leuk dagboek van te maken. Uiteraard ben ik er weer trots op.
Moelai:       Leuk.
Ria:            Zoals gewoonlijk weer geweldig natuurlijk.

(17) Wat vonden jullie van de rubriek ‘Commentaar? Geef het maar!’?

Hans:         Leuk om je eigen commentaar te lezen.
Jassin:        Ik blijf het leuk vinden dat de andere familieleden ook nog hun commentaar op de vakantie kunnen geven.
Moelai:       Leuk om commentaar te geven.
Ria:            Ook weer erg leuk dat dat er weer in is meegenomen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *