Kathmandu – Vrijwilligerswerk, week 5
Dag 197: Het einde in zicht
Zondag 23 september 2012
Na een aparte week en een druk weekend begon vandaag weer een doodnormale week met vrijwilligerswerk, ondanks dat de projectleiders enige moeite hadden met het inplannen van alle activiteiten vanwege het gebrek aan vrijwilligers. In de ochtend stond ik weer vroeg op om na het ontbijt met Sarah en Luciana naar het weeshuis te gaan. Aangezien we een beetje aan de late kant waren, namen we een tuktuk. Na vandaag zou het aan Sarah zijn om een klopje op het dak te geven als ze uit zou moeten stappen, aangezien dit mijn laatste ritje naar het weeshuis was. Het einde van mijn leven als vrijwilliger in Nepal zal morgen namelijk ten einde komen en nadat ik vorige week al afscheid had genomen van mijn leerlingen en vrouwen, waren vanochtend de weeskinderen van de kindergarden aan de beurt. Op de vraag die me zo’n beetje elke dag wordt gesteld -‘Is it your last day?’- kon ik eindelijk ‘ja’ antwoorden, alhoewel ik voor de kinderen niet de chocolade had meegenomen waar ze waarschijnlijk op gehoopt hadden. Voor de laatste keer deed ik enkele erg vermakelijke yoga- en gymnastiekoefeningen met de kinderen, iets dat Sarah morgen alleen op zich mag nemen. Het lukte hierna eindelijk om de kinderen succesvol een antwoord te laten op de vraag hoe oud ze waren, waarna we doorgingen met de vraag waar ze woonden. Met ‘I live in Kathmandu’ leken ze gelukkig minder problemen te hebben. We pakten er vervolgens een aantal boeken bij waarin plaatjes stonden van dieren, om de kinderen zodoende enkele dierennamen te leren. Het waren wel iets moeilijkere dieren dan degenen die ze al kennen van de flashcards, zoals vos, jak, chimpansee en lieveheersbeestje. Op het eind focusten we op de begrippen van links en rechts, waarna ik ze vroeg hun rechterhand op te houden om zodoende als traktatie een koekje van me te krijgen. Ik vond het namelijk ook wel een beetje gemeen om de kinderen helemaal niets te geven en aangezien ik nog genoeg koekjes van gisteren overhad, wilde ik deze voor m’n vertrek graag kwijt. Ik zei de kinderen vervolgens gedag; ik had er een geweldige tijd gehad en ik ook hen zal ik missen. Of de kinderen zelf beseffen dat ik vanaf morgen niet meer terug zal keren, weet ik niet, aangezien me de laatste twee weken ook meermaals is gevraagd waar Nuria was. Voor de laatste maal maakte ik een ritje in de tuktuk terug naar het huis; ik weet zeker dat ik deze niet ga missen.
De rest van de dag had ik geen projecten meer, waardoor ik me in de tweede helft van de ochtend en in de middag volledig kon richten op zaken die nog afgehandeld moesten worden. Zo wilde ik graag m’n foto’s van dit weekend uitzoeken, maar moest ik bovenal nog een behoorlijke stapel profielen afwerken. Alhoewel ik over elk van m’n schoolkinderen al een verhaaltje had geschreven, had ik dat van alle weeskinderen en vrouwen nog niet gedaan. Het was dus even graven in m’n geheugen om van elk van deze twintig personen een persoonlijk stukje te schrijven. Bij sommigen viel dat niet mee, omdat deze iets rustiger of minder actief waren. Gelukkig hielpen pasfoto’s me om de juiste personen aan de juiste namen te linken. Behalve de profielen werd me ook gevraagd om op papier m’n ervaringen te delen over elk van m’n drie projecten, wat me de gelegenheid gaf om enkele positieve verhalen te schrijven. Tussendoor was er uiteraard ook nog de gelegenheid om te lunchen en kon ik Danielle vertellen over mijn lessen met de vrouwen, aangezien zij deze vanaf vandaag overnam. Ik bracht nog een bezoekje aan de supermarkt om iets lekkers voor na het eten te kopen en had later in de middag eindelijk weer wat tijd om m’n reisverhaal bij te houden. Ik had gehoopt alles af te kunnen krijgen, maar slaagde daar helaas niet in, omdat ik nog iets te veel dagen achterliep. Uiteindelijk volgde nog een korte enquête die ik moest invullen en in een envelop moest stoppen. Deze zou dan naar het hoofdkantoor in Jaipur in India gestuurd worden. Idex was immers een Indische organisatie met meerdere kampen in India en slechts eentje in Nepal.
Iets over zevenen zaten we zoals gebruikelijk weer met z’n allen aan het avondmaal. Voor zowel Nina als mij was dit tevens de laatste keer, omdat we morgen allebei het huis zullen verlaten. Er zouden dan nog maar vijf vrijwilligers overblijven, alhoewel deze morgen ook weer versterking van vier nieuwe personen zullen krijgen. Het voelde vreemd om hier te zitten. Afgezien van de verhuizing was het hier toch zoals een tweede thuis, en ondanks dat ik aardig wat personen heb zien vertrekken en komen, was het hier toch altijd een vertrouwde omgeving met leuke mensen. Het was gek om te beseffen dat dat vanaf morgen allemaal voorbij zou zijn. We sloten het diner af met de bakjes ijs die ik in de supermarkt had gehaald, iets dat hier ondertussen een traditie leek te zijn. De meesten hingen in de avond in de woonkamer rond, alhoewel velen niet heel erg lang bleven zitten of liggen omdat het internet niet werkte en mensen zich begonnen te vervelen. Ik ging verder met de inhaalslag op m’n reisverhalen en ik liet Nivedan de verzameling films op m’n netbook zien, waarvan hij er een paar graag wilde kopiëren naar zijn laptop. Alhoewel ik dus heel veel films had meegenomen van thuis, heb ik er uiteindelijk maar ontzettend weinig gekeken omdat ik me altijd wel op een of andere manier bezig heb weten te houden. Gelukkig is dat wel een erg goed teken. Nina heeft in de avond haar tas ingepakt, aangezien zij morgenochtend heel vroeg al zal vertrekken. Voordat ze ging slapen, namen we daarom afscheid van elkaar. Vier weken lang hadden we met elkaar opgetrokken, aan leuke projecten gewerkt en mooie activiteiten ondernomen. Alhoewel ik morgen terug naar huis zal vliegen aan het eind van mijn reis, staat zij nu op het punt een backpackavontuur te beginnen, waarbij ze tot eind juni weg zal blijven en de hele wereld over zal gaan. Ik kijk dan ook zeker uit naar haar belevenissen van de komende maanden, waarbij ze eerst meer van Nepal zal gaan zien en daarna enkele andere Aziatische landen aan bod zullen komen. Het zal voor mij waarschijnlijk een feest van herkenning zijn. Het was tevens de perfecte gelegenheid om mijn metropasje van Singapore door te geven, welke voor de zoveelste keer van eigenaar wisselde. Tegen het einde van de avond ging ik zelf ook naar bed. Het werd m’n laatste normale nacht in Azië en dat voelde heel erg vreemd.
Tip van de dag: probeer op je laatste dag al je muntjes uit te geven, omdat je daar thuis niets meer aan hebt.
Opvallend feitje: het kleine meisje dat vorige week uit dit huis is verhuisd, mist haar oude woonkamer nog steeds.
Dag 198: Komen en gaan
Maandag 24 september 2012
Toen ik vanochtend wakker werd, was het iets later dan gebruikelijk, alhoewel ik nog wel op tijd was voor het ontbijt. Vandaag zou ik niet meer meegaan naar het weeshuis, want het was m’n laatste dag. M’n laatste dag. M’n laatste dag in Nepal. M’n laatste dag in Azië. De laatste volledige dag van m’n reis. Het voelde raar, het voelde vreemd. Het voelde bedroefd. Voor de laatste maal nam ik hier een ontbijtje, waarna ik in de woonkamer heb rondgehangen. Ik was niet de enige, want niet iedereen had op de vroege ochtend al een activiteit. Ondanks dat het internet nog steeds niet werkte, kon ik wel verder gaan met het typen van m’n reisverhaal, waarvan ik echt zo ver mogelijk wilde komen. Toen ik Nivedan, Shahanaj en schoonmaakster Bhawani in de weer zag met een kaarsje en tika, was het duidelijk dat er een nieuwe vrijwilliger aan zou komen. Niet heel veel later verscheen er weer een. Het waren twee nieuwe meiden die de ondertussen ontstane gaten van Juanjo, Sjoukje, Nina en mij zouden gaan overnemen. Later op de dag zouden er nog eens twee bijkomen, zodat alle posities gevuld zouden kunnen worden. Ik zei hallo tegen de nieuwelingen en kon hen meteen enthousiast maken over het werk dat ik hier de afgelopen vier weken had gedaan. Ze waren nieuwsgierig en keken uit naar hun verblijf hier; ik kon hen geruststellen dat ze het heel erg naar hun zin zouden gaan krijgen. Ik pakte al m’n spullen en wist alles voor de laatste keer in m’n rugtas te proppen. Wel was ik niet vergeten om uit m’n etuitje m’n huissleutel te pakken, want deze zal ik morgenochtend hard nodig hebben. Het voelde vreemd om de sleutel in m’n hand te houden, aangezien ik deze 6,5 maand niet had gebruikt. Ik besefte dat mijn grote avontuur nu echt voorbij was.
Toen de andere vrijwilligers terug waren gekomen van hun werk, was ik uiteraard nieuwsgierig naar hoe ze het hadden gehad. Sarah had zoals de afgelopen dagen veel lol gehad met de jonge weeskinderen en ook mijn schoolklas beviel Danielle. Gisteren had zij ook al mijn vrouwenklas overgenomen en ze leek het daar ook leuk te vinden. Het was dus een fijne gedachte dat iedereen die ik in de afgelopen weken had leren kennen en geholpen, de komende tijd ook in goede handen zal zijn. We namen met z’n allen een lunch, waarna ik afscheid heb genomen van de hele groep. Ik zal het eten van de twee kokkinnen missen, de vrolijkheid van Nivedan, de gekkigheid van Sanu, de spontaniteit van m’n nieuwe zusjes Hushnaj en Shahanaj en het goede werk van de overige stafleden. Daarnaast nam ik afscheid van Mirjam, Jennie, Sarah, Luciana en Danielle. Wie weet zien we elkaar nog weleens terug. Bedroefd verliet ik het huis en Nivedan leidde me naar de taxi die om 13.30 uur voor was komen rijden. Terwijl ik werd uitgezwaaid reden we weg van de twee huizen waar ik me de afgelopen vier weken thuis had gevoeld. Het vrijwilligerswerk van Idex en Activity International zat erop. Mijn tijd in Nepal zat erop. Mijn tijd in Azië zat erop. Mijn reis zat er bijna op.
Ik was blij dat ik voordat ik op reis ging, de beslissing heb genomen om een maand vrijwilligerswerk te gaan doen. Door dit aan het eind van de reis te plaatsen, was het een perfecte afsluiting van een periode van 5,5 maand. Alhoewel ik van tevoren geen flauw idee had waar ik eigenlijk aan begonnen was, kan ik met recht zeggen dat het één van de meest bijzondere, leerzame en onvergetelijke ervaringen in mijn leven is geweest. Het werk was ontzettend plezierig en gaf me veel voldoening. Ik was blij dat ik anderen heb kunnen helpen en hoop dat zij hierdoor een betere toekomst tegemoet komen. Alhoewel ik niet zeker weet of ik zoiets als dit nogmaals in m’n leven zal gaan doen, waren deze vier weken prachtig. Het werken met weeskinderen was ontzettend lollig; de kinderen waren heel speels en aanhankelijk en waren altijd enthousiast over m’n komst. Ik zal alle handjes, omarmingen en klauterpartijen missen. De schoolkinderen waren een stuk lastiger om mee om te gaan, maar was uiteindelijk toch ook wel erg plezierig. Ik ben blij dat ik ze iets nuttigs heb kunnen leren. Het viel me hierbij tevens op dat het lesgeven mij niet zo moeilijk af ging als ik van tevoren had gedacht. Je moet namelijk toch aardig wat initiatief tonen en ervoor zorgen dat je niet met je mond vol tanden komt te staan of dichtklapt. Net zo goed ging het bij de vrouwen, wat zonder te aarzelen m’n meest favoriete klas was. In eerste instantie was ik nogal onzeker over dit project -hoe kan een man ooit een hele groep vrouwen lesgeven?-, maar het bleek een erg gezellige en leerzame ervaring voor beide partijen te zijn. Het enthousiasme en de leergierigheid die van de vrouwen afspatte, stimuleerden me om extra leuke lessen voor te bereiden. Afgezien van de projecten was mijn tijd in het Idex-huis ook vele malen gezelliger dan ik had gedacht. Het was allesbehalve een saaie bedoeling en dat kwam uiteraard door de leuke staf en de overige vrijwilligers. Iedereen had altijd een positieve en enthousiaste instelling en de gesprekken die ik met iedereen heb gevoerd waren erg vermakelijk en interessant. De uitjes die ik met de mensen in de weekenden heb gemaakt waren daarnaast ook prachtig. Alhoewel ik helaas niet heel veel van het land heb kunnen zien, heb ik ongetwijfeld meer van Kathmandu en de omgeving gezien dan de meeste andere toeristen. De acht weekenddagen die ik had, zaten helemaal volgepropt, maar gaven wel een enorm goed beeld van het leven in Nepal, aangezien deze behoorlijk veelzijdig waren. De bezienswaardigheden in de vorm van tempels zijn prachtig, en de kleine dorpjes en de omgeving zijn soms adembenemend mooi. Ondanks dat Nepal een arm land is, zijn de mensen vaak erg vriendelijk. De directe contacten die ik met de lokale bevolking heb gehad, waren daarom dan ook zeer uniek. Het gegeven dat ik een festival en meer van de traditionele cultuur heb gezien, was ontzettend mooi. Het enige dat ik niet heel erg zal gaan missen, denk ik, is het eten. Ondanks dat ik vier weken lang lekker heb gegeten, vond ik het enigszins jammer dat er zo weinig vlees was, terwijl er juist een overvloed aan koriander was. Hoe dan ook, graag wil ik nog eens terugkeren naar Nepal om meer van het land te zien; vooral de bergen zien er erg aanlokkelijk uit. Al met al waren deze vier weken heel speciaal, en zou ik niet weten hoe ik mijn reis op een mooiere manier had kunnen afsluiten!