Kathmandu & Bhaktapur
Dag 174: Het klokje rond
Vrijdag 31 augustus 2012
In tegenstelling tot bij ons is de vrijdag in Nepal de eerste dag van het weekend -zondag is dus een werkdag-, wat betekende dat we vandaag een vrije dag hadden. Het ontbijt werd pas om 9 uur opgediend, waardoor iedereen na een lange avond lekker kon uitslapen. In de lounge werden we verrast door de begeleiders, die ons papieren wilden laten invullen. Naast de dagelijkse planning was het namelijk ook de bedoeling dat we per onderdeel een weekoverzicht zouden invullen. Gelukkig was dit min of meer een samenvatting/opsomming van de dagplanningen, waardoor het niet al te lang duurde. We konden daarom relatief op tijd de toerist uit gaan hangen. Aangezien iedereen tijdens andere weken in het kamp arriveert, hebben de meesten een eigen programma opgesteld om de tijd in het weekend goed te besteden. Nina, Sjoukje en ik hadden echter nog niets gezien, waardoor we prima samen op pad konden gaan om enkele bezienswaardigheden van Kathmandu te bezoeken. Niet alles zou in één dag kunnen lukken, maar gelukkig hebben we vier weekenden. Met een zonnebril op het hoofd, goede wandelschoenen aan de voeten en een camera in de aanslag gingen we op pad.
De straatjes waar we al een paar keer eerder doorheen waren gelopen, bekeken we nu door het oog van een toerist, waardoor we meer details zagen en meer foto’s konden schieten. Mensen zaten bij hun kleine kraampje c.q. huis om etenswaren te verkopen, kleine kindjes speelden in het zand of met opgeraapt afval en puppy’s gingen in de aanval voor moeders melk. We namen de weg naar de supermarkt en liepen een stuk verder door. Vele lokale mensen waren ook op pad, om misschien wel te gaan winkelen bij de ontzettend simpele en vieze winkeltjes langs de stoep. Op straat reden vele auto’s en brommers voorbij. Op de stoep moesten we oppassen waar we liepen, want je kon al snel in een gat of in de modder terechtkomen. Sommige muren waren beplakt met posters van de nieuwste Bollywood-films. Er zal ongetwijfeld ergens wel een bioscoop zijn. Het was niet heel ver lopen naar onze bestemming, aangezien deze zich langs deze weg bevond.
Toen we bij een poort kwamen, wisten we dat we Boudha bereikt hadden, maar in plaats van dat we de poort betraden en een ticket kochten, volgden we het advies op dat enkelen ons hadden gegeven. We liepen 20 meter verder, schoten een steegje in met enkele souvenirkraampjes en kwamen zodoende ook uit op het binnenplein van de grootste stoepa in Azië. Op een of andere manier had ik het idee dat ik weer terug was in Tibet. Dit was echter niet heel verwonderlijk, want Boudha is een Tibetaans boeddhistisch heiligdom. We keken uit op een grote ronde stoepa met daaromheen een muur van gebedswielen. Mannen, maar voornamelijk oude vrouwen, liepen om de muur heen om een zwiep te geven aan elk wiel. Tussen het volk bevonden zich tevens vele Tibetaanse monniken, allemaal in het rood gekleed. Ook zij waren naar deze plek gekomen om te bidden. De stoepa zelf bestond uit een verhoging met daarbovenop een grote koepel. De koepel was wit van kleur, maar dat kwam omdat deze helemaal bedekt was met een of ander klonterig goedje. Enkele mannen waren zelfs bezig om een nieuwe laag aan te brengen door het er met emmers overheen te gooien. Later volgde de kleur geel voor enkele boogeffecten. Als ik het me nog goed herinner uit Tibet, zou dit vet van de jak moeten zijn, iets waarmee de daken en muren van Tibetaanse kloosters ook werden geboend toen ik daar was. Bovenop de koepel stond een hoge gouden pilaar, met aan alle vier de zijden twee grote ogen geschilderd, de ogen van Boeddha. Vanaf de hoeken van de stoepa waren talloze slingers met kleurrijke gebedsvlaggetjes gespannen, waarvan ik er in Tibet ook talloze van had gezien. Ze wapperden in het kleine beetje wind dat er stond op deze warme en relatief heldere ochtend. Voor de stoepa waren nog meer mensen aan het bidden. Verder was er een behoorlijk grote groep duiven aanwezig. Rond het plein waren talloze winkeltjes te vinden, uiteraard allemaal toegespitst op de toeristen die hier ook niet ontbraken. Gebedsmolentjes, tasjes met mooie patroontjes, beeldjes en gebedsvlaggetjes waren hier onder andere verkrijgbaar. Ik moest lachen om opnieuw het ‘Yak yak yak yak’-T-shirt te zien hangen, alhoewel deze nu gepaard was met de tekst ‘Nepal’ in plaats van ‘Tibet’. Nog meer herkenning aan mijn bezoek aan Tibet in oktober 2009 was het prachtige mystieke lied ‘Om Mani Padme Hum’ dat van alle kanten uit de speakers klonk. Net zoals daar werd het ook hier keer op keer afgespeeld, wat het bezoek aan de stoepa een stuk sfeervoller maakte. Tussen de winkels bevond zich tevens een tempel, met een grote gebedsmolen waar gelovigen omheen liepen en een draai aan gaven. Binnenin zagen we vervolgens allemaal voor mij bekende boeddhistische afbeeldingen en beelden. Een foto van de dalai lama ontbrak ook niet. Hierna betraden we de stoepa, waar we naar enkele biddende personen keken, een enorm hete ruimte met veel kaarsjes binnenliepen en een rondje op de verhoging maakten. Het was allemaal prachtig om te zien en we besteedden hier dan ook aardig wat tijd.
Terug bij het Idex-huis waren we precies op tijd voor de lunch, die vanaf 13.30 uur zou worden opgediend. Na de lunch hadden we een volgende bestemming op het oog. We liepen naar de hoofdweg, waar tot onze vreugde een taxi stond. Na enig onderhandelen konden we voor 300 roepie (3 euro) instappen, waarna we aan een rit van een half uur begonnen. Tijdens deze rit kreeg ik de indruk dat ik m’n mening over Jakarta enigszins moest bijstellen. Misschien is Kathmandu wel de meest verschrikkelijke hoofdstad van Azië als het aankomt op verkeer. Jakarta was een ontzettend drukke en chaotische bedoeling, maar de wegen waren daar over het algemeen nog van redelijke kwaliteit. Hier in de straten van Kathmandu was het een ongeregeld zooitje van auto’s, trucks, motors, voetgangers en koeien, welke allemaal kriskras over de wegen reden en liepen. De wegen waren daarnaast van een ontzettend slechte kwaliteit. Op vele plekken lag wel asfalt, maar vaak zaten er enorme gaten in. Daarnaast waren er ook genoeg straten die nog gewoon van zand en kleine steentjes waren. Vlak was het op deze wegen zeker niet en het was een ontzettend gehobbel om en over kuilen en gemanoeuvreer rond grote stukken steen om hier door een straatje te kunnen rijden. De voetgangers, die maar weinig moeite namen om uit de weg te gaan voor het verkeer, maakten het zaakje er niet veel beter op.
Na een helse, maar ook vermoeiende rit kwamen we aan bij Swayambhunath, eveneens een Tibetaanse boeddhistische tempel. Voordat we deze konden bereiken, moesten we echter wel 360 traptreden beklimmen, waarlangs verschillende beelden van dieren waren geplaatst. Kleine kindjes waren hier net als moeders aan het bedelen om melk en chocolade. Het was druk hier, van zowel toeristen als lokale mensen die naar de tempel waren gekomen om te bidden. Bovenaan de door bomen omgeven trap werden we door een agent verzocht een ticket te kopen, waarna we verder konden lopen. We kwamen uit bij een stoepa, welke qua uiterlijk leek op die van Boudha, maar wel stukken kleiner was. Rond de stoepa bevonden zich weer gebedsmolentjes en enkele beelden. Het pleintje rond de stoepa bevatte verder nog enkele gebouwtjes en souvenirkraampjes. Gebedsvlaggetjes wapperden opnieuw overal. Omdat we bovenop een hoge heuvel stonden, hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving, waarbij we heel de stad in de door bergen omringde vallei konden zien. Het was zelfs mogelijk om in de verte het uitstekende torentje van Boudha te zien. Op de rand zat een aap, welke een stuk meloen zat te eten. Deze was afkomstig van het kraampje vlak bij hem en was waarschijnlijk aan hem gegeven. Swayambhunath wordt ook wel de Monkey Temple genoemd, maar behalve deze aap zagen we niet veel andere hier. We keken hier enige tijd rond en zagen restaurantjes en winkeltjes met vele toeristische souvenirs. In enkele zaakjes verkochten ze schilderijen met het prachtige landschap van de Himalaya. Ook kon je een boeddhistmuseum bezoeken en andere versieringen en beelden bekijken. Overal hoorde je opnieuw hetzelfde volksliedje als in de ochtend.
Er was een weg die naar achteren liep, waarbij je uitkwam op een plein met een andere kleine stoepa, meer beelden en duizenden gebedsvlaggetjes, die overal tussen de bomen gespannen waren. Sommige vlaggetjes zagen er nog heel nieuw uit, terwijl anderen overduidelijk al erg oud waren en waren aangetast door de weersomstandigheden. Er stond hier ook een standbeeld in een poeltje water, met bij de voeten een bakje waar mensen van achter het hek een muntje in probeerden te gooien. Uiteraard ging dit vaker mis dan raak, waardoor het niet verbazingwekkend was dat de hele poel vol lag met muntjes. Er was zelfs een watertje dat gereserveerd was voor apen, aangezien er een bordje ‘Swimming Pool for Monkeys’ naast stond. De apen waren vandaag echter niet geïnteresseerd in zwemmen. Wel hadden ze zin om rondjes te rennen, want rond het klooster dat zich hier ook bevond, renden er een hele hoop. Sommigen hadden zelfs kleintjes bij zich, die op de rug zaten of juist onder de buik hingen. Voor het klooster zagen we een groep monniken zitten, die gewoon met elkaar aan het kletsen waren. We hadden hier opnieuw een mooi uitzicht over Kathmandu. We bleven kijken naar de apen en de vele gebedsvlaggetjes en ontweken in de tussentijd een man die maar al te graag een rode stip op onze voorhoofden wilde drukken, dat geluk zou brengen.
Nadat we alles hadden gezien, keerden we terug naar beneden, waar we een taxi terug namen naar het huis. Het was nu nog drukker dan op de heenweg en de wegen die de chauffeur nu nam, waren nog belabberder. Toen we op een gegeven moment moesten invoegen, stonden we dwars op straat met enorm veel toeterende auto’s aan beide kanten. Het was een totale chaos en de enkele verkeersagenten die er waren, leken maar weinig te helpen. Het feit dat auto’s elkaar telkens probeerden in te halen (vaak via de andere drukke weghelft) hielp ook niet echt mee. Vlak voor etenstijd waren we weer heelhuids terug in het huis, zodat we niet veel later konden eten. Naast de gebruikelijke rijst en curry stond er nu zelfs een Spaanse omelet op het menu. Zo nu en dan wist de kok Bhagi ons toch te verrassen. Het diner was iets rustiger dan anders, omdat nog niet iedereen was teruggekeerd van z’n dagtrip en twee anderen bezig waren met een tweedaagse trip en vandaag niet terug zouden komen. Ik kletste nog enige tijd met de Engelse Anton, die me een volledig andere blik op Engeland wist te geven, aangezien hij nog helemaal in het klassensysteem zat, waarbij status, geloof, regels en familie ontzettend belangrijk waren en zelfs een geregeld huwelijk nog aanwezig was. In de avond verzamelden de meesten zich in de woonkamer, waar de dvd van een Bollywood-film werd aangezet. In tegenstelling tot wat ik verwachtte -een slechte film met overdreven acteerwerk en veel muzikale uitbarstingen-, behandelde de film een behoorlijk serieus onderwerp over een jongetje met dyslexie en zag de film er daarnaast ook erg goed uit. Het was zodoende een mooi avondje, waarbij iedereen relaxed op de matrasjes kon liggen. De film was wel aan de lange kant, waardoor iedereen iets na middernacht het matrasje in de woonkamer kon vervangen door z’n eigen matras op ieders bed.
Tip van de dag: zoek naar alternatieve ingangen om geld te besparen.
Opvallend feitje: films uit Bollywood zijn hier vele malen populairder dan films uit Hollywood.
Dag 175: Een wereld van verschil
Zaterdag 1 september 2012
Ook de tweede dag van het weekend wilde ik niet verspillen, waardoor ik met Nina, Sjoukje en de Engelse Anton plannen maakte om naar Bhaktapur te gaan. Bhaktapur is een stadje iets buiten Kathmandu en heeft een historisch stadscentrum dat is uitgeroepen tot World Heritage Site. Het zou één van de mooiste plekken van Nepal zijn en van enkele anderen hadden we al positieve verhalen gehoord. Iets na het ontbijt van pannenkoeken bestelden we daarom een taxi, waarna we opgepropt in een kleine Suzuki op weg gingen. Het duurde niet heel lang voordat we de stad uit waren en tot m’n grote verbazing reden we iets later een snelweg op. In tegenstelling tot de modderwegen in de stad was de weg van een redelijk goede kwaliteit en konden we prima doorrijden. Het duurde dan ook maar een kleine drie kwartier voordat we Bhaktapur bereikten.
Bhaktapur is als een levend museum van het Newari-volk. Om te beginnen is het helemaal afgesloten van auto’s, wat het lopen een heel stuk fijner maakte. Helaas reden er wel motors rond, maar ondanks dat was het vele malen rustiger dan in Kathmandu. De straatjes waren verder veel mooier dan die in de hoofdstad, met degelijke stenen en geen tot weinig gaten. Bij een ticketbureautje moesten we een behoorlijk bedrag neertellen voor een ticket, maar gelukkig bleek dat het achteraf meer dan waard te zijn, want hetgene dat we in de paar uur daarna zagen, zag er prachtig uit. We begonnen op Durbar Square, het paleisplein, waaromheen al enkele mooie tempels en gebouwen stonden. Het hindoeïsme is het geloof dat hier vroeger overheerste, waardoor alle tempels in deze stijl gebouwd en versierd waren. Toch waren ze weer anders dan de hindoetempels die ik in Indonesië en Maleisië was tegengekomen. Oranjebruin was hier de overheersende kleur, met hier en daar grijs. Op het plein bevond zich een kunstmuseum, met daarvoor twee grote beelden van leeuwen. Iets verderop, bij een gebouw met allemaal kunstige houten raamwerken, stond een gouden poort, versierd met hindoeïstische figuren. Erachter bevond zich een klein pleintje met een tempel die voor ons niet toegankelijk was, en een poel met water met beelden van naga’s (slangen) en een geit die uit de mond van een krokodil stak. Op het grote plein keken we naar de tempels met rijke versieringen van goden en mythische figuren. Tevens verbaasden we ons over de nogal erotisch getinte afbeeldingen die onder de daken waren aangebracht, welke behoorlijk expliciet waren en aardig wat gymnastiek vereisten. Een volgende tempel was niet heel groot, maar wel hoog en stond bovenop een piramide-achtige verhoging. Je kon de (gesloten) tempel bereiken door de trap te beklimmen, welke aan beide zijden voorzien was van dierlijke standbeelden. Ernaast op het plein stond een trap met twee standbeelden, maar opvallend genoeg ontbrak het gebouw erachter. Het zou kunnen zijn dat deze was verwoest tijdens de grote aardbeving in 1934. Gelukkig waren vele andere gebouwen, afkomstig uit de 15e, 16e, of 17e eeuw, nog wel intact, of waren ze gerestaureerd.
We hadden een Lonely Planet bij ons waarin verschillende plattegrondjes stonden van het grote gebied, met tevens een wandelroute langs enkele bijzondere tempels. We probeerden deze route te volgen, maar dit bleek nog niet mee te vallen in de wirwar van kronkelende straatjes. De straatjes waren soms behoorlijk smal, met nog smallere steegjes die diverse kanten opliepen. Hier en daar was het enigszins heuvelachtig. De historische gebouwtjes herbergden winkeltjes, voornamelijk toegespitst op de aanwezige toeristen, met eten en drinken, lokale kleding (met onder andere mutsen en handschoenen), muziekcd’s, beeldjes, schilderijen en illegale dvd’s. Vreemd genoeg hoorden we ook op enkele plekken het Tibetaanse nummer van gisteren, alhoewel het hier toch echt hindoeïstisch was. Op sommige plekken werden momo’s verkocht. Verder werden er hier en daar ook potten, pannen en andere spullen verkocht, aangezien er hier ook gewoon mensen leefden. Kleine kinderen speelden in de straatjes, volwassenen waren in hun donkere huisjes wapens aan het smeden en oudere mensen zaten op de straat met elkaar te kletsen of te breien; soms staarden ze gewoon voor zich uit. Soms liepen er kippen rond, maar bovenal waren er overal honden te zien. Alhoewel sommige huizen er belabberd uitzagen, zag het er allemaal wel heel sfeervol uit en liet het een totaal ander beeld van Nepal zien dan Kathmandu. Veel huizen hadden mooie houten ramen, waarbij er zeker behoorlijk wat werk in was gestoken. Het meest aparte raam was echter het rasterachtige raam met een klein beeldje van een pauw. Lange tijd dwaalden we door de straatjes, waarbij we over pleintjes kwamen met nog meer tempels, soms groot, soms klein, meer beelden zagen en blikken worpen in waterputten en poeltjes water. Op de bovenverdieping van een restaurant namen we een lunch, waarbij we zowel een mooi uitzicht hadden over een plein, en ik m’n vleesgehalte weer iets kon opkrikken. De laatste week was namelijk behoorlijk vegetarisch geweest, waardoor een stukje kip er wel in ging.
Het waren niet alleen maar straatjes die op de wandelroute lagen. Op een zeker moment liepen we het stadje min of meer uit en kwamen we bij meer boerenland terecht. We kwamen in een groener landschap met geitjes en koeien, zandpaadjes en een riviertje. We volgden het water en zagen iets verderop rookpluimen. Nadat we iets dichterbij waren gekomen, zagen we aan de overkant van het riviertje een vuurstapel staan die al een tijdje in de fik had gestaan. Het was een zwarte rokende hoop en enkele mensen stonden en zaten er nonchalant naast. Ook naast ons waren twee uitgebrande hoopjes te vinden. Het bleek dat er aan de overkant een crematie aan de gang was en er eerder op de dag naast ons ook twee overledenen waren gecremeerd. Het was een bizar gezicht, vooral toen we een paar meter verderop in de rivier mensen hun was zagen doen en kinderen in de rivier zagen zwemmen. Om ons heen, op zowel de grond als in de lucht, stonden en vlogen enorm veel kraaien, iets dat helemaal paste bij dit lugubere sfeertje. Via een bruggetje liepen we uiteindelijk het stadje weer in, om nog enkele straatjes, gebouwtjes en tempeltjes te bekijken, alvorens terug te lopen naar ons beginpunt. Hier wierpen we nog een blik op een tempeltje met afbeeldingen van olifanten in bizarre posities en stapten we uiteindelijk een taxi in om ons terug te brengen naar ons huis. Meer dan vijf uur hadden we hier doorgebracht en we waren moe. Het was een prachtige dag en hebben hele mooie plekken gezien. Daarnaast zat het weer ook relatief mee, alhoewel het in het begin nogal bewolkt, maar toch erg licht was, wat iets minder fijn was voor het maken van foto’s. De terugweg verliep ook redelijk vlot, waardoor we om pakweg 17.30 uur weer terug waren.
We rustten uit, bekeken onze vele foto’s en wachtten totdat het eten klaar was. Terwijl we met kaarslicht van onze maaltijd genoten, wisselde iedereen verhalen over vandaag uit. In de verte begon het te onweren, waardoor de lucht zo nu en dan verlicht werd. De bijna volle maan zorgde ook voor een kleurrijke lucht, welke sfeervoller werd gemaakt door de bewolking. In de avond werd er opnieuw een film afgespeeld, alhoewel het ditmaal Braveheart betrof, welke Anton bij een zaakje in Bhaktapur had opgepikt voor onze kok Bhagi, die deze nooit had gezien. Veel interesse had ik niet in de film, maar het gaf me wel mooi de gelegenheid om m’n reisverhaal weer bij te houden en m’n foto’s uit te zoeken. Iedereen ging uiteindelijk op tijd naar bed, want het weekend was immers alweer tot een einde gekomen en morgen zullen we gewoon weer hard aan de slag moeten!
Tip van de dag: wil je op een rustigere plek dan Kathmandu overnachten, dan is dat ook mogelijk in Bhaktapur.
Opvallend feitje: de poeltjes water in Bhaktapur zagen er vies groen uit.