La Paz, deel 1
Dag 10: Uitstapje naar Bolivia
Maandag 16 september 2013
Het tweede deel van onze reis is vandaag van start gegaan. De afgelopen week hebben we in Peru gezeten, maar de aankomende week zullen we in buurland Bolivia verblijven. Dat betekende vanochtend wel weer op tijd opstaan om naar de grens te rijden. Na enige perikelen over gestolen dollars bij meerdere personen stapten we het busje in voor een rit van zo’n twee uur. Onderweg hadden we een mooi uitzicht over het Titicacameer aan onze linkerzijde. Bij het grensplaatsje verliet Lupe ons en stonden we er alleen voor. Lupe mag ons namelijk officieel niet als gids rondleiden door Bolivia, waardoor zij zelfstandig, zonder verbanden met ons, de grens over zou gaan, om zich daarna weer bij ons te voegen. Bij een kantoortje haalden we onze exit-stempel van Peru, waarna we soles of dollars konden omwisselen voor bolivianos en met onze bagage de grens over konden lopen. Aan de andere kant handelden we de immigratieprocedure van Bolivia af. Volgende week zullen we dit nog een keer doen, maar dan andersom.
In plaats van een klein busje stond aan de Boliviaanse zijde een grote bus/truck op ons te wachten. Dit zou onze bus voor de komende week worden, inclusief een nieuwe chauffeur en zijn vrouw. Nadat we Lupe hadden opgepikt en van haar een kort overzichtje van de belangrijkste Spaanse zinnen en woorden hadden gekregen (die voor mij niet nieuw waren), gingen we op weg. Ook het Boliviaanse landschap zag er prachtig uit. Langs ons lagen vele valleien met landbouwgrond, vaak echter verdord omdat het niet het juiste seizoen was. Aan de andere kant glinsterde de felle zon in het mooi blauwe water van het Titicacameer. Op de achtergrond hiervan bevonden zich enkele prachtig besneeuwde bergen van de Cordilleras, een bergketen in Bolivia. Bij een uitkijkpunt verderop kregen we de gelegenheid om deze pracht op de foto te zetten. De busrit zelf was verder niet bijster interessant en het was eigenlijk gewoon weer uitzitten.
Voordat we La Paz bereikten, maakten we een tussenstop in het plaatsje Tiwanaku. Hier waren de ruïnes te vinden van één van de oudste beschavingen die Bolivia kende, nog voordat deze werd overgenomen door de Inca’s. In een museumpje waren allerlei potten te vinden die bij de bouwwerken waren gevonden (en in de loop der tijd nog niet waren gestolen). Van een behoorlijk saaie gids kregen we vervolgens een rondleiding, welke begon bij een groot beeld in een rechthoekige pilaarvorm. Het stelde een figuur voor, verrijkt met figuren en andere afbeeldingen, waarbij een hoofd, armen en benen te herkennen waren. Buiten namen we een kijkje bij verschillende ruïnes, waar op enkele trappen en muren niet extreem veel meer van over was. Er waren nog een paar beelden waar de gids weer hetzelfde verhaal als daarvoor begon te vertellen en ook bij de Zonnepoort viel de gids weer in herhaling. De Zonnepoort stond centraal in de tempel en enkele keren per jaar scheen de zon door diverse openingen aan de zijden van de tempel precies deze poort in. Alhoewel de ruïnes op zich wel interessant waren om even te bezoeken, duurde het bezoek helaas iets te lang.
We vervolgden onze tocht en kwamen aan het eind van de middag aan in La Paz, een stad op 3600 meter hoogte, maar wel gelegen in een dal. We kwamen aanrijden van bovenaf en kregen daardoor een geweldig uitzicht op de stad. Het hele dal stond volgebouwd met huisjes en andere gebouwen. We cirkelden naar beneden en reden door de erg drukke hoofdstraten naar ons centraal gelegen hotel. Hier konden we ons enige tijd opfrissen, alvorens Lupe ons naar een leuk Aziatisch restaurantje wist te leiden. We liepen door ontzettend drukke straten waar extreem veel volk op de been was. Bij straatstalletjes werd eten en drinken verkocht. Verlichting van restaurants en winkels scheen op de anders donkere straten. Het was voor de verandering wel weer even fijn om iets anders te eten dan de afgelopen week. Tijdens het eten vertelde een vriend van Lupe over een optionele activiteit morgen: het afleggen van de ‘World’s Most Deadliest Road’. Met een mountainbike zou je tussen de sneeuw op ongeveer 4700 meter beginnen, om vervolgens in een paar uur helemaal naar zo’n 1000 meter in de jungle af te dalen. Het zou een mooie en spectaculaire afdaling zijn langs diepe ravijnen met een prachtige omgeving. Maar liefst zeven personen wisten zich over te halen om dit morgen te gaan doen. Op de terugweg naar het hotel wenste ik hen daarom dan ook veel plezier en succes, want zelf leek me de stad bezoeken een stuk leuker en veiliger.
Dag 11: Stad van de vrede
Dinsdag 17 september 2013
Terwijl de anderen al lang op weg waren naar de bergen, begon ik met Sira, Rianne, Liesbeth, Monique en Gerrit aan een wandeling door de stad. Lupe had een interessante route op een plattegrondje uitgetekend, dus probeerden we deze min of meer aan te houden. Het was opnieuw lekker zonnig weer, dus dat was ideaal voor de wandeling. We begonnen op het San Pedro-plein, dat één blok van het hotel verwijderd lag. Op het plein stonden enkele eenvoudige kraampjes met eten en drinken. Aan één zijde bevond zich een gevangenis, alhoewel je dit er aan de buitenkant niet meteen van af zag. Via een hellend straatje kwamen we terecht bij allemaal marktkraampjes. Hier merkten we pas goed het verschil met de mensen in Peru. Vele vrouwen droegen hier namelijk bolhoedjes. Het leek een ware trend of traditie te zijn en zag er erg origineel uit. Het leverde, samen met hun handelswaar –voornamelijk groente en fruit– mooie plaatjes op.
In deze wijk waren naast de vele marktkraampjes ook nog vele touroperators te vinden, evenals zaken met allemaal outdoor equipment. Schijnbaar zijn trekkingen in de omgeving hier erg populair. Dit kwam goed uit voor Rianne, aangezien ze nieuwe schoenen nodig had. We gingen daarom vele winkels in en uit om een goed paar te vinden. Een ander straatje was voornamelijk gefocust op toeristen en had veel winkeltjes met kleding gemaakt van alpacawol. Ze hadden er van die typische gekleurde mutsen met flapjes over de oren, wollen sjaaltjes en sokken, tassen en nog meer souvenirs. Het was allemaal best geinig om te zien. Aparter was echter de heksenmarkt die zich hier ook bevond, welke niet zozeer was toegespitst op toeristen. Bij kraampjes waren allemaal versierde stenen te koop, te gebruiken bij allerlei rituelen. Ook had je allerlei potjes met figuurtjes erin. Deze diende je onder je bed te leggen, in de hoop dat de betekenis van de figuurtjes werkelijkheid zou worden. Denk hierbij aan liefde, gezondheid, kennis en geluk. In dezelfde trant waren er ook vele wondermiddeltjes te koop, zoals liefdesdrankjes. Het meest lugubere waren echter de foetussen van lama’s, die op diverse plekken levenloos aan touwtjes hingen. Indien je een nieuw huis had gekocht, was het bijgeloof er dat je deze moest offeren aan de goden. Lange tijd liepen we in de omgeving rond, waarna we bij een klein restaurantje op een leuk binnenplaatsje een lunch namen.
In de middag vervolgden we de route langs de (gesloten) St. Francisco-kathedraal, met een plein vol met mensen. We vroegen ons af wat al deze mensen hier op een dinsdagmiddag deden. Om ons heen reden bussen die me een klein beetje deden denken aan de grote gekleurde bussen van de Filipijnen. We kwamen iets verderop uit op het groene hoofdplein van de stad, gekenmerkt door een standbeeld en een overvloed aan duiven. Tevens lagen er rond dit plein een kerk, het presidentiële paleis en een ander belangrijk regeringsgebouw. De rood-geel-groene Boliviaanse vlag wapperde hier dan ook vrolijk in het rond. Een paar straten verder bereikten we Calle Jaen, een smal straatje met erg leuke gekleurde huisjes. Balkonnetjes en lantaarntjes sierden de huizen. De musea die zich hier bevonden bezochten we niet, maar het leverde wel leuke foto’s op. Dit was tevens het einde van de wandelroute, maar nog niet het einde van onze dag. We liepen namelijk terug via de Mercado Negro, de zwarte markt. In verschillende hellende straten bevonden zich nog meer kraampjes, maar nu ook met kleding, speelgoed en gereedschappen. Op sommige plekken werden ook ijsjes verkocht, of versgeperste sinaasappelsap. De mensen leken niet heel veel om ons te bekommeren. Ondanks dat sommigen wel cameraschuw waren, keken ze nauwelijks naar ons om en werden we ook geen enkele keer lastiggevallen.
Na een drankje en een rustpauze in het hotel, ontmoetten we de overige groepsleden weer in de lobby. Ze waren allemaal heelhuids teruggekomen van hun afdaling en waren laaiend enthousiast over hun belevenis, de kick en het uitzicht. Hier en daar vonden ze het wel een beetje eng, maar na enige tijd wennen was de afdaling best goed te doen. We zijn gaan eten in een relatief chique restaurant, waar we echter alsnog niet meer dan 10 euro per persoon kwijt waren. Ondanks dat de service aan de trage kant was, en de panfluitmuziek ons ondertussen uit de oren begon te komen, kregen we ons eten voor de eerste keer eens allemaal tegelijkertijd. Lamasteak kan ik vanaf vandaag ook erg aanbevelen! Niet al te laat keerden we terug naar het hotel, aangezien we morgen weer vroeg op moeten staan.