Gili Trawangan
Dag 164: Eén van de drie
Dinsdag 21 augustus 2012
Vanochtend ging ik al vroeg m’n bedje uit, want ik moest me om 6.45 uur melden bij Perama. Een ontbijtje van de homestay zat er ditmaal helaas dus niet in. Ik zei Garry, die pas morgen weer op een andere boottocht meegaat, gedag en vertrok met enkele andere toeristen in een bus die ons naar het noorden bracht. Zo’n drie kwartier volgden we de kustlijn van het westelijke deel van Lombok, waarbij we slingerend door de bergen reden. Aan de motor te horen trok de bus de soms steile hellingen maar net. Onderweg hadden we een mooi uitzicht over de zee, waarin we in de verte drie eilanden naast elkaar zagen liggen. Het meest westelijke eiland was Gili Trawangan, de volgende twee Gili Meno en Gili Air. De laatste twee zijn relatief klein en onontwikkeld, en bieden met slechts een handjevol plekken om te overnachten een groter Robinson-gevoel. Trawangan is echter het eiland met de meeste toeristen en mogelijkheden tot activiteiten en accommodatie. Dit zou daarom mijn bestemming worden. De bus kwam op een gegeven moment aan bij een strandje met kleine bootjes, waar we nog een kwartiertje moesten wachten op onze boot. Het was uiteraard geen grote boot zoals op de Komodo-trip, maar wel een boot waarbij een deel van de bodem van glas was, zodat je de zee in kon kijken. De overtocht bracht ons eerst naar Gili Air om enkele mensen af te zetten, waarna we doorgingen naar Gili Trawangan. Het tweede deel van de tocht werd iets bemoeilijkt door de wind, waardoor we vanwege de iets hogere golven niet op volle vaart konden varen. Toch konden we op sommige plekken het koraal onder ons zien. Veel hiervan was echter dood, aangezien er in het verleden, voordat de toerisme-industrie hier zo groot werd, veel aan visvangst is gedaan met dynamiet, wat desastreuze gevolgen had voor alles in de zee. Toch hebben we zeker nog mooi tafelkoraal en enkele kleurrijke visjes kunnen spotten.
We meerden aan op het witte strand van Gili Trawangan, waarna ik op zoek kon gaan naar m’n verblijf. Ik was ontzettend blij dat ik van tevoren al accommodatie had geboekt, want bij vele plekken waar ik langsliep, hing een bordje waarop stond dat alles vol was. Sommige andere toeristen zag ik daarom met hun koffers en tassen dan ook tevergeefs over de weg lopen, wanhopig op zoek naar een slaapplek. Bij aankomst moest ik nog even wachten totdat m’n kamer was schoongemaakt, maar niet veel later kon ik m’n mooie bungalow betreden. Deze bungalow behoorde bij een duikvereniging, iets waar het hier op Gili Trawangan vol mee zat. Langs de hoofdweg, welke langs het strand liep, stikte het van de duikcentra, bijna allemaal gecombineerd met bungalows waar je kunt overnachten. Sommige centra hadden zelfs een klein zwembadje om beginnende duikers de kneepjes van het vak te leren. De vrolijke mensen waar ik zat, boden mij uiteraard ook al aan om te gaan duiken, waarbij het zelfs mogelijk was om een nachtduik te maken. Dit vond ik wel interessant klinken, aangezien ik dat tijdens deze reis nog niet gedaan had, en dat twee jaar geleden best bijzonder vond. Ik zou het in overweging nemen.
Ik liep over de hoofdweg aan de oostkant van het eiland om zodoende iets meer te zien van wat er hier werd aangeboden. Naast de talloze duikcentra bevonden zich hier ook een paar iets luxere resorts en kon je hier en daar een massage ondergaan. Op vele plekken was het mogelijk om een snorkeluitrusting te huren of snorkeltours te boeken. Uiteraard ontbraken ook de talloze restaurants en bars niet, waar je alle westerse gerechten kon krijgen tegen iets hogere prijzen dan op de grotere eilanden. Overal werden mensen naar binnen gelokt met de tekst ‘Free Wifi’; in dit moderne tijdperk kan namelijk niemand meer zonder internet en zelfs de afgelegen eilanden bieden het daarom aan. De vele toeristen genoten van het mooie strand en het helderblauwe water, terwijl ze verkopers met kettingen keer op keer van zich afsloegen. Mensen die te lui waren om te lopen, hadden de mogelijkheid om een fiets te huren. Dit werd nog opvallend vaak gedaan, waardoor ik vaak moest uitkijken om niet aangereden te worden door een fietser. Nog veel vaker kwamen er echter mannetjes voorbij met paard en wagen, om toeristen op een snellere manier te vervoeren. Toeterend sjeesden ze voorbij over de weg. Sneller transport heb je hier niet, want motors en auto’s zijn er niet op dit eiland.
In de middag deed ik niet ontzettend veel. Ik nam een lunch, keek rond over het eiland, bleef bij m’n bungalow zitten om m’n reisverhaal een beetje bij te houden en ging naar het strand om verder te luisteren naar m’n audioboek, waar ik nu bijna doorheen ben. Voordat ik naar Nepal ga -volgende week-, zal ik deze ongetwijfeld ‘uit’ hebben. Het was gewoon een rustige en ontspannen middag, precies zoals dat hoort op een exotische locatie. Hetzelfde gold voor de avond, waarin ik een restaurant op het strand opzocht voor een diner. Op vele plekken waren kleurrijke lichtjes ontstoken, net als enkele fakkels. Restaurants op het strand boden naast de standaardgerechten barbecuediners aan en van diverse kanten klonk (live) muziek. De internetverbinding bij zowel het restaurant, als m’n bungalow wilde niet echt meewerken, wat me de gelegenheid gaf om nog meer verhalen van de afgelopen week in te halen. Toch zal ik nog wel een paar uur zoet zijn voordat ik weer helemaal bij ben met m’n verhalen over Singapore en de Komodo-trip. Het schrijven bevalt me na 164 dagen in ieder geval nog steeds prima. Terwijl op sommige plekken op het eiland de feestjes nog tot laat doorgingen, ging ik uiteindelijk moe naar bed. Nog een paar nachtjes goed slapen kan ik ongetwijfeld wel gebruiken!
Tip van de dag: heb je op Gili Trawangan trek in een ijsje, luister dan naar het opvallende muziekje van de ijscoman, die op zijn fiets met een bak achterop heen en weer rijdt op de hoofdweg.
Opvallend feitje: het nemen van een internetverbinding op Gili Trawangan is heel erg prijzig. Een werknemer van m’n resort vertelde me dat hij 1,5 miljoen roepia (meer dan 100 euro) per maand moest betalen voor een internetverbinding met slechts een middelmatige snelheid.
Dag 165: Het strand van Gili T
Woensdag 22 augustus 2012
Een heerlijk relaxte en ontspannen dag. Dat is zoals ik m’n dag in het kort zou moeten beschrijven. Ik kan en zal m’n dag wel iets langer beschrijven, maar ontzettend veel valt er opnieuw niet te zeggen. Het einde van mijn reis is in zicht en ik heb niet zoveel zin meer in drukke activiteiten, aangezien het de komende maand nog druk genoeg gaat worden in Nepal. In de ochtend nam ik bij een restaurantje aan het strand een ontbijtje. Het zou de laatste keer zijn dat ik een bananenpannenkoek nam, naast toast, jam en ei het meest geliefde ontbijt van backpackers in Azië. De ‘route’ die door backpackers in Azië wordt afgelegd (ook al is er niet echt een vaste route), wordt dan ook niet voor niets de ‘Banana Pancake Trail’ genoemd. Hierna bekeek ik de andere kant van het hoofdpad aan de oostkant van het eiland. Gisteren was ik al de ene kant op gelopen, maar er was dus ook een andere kant. Hier bevonden zich opnieuw vele duikverenigingen -sommigen met zwembad-, resorts, winkeltjes, bars en restaurants. En ook hier moest je oppassen niet aangereden te worden door de vele wagens met paarden die door de straat reden. In de verte hoorde ik de klanken van de moskee, terwijl er om me heen om diverse plekken relaxte muziek werd gespeeld. Mensen liepen rond met rugzakken en tassen om het eiland te verlaten, of met snorkels of duikuitrustingen om het water in te gaan. Zonneaanbidders waren er ook al genoeg, aangezien de zon in de ochtend en het begin van de middag aan deze kant staat. Ik besloot er ook maar enige tijd tussen te gaan liggen, zodat ik weer verder kon luisteren naar m’n vermakelijke audioboek.
Terug bij m’n bungalow maakte ik gebruik van de internetverbinding die nu weer leek te werken, waarna ik genoot van een late lunch. Het zal ongetwijfeld de laatste nasi goreng ajam van deze reis zijn. In de tussentijd keek ik naar al het volk dat hier voorbij kwam lopen. Er waren aardig wat jongeren te vinden, maar ook veel koppels en enkele westerse gezinnen. Ook enkele oudere personen liepen hier rond, waarbij het een erg grappig gezicht was om een echtpaar van over de 60 te zien rondlopen met een T-shirtje waarop ‘I love Lombok’ stond. Er waren ook veel Indonesische badgasten, iets dat waarschijnlijk kwam vanwege hun vrije dagen nu de ramadan voorbij was. In de middag keerde ik terug naar m’n bungalow voor een inhaalslag op m’n reisverhaal over m’n Komodo-trip. Ik was blij dat het me lukte om deze af te maken, waardoor ik alleen nog maar met een drietal dagen Singapore zit om in te halen. Hopelijk lukt het me nog om alles af te hebben voor Nepal. In de avond ben ik toch geen duik meer gaan maken, aangezien ik er eigenlijk niet zoveel zin meer in had. Daarnaast betwijfelde ik of ik wel iets nieuws zou gaan zien, aangezien ik ondertussen al zoveel moois had gezien tijdens het snorkelen de afgelopen week. Het leek me het geld uiteindelijk niet waard. De avond was daarom opnieuw behoorlijk rustig, met een lekker diner (van vis!) en veel leeswerk over Nepal, aangezien ik daar niet onvoorbereid wil aankomen. Met een Lonely Planet van het land en syllabi van Activity International over lesgeven in het buitenland, wist ik m’n tijd daarom prima vol te maken. Gewoon, heel ontspannen, zoals dat hoort op een plek als Gili T.
Tip van de dag: als je maar kort op de Gili’s verblijft, neem dan zelf snacks en drinken mee van de grotere eilanden, aangezien alles hier vele malen duurder is.
Opvallend feitje: op aardig wat plekken op Gili T worden zeer openlijk ‘magic mushrooms’ aangeboden, terwijl dat in Indonesië toch echt illegaal is.