Pakse & Champasak
Vrijdag 22 januari 2010
Dag 111: Het zuiden van Laos
Mijn wekker ging al om maar liefst 5.30 uur, waarna ik snel ben opgestaan en heb uitgecheckt. Buiten had ik het geluk een tuktuk tegen te komen, zodat ik niet een heel stuk naar het busstation hoefde te lopen. Hier kocht ik een ticket voor de bus van 7 uur, waarna ik de gelegenheid had om even te ontbijten (rondlopen met een cake in m’n handen, aangezien de wachthal stikte van de muggen). Iets voor zevenen kon ik de bus instappen, een doodnormale lokale bus, welke zich snel verder vulde met Laotiaanse mensen. Dit resulteerde uiteindelijk in een bijzondere rit naar Pakse, aangezien reizen op deze manier anders in dan met een VIP touringcar voor toeristen. De rit ging bijvoorbeeld een stuk trager, aangezien we op vele plekken stopten, waarna de bijrijder zich bezighield met het uit- en inladen van enorme zakken met goederen (geen idee wat er in zat). Daarnaast stopten we ook nog op enkele plekken om mensen in of uit te laten stappen. Enkele andere stops waren in kleine dorpjes, waarbij de bus bestormd werd door meisjes en vrouwen met gegrilde kippenpotten op een stokje (geen intkvis deze keer), saté, gekookte eieren, flesjes drinken en zakjes rijst. Dit kippenhok rond (en in) de bus bleef grappig om te zien, waarbij raampjes werden opengeschoven om geld en etenswaren uit te wisselen. De passagiers leken verder ook een stuk vriendelijker en socialer met elkaar te zijn dan dat je dat in onze bussen tegenkomt. Daarnaast viel een vrouw naast me op een gegeven moment nog op m’n schouder in slaap (ze had het gelukkig zelf snel genoeg door) en vond een tijdje later een jongetje naast me m’n Nintendo DS wel heel interessant. Buiten was het uitzicht niet enorm spectaculair, aangezien we voornamelijk langs vlak boerenland reden. Voordat ik het doorhad, waren we rond een uur of één op het ver afgelegen busstation van Pakse aangekomen, waarna iedereen overstapte in de sangthaws die ons al op stonden te wachten. Na enkele kilometers kwamen we in het centrum aan van dit kleine stadje. Bij een guesthouse wist ik een kamer te vinden, waarna ik een tijdje rond heb gelopen. Alhoewel er hier meer toeristen waren te bekennen dan in Savannakhet, was het aantal boekingen bij het Green Discovery reisbureau bedroevend laag, waardoor het voor mij niet echt rendabel zou zijn om hier privétours door het zuiden van Laos te boeken. Ik zou het daarom nog even afwachten en besloot eerst te lunchen. In het centrum liep ik vervolgens door enkele brede straten heen, welke hier en daar verbazingwekkend voorzien waren van stoplichten en zebrapaden. Verder zag ik nog stukjes van de rivier welke aan drie zijden om de stad heen slingert, twee wats en een shopping centre van drie verdiepingen waarvan de bovenste twee leeg stonden en de onderste slechts enkele marktkraampjes had. Behalve enkele restaurantjes, guesthouses, huizen en een ziekenhuis was er niet veel meer. Nou ja, ik zag enkele kinderen petanque spelen en er kwam een man trots voorbij lopen met een pas gebraden varkentje, maarmeer had de stad niet te bieden. Terug bij het guesthouse heb ik voor morgen vervolgens een dagtour geboekt voor het Bolaven Plateau, welke hier ten oosten ligt. (Hier hadden gelukkig al wel mensen geboekt.) De man die me hielp liet me vervolgens een hele tijd heel trots een boekwerk zien van oude (zeldzame) en nieuwe bankbiljetten van over de hele wereld. Hij was al zes jaar een enthousiaste verzamelaar en wist in die tijd aan aardig wat biljetten te komen, waarvan de meeste uiteraard afkomstig waren van de reizigers die hij ontmoette. Bij elk land had hij daarnaast nog informatie geschreven, vaak ook voorzien van een (handgetekend) kaartje, de vlag en enkele fotootjes van highlights. Alhoewel ik hem geen nieuwe biljetten kon geven, wilde hij wel graag twee Chinese biljetten met mij ruilen (die ik nog over had en vanwege de lage waarde niet heb kunnen inwisselen), aangezien de mijne er mooier uitzagen! Het was een mooie collectie. De rest van de middag heb ik besteed aan het maken van een planning voor de komende maand, aangezien ik volgende week Laos wil verruilen voor Cambodja en ik wilde weten of de 30 dagen van het visum genoeg zouden zijn. (Ik kom nu op 17 dagen uit, dus dat zou geen probleem moeten zijn). Rond etenstijd ben ik bij een Indiaas restaurant gaan eten (m’n eten werd maar liefst binnen 5 minuten op tafel gezet), waarna ik nog even heb zitten internetten. De rest van de avond heb ik niets noemenswaardig meer gedaan en ben ik uiteindelijk gaan slapen om uit te rusten voor een lange excursiedag.
Zaterdag 23 januari 2010
Dag 112: Het land van Laven
Om een uur of zeven stond ik op, waarna ik in het guesthouse een ontbijtje heb genomen. Om 8 uur stonden we vervolgens met zeven man en een gids klaar om aan onze dagtocht over het Bolaven Plateau te beginnen. Dit gebied ligt ten oosten van Pakse en is verspreid over drie provincies. We stapten in een minivan, om vervolgens drie kwartier naar de nieuwste populaire love pop songs in Laos te luisteren: de Westlife, Boyzone en Backstreet Boys (etc.) muziek die bij ons zo’n tien jaar geleden helemaal in was. Ondertussen reden we ook naar onze eerste van acht bestemmingen: een theeplantage. Net zoals in de omgeving van Dalat in Vietnam (welke niet enorm veel verder ten oosten hiervan ligt) veel thee en koffie verbouwd wordt, is de grond en het klimaat er hier ook prima voor geschikt. Vandaag was het wel een miezerig dagje, maar dat deerde ons niet heel veel. Een paar druppels voor de verandering kan geen kwaad. Op de theeplantage zagen we vele struiken met theeblaadjes staan, waarna we zagen hoe de geplukte blaadjes gebrand werden. Hierna konden we een kopje thee proeven en een pakje thee kopen. Met de minivan reden we vervolgens naar de eerste waterval, de Tad Fane. Eigenlijk waren het er twee (van twee rivieren) en van een afstandje zagen we hoe de twee vele meters omlaag vielen. Het was een erg mooi gezicht, vooral met de mist die hier ook omheen hing. Het was in ieder geval de hoogste waterval die ik tot dusver gezien heb. Na een ontmoeting met een grote spin in zijn web zijn we naar de Tad Yuang gegaan. Dit was een hoge en brede waterval en we kregen de gelegenheid om in het poeltje eronder te zwemmen. Alhoewel een andere toerist zich hieraan waagde, vonden wij het er te koud voor. Na dit waterspektakel zijn we verder gereden naar een koffieplantage. Hier zagen we de koffiebonen aan de boom hangen, zagen we ze gebrand worden, waarna we de harde bonen konden proeven, net als het vloeibare eindresultaat. De volgende stop was een klein dorpje met een etnische minderheid. Kippen liepen hier tussen de eenvoudige huisjes en de zeilen met koffiebonen (om te drogen) rond, net als een aantal kinderen. Via een hobbelige en stoffige zandweg (ernaast waren ze bezig met een nieuwe asfaltweg) reden we naar het volgende dorp. Hier zagen we opnieuw simpele huisjes (waaronder doodskisten lagen; aan begraven doen ze niet), kippen en varkens en vele fotogenieke kindjes. Ook werd er een bibliotheek gebouwd, waar wij door deze tour geboekt te hebben, $1 aan hebben bijgedragen. De volgende stop was een lunchstop bij een restaurant. Hier bevond zich tevens de derde waterval, de Tad Lo, welke niet bepaald hoog was, maar wel breed was. Nadat we hier een tijdje vertoefd hadden, reden we terug naar Pakse. Onderweg maakten we nog een korte stop bij een kleine markt, waar ze onder andere kleine kikkers verkochten (zowel levend in een emmer als aan een stokje geregen), net als een dode eekhoorn, welke door een man in een plastic zakje werd meegenomen (om laap van te maken). Terug bij Pakse zijn we nog een berg met vele trappen opgeklommen, om van hier te genieten van het uitzicht over Pakse, de Mekong rivier en de ondergaande zon. Alhoewel de lucht wel oranje werd, zagen we de zon vanwege de bewolking helaas niet. We reden terug, waar we bij het water gelukkig wel getuige konden zijn van de feloranje zon, welke op het water een mooie glinstering achterliet. Toen we terugkwamen bij het guesthouse was de tour voorbij. Nadat ik een andere goedkopere kamer toegewezen had gekregen, ben ik op zoek gegaan naar een restaurant om te eten. Toevallig kwam ik onderweg opnieuw Rob van Kon Khaen en Vang Vieng tegen, maar vanwege een zieke reisgenoot kon hij niet met me mee. Ik heb daarom alleen gegeten, waarna ik een minivan boekte naar Champasak voor morgen. De rest van de avond heb ik niet veel meer gedaan en ben ik op tijd gaan slapen. Morgen wordt het namelijk weer vroeg opstaan.
Zondag 24 januari 2010
Dag 113: Wat Phu Champasak
Na m’n ontbijt werd ik iets voor achten samen met enkele andere toeristen, waaronder twee oudere vrouwen van de tour gisteren, opgehaald door een minivan. Hiermee reden we vervolgens in ongeveer een uur richting Champasak, een klein plaatsje ten zuiden van Pakse. De minivan was echter niet voldoende om dit plaatsje te bereiken, aangezien het aan de westkant van de Mekong ligt en er geen brug is. Het was daarom even wachten op de veerboot welke ons naar de overkant kon brengen. Eenmaal aan de overkant was het niet ver meer naar Champasak, waar enkele mensen uitstapten, maar enkele anderen, waaronder ik, bleef zitten. We werden namelijk meteen naar Wat Phu Champasak gebracht, een oude Khmer-tempel welke enkele kilometers buiten Champasak ligt. Na het kopen van een ticket werden we naar de daadwerkelijke ingang gereden. Vanaf hier konden we de drie levels van de tempel verkennen; de tempel bevindt zich namelijk aan de voet van een berg. Het laagste level bestond uit een lange toegangsweg met aan beide zijden kleine phallusachtige zuilen en een meer. Aangezien het zonnetje vandaag flink scheen en dat dat de afgelopen tijd waarschijnlijk ook zo was, stonden ze behoorlijk droog. Hierna volgden links en rechts een rechthoekige tempel, welke vanwege hun ouderdom en vervallen staat niet veilig genoeg meer waren om te betreden. Van buiten waren de lintels in ieder geval nog wel te bekijken. Met een stenen trap konden we de volgende verdieping bereiken, maar heel veel meer stond hier niet overeind. Slechts enkele gebroken beelden en stukken steen lagen hier op de grond. Via een lange en hoge stenen trap (welke overschaduwd werd door bladloze, maar bloemrijke bomen) kwamen we op de laatste verdieping, waar een kleine tempel stond. Bij het altaar waren mensen aan het bidden. Buiten lieten de lintels verhalen van de goden zien. Bij de bergwand waren verder nog enkele afbeeldingen in de rots te zien (onder andere van een krokodil), net als een kleine grot waar bronwater van het plafond af druppelde. Een vrouw vulde hiermee een flesje en twee monniken wasten er hun hoofd mee, waarna ze een donatie deden. Verder was er nog een grote steen in de vorm van een olifant en kon je genieten van het mooie uitzicht. Van de chauffeur hadden we drie uur de tijd gekregen voor de tempel, wat meer dan genoeg was. De rest van de tijd heb ik daarom met twee meiden van de groep zitten kletsen. Toen we alle vijf weer terug waren bij de minivan, kregen we nog de gelegenheid om het museum te bezoeken. Hier bevonden zich nog enkele beelden, lintels, etc. welke in en rond de tempel gevonden waren. Al met al was het een mooi laatste voorproefje op Angkor in Cambodja, waar ik over zo’n 1,5 week hoop te zijn! Terug in Champasak stopten we bij het guesthouse/restaurant van mijn keuze, waar ik met de vier anderen ben gaan lunchen. Hierna reden zij terug naar Pakse en bleef ik hier achter. Aangezien ik morgen naar de 4000 eilanden in het uiterste zuiden wil gaan, heeft het voor mij namelijk weinig zin om terug te keren. ‘s Middags liep ik een klein beetje door het dorp heen, maar dit stelde echt helemaal niets voor. Er was een lange weg met enkele gebouwtjes aan weerszijden en dat was het. Een oud en groot Frans gebouw scheen een voormalige koninklijke residentie te zijn en de bouw van een nieuw paleis erachter leek halverwege gestopt te zijn. Echt veel gezelligheid was er niet in het dorp, behalve in het kleine postkantoor, waar het personeel uit verveling de karaokeset had aangezet en ik van buiten kon luisteren naar hun geblèr. Bij het guesthouse heb ik de rest van de middag en avond daarom lekker ontspannen in het restaurant gezeten, waarbij ik uitkeek op de mooie Mekong. Met m’n DS kwam de tijd gelukkig snel genoeg om. Zo’n rustig gamedagje aan het water mag ook wel eens een keertje. ‘s Avonds zei ik de muggen buiten gedag, wenste ik de mieren en de gekko in m’n badkamer welterusten, veegde ik het overige ongedierte van m’n bed en ben ik vervolgens vredig gaan slapen.