Chiang Rai
Vrijdag 1 januari 2010
Dag 90: Een nieuw jaar, een nieuw avontuur
Alhoewel de receptie vandaag een uur later open ging, bleef het checkout tijdstip van 10.30 uur onveranderd. Ik was dus genoodzaakt om om 10 uur op te staan en m’n spullen te pakken. In de openbare ruimte nam ik een ontbijt, waarna ik enkele mensen van gisteravond gedag zei. Ook nam ik afscheid van Phan en het andere personeel van Julie Guesthouse. Ik zal toegeven dat ik het in de taxi op weg naar het busstation niet kon laten om een traantje weg te pinken: ik heb hier anderhalve week gezeten, ontzettend veel gave dingen gedaan, geweldige mensen ontmoet en een te gekke Kerst en oud en nieuw meegemaakt. Het begon bijna te voelen als een tweede thuis, maar dan in Thailand. Maar aan alles komt een eind, dus kocht ik op het busstation een kaartje voor de bus naar Chiang Rai, een stad die vaak het kleine broertje van Chiang Mai wordt genoemd. Helaas waren alle bussen tot 14.15 uur al volgeboekt, waardoor ik hier bijna drie uur heb zitten wachten totdat ik eindelijk kon vertrekken. Hierna volgde ook nog eens een busrit van een kleine drie uur, dus het was me het middagje wel. Met m’n Nintendo DS wist ik m’n uurtjes wel door te komen. Sinds kort boffen de taxichauffeurs in Chiang Rai ook weer, want buiten de stad is vorig jaar (pff, wat klinkt dat alweer lang geleden) een nieuw busstation gebouwd. Met een horde mensen stapte ik daarom in een taxi (grote tassen bovenop) welke ons naar het oude busstation in de stad lag. Met dezelfde taxi kreeg ik hierna een privérit naar het Chat Guesthouse, waar gelukkig nog een kamertje voor me beschikbaar was. Alhoewel ik het idee had dat de kamer in z’n vorige leven een badkamer was (gezien de badkamerspiegel en de tegeltjes onder de vloer en achter het behang), leek het me prima voor twee nachten. In het restaurant van het guesthouse nam ik een lekkere maaltijd, waarna ik een tijdje vanaf m’n telefoon heb zitten internetten. Plots werd ik verrast door een bezoek van iemand die ik ‘s middags had leren kennen op het busstation van Chiang Mai (nadat ik haar had gevraagd even op m’n tas te passen tijdens een toiletbezoekje…), maar een latere bus had en in een ander guesthouse was belandt. Ze had een kamergenoot meegenomen, een jongen die blijkbaar wel bij mij in de bus zat. Afijn, een tijd lang hebben we gezellig zitten kletsen, waarna er wat later nog iemand van mijn guesthouse aanschoof. Zodoende heb ik nog steeds niets van Chiang Rai gezien, maar ach, het was een leuke avond en morgen heb ik meer dan genoeg de tijd.
Zaterdag 2 januari 2010
Dag 91: Een rustig dagje in Chiang Rai
Vandaag was het een rustig en standaard dagje sightseeing in Chiang Rai. Nadat ik lekker lang had uitgeslapen nam ik een ontbijt/lunch, waarna ik de stad in ben gegaan. Aangezien Chiang Rai niet groot is, waren alle highlights (ook al zijn dat er helemaal niet veel) op loopafstand te bereiken. Vlak om de hoek van het guesthouse bevond zich de belangrijkste tempel van de stad, de Wat Phra Kaew. Van buiten was de tempel niet heel anders dan de tempels die ik eerder had gezien. Van binnen echter ook niet, alhoewel er hier wel een klein museum was met enkele boeddhistische artefacten en relikwieën. Het belangrijkste van deze tempel was er echter niet meer, aangezien de Emerald Buddha, die hier na een blikseminslag werd gevonden, nu in Bangkok staat. Wel was deze vervangen door een ander beeld. Ik liep verder, langs een andere wat, op weg naar het Hilltribe Museum. Hier werden door middel van allerlei gebruiksvoorwerpen de verschillende bergvolkeren van het noorden in beeld gebracht. Het museum steunt deze dorpjes ook en liet dan ook merken niet altijd blij te zijn met nepdorpjes voor toeristen, zoals de menselijke dierentuin van de langnek Karen, welke voor toeristen vanuit Burma ‘geimporteerd’ worden. Daarnaast gaf het museum nog een blik op de voormalige verbouwing van opium in de ‘Golden Triangle’ (het gebied waar Burma, Laos en Thailand samenkomen) en de gevolgen die dit met zich meebracht op het gebied van hiv/aids vanwege besmette injectienaalden. Tenslotte werd de veelzuidigheid van bamboe nog gedemonstreerd, net als de varieteit in kleding. Het was interessant om te zien, waarna ik na een gefrituurd ijsje en een gratis kopje thee nog wat door de stad heb rondgelopen. Heel veel meer was er echter niet, behalve dat velen begonnen waren aan het opzetten van de grote vrijdag- en zaterdagavondmarkt. Nadat ik in m’n guesthouse had uitgerust, liep ik hier overheen, alhoewel ik eigenlijk een tuktuk zocht om naar het Flower Festival te gaan buiten de stad. Aangezien ik deze niet kon vinden (als je ze nodig hebt, lijken ze er nooit te zijn), liet ik het maar schieten. Ik wilde toch niet al te laat terugkeren. De markt was op zich best vermakelijk. Helaas kon ik me mentaal nog steeds niet over de streep trekken om die ene ervaring rijker te worden die iedereen hier op de markt zou moeten ervaren. Ook ik wil me ergens deze reis overgeven aan het eten van gefrituurde insecten, maar ik wacht nog tot Laos of Cambodja. Maar het zal nog gaan gebeuren, want iets in me zegt dat ik het wil proberen! Wel probeerde ik een andere snack, alvorens naar het guesthouse terug te gaan voor een normaal diner. De rest van de avond heb ik niet veel meer gedaan. Op tijd ben ik gaan slapen, aangezien ik morgen niet al te laat wil vertrekken naar de grens.