Nagasaki
Dag 59: De poort naar het westen
Dinsdag 8 mei 2012
Twee dagen geleden had ik aan het hostel gevraagd of ze voor mij een plek wilden reserveren in een bus naar Nagasaki. Een kwartier voor vertrek zat ik te wachten bij de bushalte voor de Starbucks, waar met vijf minuten vertraging de bus om 10.45 uur arriveerde. Ik heb geen idee of de reservering goed is doorgekomen, want de buschauffeur begreep niet helemaal wat ik tegen hem zei, net zoals ik geen idee had wat hij tegen mij zei. Toch kon ik gewoon plaatsnemen in de bus. Wat volgde was zo goed als een privé-rit naar Nagasaki, omdat er slechts één andere passagier in de touringcar zat en de bus onderweg niet meer stopte om mensen in of uit te laten stappen. Via een goede snelweg (tolweg) met relatief weinig verkeer konden we behoorlijk vlot doorrijden. De rit was niet veel anders dan de snelwegritten in Nederland, behalve dat er hier meer bergen en tunnels waren.
Iets na tweeën kwamen we aan bij het station van Nagasaki, waar ik merkte dat hier ook allemaal trams door de straten rijden. Het was niet ver lopen naar m’n hostel en nadat ik m’n spullen had achtergelaten en een plattegrond had gekregen van een medewerkster, ging ik op pad. Nagasaki is een stad met een bijzondere geschiedenis. Hetgeen waar mensen natuurlijk het eerst aan denken is de atoombom die hier drie dagen na die van Hiroshima is gedropt. Maar Nagasaki heeft een veel rijkere geschiedenis uit met name de 19e eeuw, toen het de poort naar het westen was en er niet alleen maar veel gehandeld werd met de Chinezen, maar ook met de Portugezen en, jawel, de Nederlanders. De band met de Nederlanders was destijds zelfs zo goed, dat wij als enige Europeanen mochten blijven toen de Japanners bang waren te veel beïnvloed te worden door het Europese geloof. Er is hier zelfs een hele wijk waar de Nederlanders gevestigd waren (toen een eiland), maar dit zal ik, tezamen met het Peace Park om de atoombom te herdenken, morgen pas gaan bekijken.
Aangezien ik nog maar een korte namiddag had, besloot ik het centrale deel van de stad te bezoeken, waarin ik me al bevond. Via het station liep ik naar een monument ter nagedachtenis van 20 Japanse christenen en 6 Europese missionarissen, die hier in 1597 aan het kruis genageld zijn. Het was een muur waarop de 26 mannen naast elkaar afgebeeld waren. Nagasaki is een heuvelachtige stad en na m’n klim naar dit monument volgde de makkelijkere afdaling naar het geschiedenis- en cultuurmuseum. Het was een modern museum, waarin in verschillende ruimtes diverse aspecten uit de handelsgeschiedenis van de stad aan bod kwamen. Zo ook Nederland en op diverse afbeeldingen en schilderingen kwamen Nederlandse vlaggen, schepen en handelaren voorbij. Enkele medische attributen waren tentoongesteld en ook een paar Nederlands-Japanse woordenboeken lagen opengeslagen. Een uitgebreid handelsverdrag lag er ook, maar vanwege het glas en het priegelige Nederlandse handschrift kon ik slechts de laatste regel lezen waarin stond dat het getekend was in het ‘Jaar van Onzen Heer een duizend acht honderd drie en vijftig’.
Na het museum liep ik verder richting het centrum van de stad. Bij één van de bekendste tempels van de stad, Kofuku-ji, was ik getuige van het sluiten van de poort -het was precies 17 uur- waarna ik een foto maakte van de oudste stenen gebogen brug van Japan, de Spectacles. Ik keek rond in enkele overdekte winkelstraten, nam een maaltijd en liep richting de haven. Nagasaki ligt immers ook aan zee, maar dan helemaal in het uiterste westen van Japan, een kleine 1000 km ten westen van de stad waar ik vier weken geleden ben begonnen, Tokio. In de haven lag een groot zeiljacht, enkele andere kleine bootjes en een paar ferry’s. Nadat ik nog even had rondgekeken in een winkelcentrum hier, keerde ik terug naar het hostel, waar ik m’n drukke dag van morgen alvast plande.
Tip van de dag: op zoek naar een Moederdagcadeau? Ook in Japan verkopen ze een hoop cadeaus voor deze feestdag!
Opvallend feitje: ook in Nagasaki rijden er zowel oude als nieuwe trams rond.
Dag 60: De Dikke Man en De Liefde
Woensdag 9 mei 2012
9 augustus 1945, 11.02 uur: nadat de stad Kokura gespaard bleef vanwege een dicht wolkendek werd het noordelijke deel van de stad Nagasaki totaal verwoest door Fat Man, de tweede atoombom op Japan. Dit leidde een week later tot de capitulatie van het land in de Tweede Wereldoorlog. 9 mei 2012, 11.02 uur: zonder dat ik er erg in had, bevond ik me vanochtend op dit tijdstip in het Peace Park, zo’n 500 meter van het hypocenter van de bom vandaan. Een groep Japanners trok aan een touw om een bel te luiden. Een minuut lang klonk deze bel, om de vele slachtoffers van de atoombom te herdenken. Meer dan 70.000 mensen vonden de dood op het moment zelf, maar nog vele duizenden anderen stierven in de jaren die volgden vanwege de straling. Ter nagedachtenis aan de slachtoffers waren er in dit park een fontein (in de vorm van een vlinder) en diverse monumenten geplaatst, waaronder een groot blauw standbeeld van een zittende man die met zijn ene arm naar boven wijst -de bom ontplofte in de lucht- en met de andere opzij om vrede aan te duiden. Aan weerzijden waren opnieuw vele kraanvogels te vinden. Door enkele heuvelachtige straten liep ik naar de Urakami Cathedral, telkens trachtend in de schaduw te blijven omdat het een erg warme dag was. De kathedraal, één van de grootste in Azië, is na de atoombom herbouwd, maar aangezien er een uitvaart aan de gang was, kon ik niet naar binnen. Een klein deel van de muur van de oorspronkelijke kathedraal was nog blijven staan en is ten tijde van de reconstructie een klein stukje verplaatst. De muur staat nu in een parkje naast een zwarte pilaar met daaromheen allemaal ringen op de grond. Dit duidde het hypocenter aan; de plek waar de atoombom 500 meter boven de grond ontplofte. Tevens stond hier een monument van een moeder met een kind.
Aan de andere kant van een kanaal bevond zich het Atomic Bomb Museum, een museum dat -zoals te verwachten viel- erg veel weg had van het museum in Hiroshima. Op aangrijpende wijze werd hier de stad voor de bom laten zien, alsmede de directe gevolgen van de ontploffing, de nasleep en latere nucleaire verdragen en conflicten. Verschroeide, gesmolten, verbrande en gebroken voorwerpen lagen in het museum en op foto’s waren verwoeste gebouwen te zien, net als verlaten omgevingen en verbrande en verkoolde lijken. Naast een schokgolf die vele malen krachtiger is dan de zwaarste tyfoon, laat een atoombom namelijk ook een ondraaglijke hitte vrij in een vuurzee van zo’n 3000 graden in het hypocenter tot nog steeds enkele honderden graden daar een paar kilometer vandaan. Verder waren er in het museum zeer ontroerende verhalen te lezen van overlevenden. Slachtoffers herdenken was mogelijk in de naast het museum gelegen Memorial Hall, een ondergrondse ruimte met in één hal enkele verlichte pilaren en daarachter alle namen van bekende slachtoffers. In stilte liep ik vervolgens verder door de wijk, waar er nog één restant van de atoombom stond. Een torii van de Sanno-tempel was namelijk half verwoest, waardoor de poort slechts op één poot stond en de bovenkant ook gehalveerd was. De andere verwoeste helft lag naast de poort op de grond.
Tot zover de eerste van mijn drie geplande dagdelen. Met de tram, waarmee ik vanochtend naar het Peace Park was gekomen, reed ik helemaal terug naar het zuiden en nog een stukje verder dan waar ik was opgestapt. De trammetjes die hier rijden zijn overigens anders dan die in Nederland; het zijn maar kleine trammetjes met één cabine, met banken langs de ramen, zoals in de metro. Aan beide kanten kan de conducteur het tuffende trammetje bedienen. Ik stapte uit bij Dejima, het voormalige eilandje van de Nederlanders. Het gebied was nu veranderd in een openluchtmuseum met allerlei pakhuizen en andere gebouwen. In het jaar 1600 kwam het Nederlandse VOC-schip ‘De Liefde’ aan in Japan. Dit bleek het begin te zijn van een lange en rijke handelsgeschiedenis tussen Nederland en Japan. De Nederlanders kregen een eigen handelspost aangewezen op een eilandje, Dejima, waarop ze woonden en werkten. Allerlei goederen werden uitgewisseld, zoals textiel en porselein, maar ook medische kennis. Het was erg vermakelijk om de houten warenhuizen te verkennen. Vele afbeeldingen lieten de geschiedenis zien en verschillende objecten ondersteunden het verhaal. Op vele tekeningen prijkte uiteraard de Nederlandse vlag. Kanonnen en porseleinen borden waren voorzien van het VOC-logo en hier en daar hoorde je Nederlanders praten in informatieve filmpjes. Hier en daar waren papieren en boeken te vinden in het Nederlands, waaronder een oude versie van het Enkhuizer Almanak. Maar ook waren modellen te vinden van prachtige zeilschepen. Naast de pakhuizen kon je ook een kijkje nemen in de vertrekken van de belangrijke personen, zoals de opperkoopman, met rijkelijk versierde slaapkamers en eetzalen. Een documentaire in een tot theater omgebouwd warenhuis had zelfs een Nederlandse voice-over via een koptelefoon. De Nederlandse vlag hing vandaag helaas niet in de mast; dat gebeurt alleen op Nederlandse feestdagen. Was ik een paar dagen eerder geweest, dan had ik dat kunnen zien. Al met al was het een erg interessant bezoek!
Nog meer Nederlandse trots was een stukje verderop te vinden. De ‘Hollander Slopes’ of ‘Oranda-zaka’ (‘de straat van de Hollanders’) was een heuvelachtige straat waarlangs vroeger diverse Nederlanders hebben gewoond. Diverse westerse/Nederlandse huizen van baksteen stonden hier nog steeds. Ik was ondertussen al aardig de heuvel opgeklommen en kreeg een steeds beter uitzicht over de stad (ondanks de felle zon). Maar je kon nog vele malen hoger. In plaats van dit te lopen, hebben ze een slimmere oplossing bedacht: een lift. Via een schuine liftschacht tussen de huizen kon je simpelweg een stuk hoger de berg op worden gebracht. En met nog een verticale lift kon je nog hoger komen. Naast een prachtig uitzicht bevond zich hier de bekende Glover Garden. Op de berg waren in het verleden vele grote Westerse huizen gebouwd door enkele belangrijke Britse families (Glover, Ringger en Alt). Het was mogelijk om in dit gebied rond te lopen en de mooie huizen van zowel buiten als binnen te bekijken. Slingerend liep ik over de paden de berg af, ondertussen hier en daar een kijkje nemend in de chique vertrekken van de bouwwerken. Het park eindigde in een gebouw met allerlei rijkelijk versierde wagens, berijdbare boten en draken die voor een zeker festival worden gebruikt. In een film zag ik hoe de wagens door vele personen in de rondte werden gedraaid en soms in de lucht werden gegooid en weer op werden gevangen.
Het zal niemand verbazen dat de middag alweer voorbij was en ik moe was toen ik het park verliet. Via de haven liep ik terug richting het hostel. In de haven lagen twee grote passagiersschepen; eentje was de boot naar Shanghai en van de andere heb ik geen idee wat de bestemming was, maar wel was het duidelijk dat het niet lang meer zou duren voordat deze uit zou varen. Er bevond zich hier ook een klein parkje en daarnaast waren er diverse restaurantjes aan de boulevard gevestigd. In de kelder van een warenhuis kocht ik m’n avondmaaltijd, waarvan ik terug in het hostel lekker genoot. Waarschijnlijk was dit m’n laatste keer sushi in Japan. Het was een lange, vermoeiende, maar vermakelijke dag geweest en ik rustte in de avond dan ook goed uit. Het ziet er namelijk naar uit dat ik morgen opnieuw een lange dag voor de boeg heb.
Tip van de dag: heb je behoefte om in Japan te sporten? Alhoewel wij in Nederland het bedrijf Konami kennen van de computerspelletjes, zie je hier op verschillende plekken ook een Konami Sports Center.
Opvallend feitje: het merk Tefal wordt hier geschreven als T-fal.
Dag 61: Ik hou van Holland
Donderdag 10 mei 2012
Persoonlijke omstandigheden hebben me doen besluiten om terug te keren naar Nederland. De reden wil ik hier best vertellen. Nadat ik de afgelopen twee dagen zoveel Nederlandse invloeden heb gezien in Nagasaki, heb ik een ontzettende heimwee gekregen naar ons kleine landje. Ik hou gewoon zoveel van Holland en ik mis het ontzettend! Ik moest en zou vandaag weer in Nederland zijn! Dus nadat ik vanochtend was opgestaan in de dorm voor 10 personen -waar ik opvallend genoeg de enige gast was- en een gratis ontbijtje had genuttigd, liep ik naar het station, waar ik me opmaakte voor een lange reis. Na een treinrit van 1,5 uur langs de kustlijn verliet ik de trein en liep ik naar de voor Nederlanders misschien wel meest bizarre locatie die er bestaat: Huis ten Bosch. Als je je altijd al hebt afgevraagd waarom je in ons land zoveel Japanners ziet, dan is de reden eenvoudig: Japanners zijn dol op Holland. En hier, zo’n 50 km ten noorden van Nagasaki, uit zich dit op een wel heel extreme manier. Op een terrein van 152 hectare is aan de kust ons landje in het klein nagebouwd. En nee, niet zoals in Madurodam. Of misschien wel zoals Madurodam, maar dan met schaal 1:1. Huizen en bepaalde gebouwen uit Nederland waren hier tot in de kleinste details gekopieerd.
Op de toegangsweg van dit themapark klonk vrolijke muziek, maar helaas kwamen Frans Bauer en Jan Smit niet voorbij. Met -nu al- een enorme glimlach op m’n gezicht liep ik naar de ingang, aangezien ik recht op Amsterdam CS afliep. Alhoewel de treinsporen ontbraken, was het stationsgebouw tot in perfectie nagebouwd. De enige grote verandering was dat het grote gebouw een andere ingang had, omdat het van binnen een hotel was. Naast het station, eh, het hotel bevond zich de ingang, waarbij het mogelijk was om op de foto te gaan met een gouden koets die iets minder gedetailleerd was dan de echte. Maar dat weerhield enkele Japanners er niet van om er mee op de foto te gaan! Toen ik in het park was, bevond ik me in Breukelen, waar Kasteel Nijenrode voor me opdoemde. Nadat ik door de poort hiervan was gelopen, werd m’n glimlach groter en groter. Op een groen landschap aan het water waren verschillende bloemenveldjes te bekennen, met daartussen drie grote molens! Al hun wieken draaiden in het rond en bij eentje was het mogelijk om de binnenkant te bekijken. Ze hadden Nederlandse namen, waaronder Waker en Slaper. Aan de overkant van het water, waren allemaal typische boerenhuizen aan het water gebouwd. Het was echt een stereotypisch Hollands landschap! Ik liep verder over de Kinderdijk en betrad een boerderijtje van Frico, dat er van buiten exact zo uitzag als een boerderijtje in Nederland. Op een bordje stond de tekst ‘Boerenkaas’. Voor het bouwen van dit park hebben ze zelfs bakstenen uit Nederland laten importeren en ongetwijfeld nog veel meer. In de boerderij kon je allerlei kazen uit Gouda kopen en je laten verkleden in boerenkleding, inclusief klompen. Het was echt ontzettend grappig om te zien!
Op het pad voor me bevond zich een kopie van de Oostpoort in Delft. Ik liep de Delftsebrug over, ging onder de poort door en bevond me in de Nieuwstad-zone. Hier bevond zich een plein met daaromheen allemaal huizen/gebouwen in traditionele Hollandse stijl. Langgerekte hoge huizen van baksteen, met daarboven prachtige geveltjes. Dit moest de Waag van Gouda voorstellen, aangezien er ook een winkel was met de tekst ‘Cheese Waag’, met daarbinnen nog meer verschillende soorten kazen. Gek genoeg bevond zich daarnaast een winkel met allemaal chocolade en daarvoor een kraampjes met popcorn en hotdogs. Een stukje verder, in de Binnenstad, was een ander groot plein, het ‘Prince Willerm Alexander Plein’ (die spelfout is niet alleen van mij), met daarop een reconstructie van het stadhuis van Gouda. In het stadhuis was een museum met glas en porselein, welke je tegen extra betaling kon bezoeken. Dat was trouwens het gemene aan dit hele park. Je moest al een aardige toegangsprijs betalen, maar als je ook daadwerkelijk een museum of attractie wilde bezoeken, moest je extra betalen. Op het plein was tevens een grote overdekte eetgelegenheid met een podium, waar ik getuige was van een spelletje bloemblaadjeswerpen. Helaas werden er geen echte oudhollandse spelletjes gespeeld; het had me wel leuk geleken om de Japanse bezoekers te zien zaklopen, koekhappen en spijkerpoepen. Een optreden van het draaiorgel dat hier ook stond ben ik helaas misgelopen. Rond het plein bevond zich een scala aan winkeltjes, waaronder het Holland House, met allemaal klompen, bekend Delfts Blauw (molens en kussende paartjes) en bloemen. Ernaast stond een winkel met allerlei poppetjes en accessoires van de trots van onze Dick Bruna: Nijntje! Knuffeltjes van Nijntje met een Nederlands vlaggetje in de hand waren hier in overvloed. In dit winkelgedeelte ontbrak ook de Haagse Passage niet, inclusief een chique ingang met de Haagse ooievaar en een halfrond glazen dak. Boetiekjes bevonden zich in de Passage, alsmede een winkel met merchandise van One Piece, Japans bekendste mangaserie. Ik kwam niet meer bij toen ik tegen een winkeltje aanliep met ‘Kwarktaart van Tante Annie’, met een logo van een oud vrouwtje. Binnen kreeg ik een stukje aangeboden; lekker!
Via enkele Amsterdamse straatjes, waarbij zelfs de stoepen en straten er perfect uitzagen, inclusief paaltjes, liep ik langs de grachten, waardoorheen boten voeren met namen zoals ‘Katwijk’ en ‘Martha’. Ook de blauwe straatnaambordjes waren typisch Nederlands en hadden teksten zoals ‘van Goghstraat’, ‘Vermeerstraat’ en ‘Mauritskade’. Zo nu en dan fietste er een Japanners voorbij, want ook kon je fietsen huren; het park was namelijk best groot. De plek waar ik nu uitkwam, Utrechts, had ik al enige tijd aan zien komen. De gehele Domtoren was hier namelijk nagebouwd. Maar in plaats van honderden traptreden op te lopen, zijn de Japanners iets slimmer geweest. Met een lift werd je in een paar seconden naar boven gebracht, waar je een leuk uitzicht had over het park. Het was echt supergrappig om Nederland in het klein van bovenaf te zien, met vreemd genoeg de Japanse bergen op de achtergrond! Dit was overigens niet de enige (betaalde) attractie die ik bezocht. Ook heb ik een bezoekje gebracht aan een theater waarin een heftige storm werd nagebootst. Met licht- en geluidseffecten en heel veel liter water barste er een kort, maar krachtig spektakel los. Een nagebouwde zee golfde heen en weer en enkele nagebouwde huizen en een molen werden overspoeld door water. In een andere voorstelling kwamen in een 3d-film enkele bijzondere tekeningen van M.C. Escher tot leven. Alhoewel de acteurs overduidelijk Nederlands waren, was alles helaas nagesynchroniseerd in het Japans.
Na een korte en maffe parade die door het hele park heen ging, nam ik een kijkje in het helaas niet heel bijzondere havengedeelte, met enkele bootjes en een replica van De Liefde. Nadat ik al meerdere restaurants was tegenkomen met Japanse en andere gerechten van over de hele wereld, hoopte ik hier eindelijk eens wat Nederlandse snacks tegen te komen. Maar helaas had noch eettentje ‘Bikken Bikken’, noch ‘Café De Haven’ frikadellen, kroketten, pannenkoeken of stroopwafels. Via een bospad kwam ik ten slotte aan bij hetgeen waar het park zijn naam aan te danken heeft, een nagebouwde versie van Paleis Huis ten Bosch. Voor wie de Nederlandse versie niet kent, het was een mooi, groot en statig gebouw, gevestigd in een prachtige en ruime tuin. In Nederland kun je het paleis niet in; hier wel, aangezien er binnenin een museum zit. Helaas had ik pech, omdat het museum vandaag gesloten was. Op zich niet heel erg, want van binnen schijnt het paleis wel degelijk anders te zijn dan de onze. In de achtertuin bevonden zich heggen, klassieke beelden en een fontein, terwijl er rozentuintjes aan de voorkant lagen.
Ik liep terug naar het plein met het podium en bekeek hier een zeer wilde en enthousiaste zang- en dansvoorstelling, opnieuw helaas niet echt gerelateerd aan Nederland. M’n middag was hiermee tevens tot een eind gekomen. Ik had aardig wat rondgelopen door het park en ging terug naar de ingang. Ik liep nog langs een andere bloementuin, een manege, een reuzenrad en een plek waar je kon klimmen en klauteren over touwen. In m’n oranje kleding, die ik voor de gelegenheid had aangetrokken, wierp ik nog een laatste blik op de molens, keek ik even rond in teddyberenwinkel ‘Linda’, passeerde ik de gesloten ijswinkel ‘Lekker’ en verliet ik het park. Het was een hele bizarre, maar wel heel erg vermakelijke dag geweest. Ik had ondertussen weer heimwee naar Japan, dus nam ik de trein terug naar Nagasaki en rustte ik in de avond heerlijk uit. Nog maar twee dagen om van Japan te genieten, aangezien ik het land aanstaande zondag zal gaan verlaten. Voordat het zover is, zal ik nog één laatste stad aandoen: Fukuoka!
Tip van de dag: kijk achteraf even op internet na of je alle Nederlandse gebouwen hebt herkend. Zo waren bijvoorbeeld ook de volgende gebouwen nagemaakt: het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, de woning van Dr. Von Siebold en de Lakenhal in Leiden, het Maritiem Museum in Amsterdam, de Sneker Waterpoort en enkele historische VOC-gebouwen in Amsterdam en Enkhuizen. Het blijkt dat ik Nederland toch niet zo goed ken.
Opvallend feitje: niet elk treinstation heeft automatische poortjes waar je je ticket doorheen moet halen; soms staat er een persoontje om je ticket te bestempelen alvorens je het perron op kunt, of om je ticket in te nemen als je het perron verlaat.