Caye Caulker
Dag 17: In Caribische sferen
Zondag 26 oktober 2014
Er was gisteren afgesproken om met al onze bagage om 6.45 uur in de lobby klaar te staan. Dit werd maar net gehaald, aangezien de telefoons van sommigen, waaronder die van mezelf, onterecht de wintertijd in acht hadden genomen en de klok een uur achteruit hadden gezet, iets dat hier pas volgende week zou gebeuren. Dat was dus erg gehaast opstaan, maar we zaten allemaal toch om 7 uur in de bus voor onze rit naar het kleine Engelstalige land Belize, gelegen tussen Guatemala, Mexico en de Caribische Zee. Bernardo had ervoor gezorgd dat de geplande boottocht naar het eiland Caye Caulker van 10.30 uur verplaatst werd naar 13.30 uur, zodat we niet al te gehaast en zonder veel risico naar de grens hoefden te rijden, om vervolgens het hele land nog van west naar oost te doorkruisen om de boot te halen. Dat laatste stuk zou namelijk ook zo’n vier uur duren. Bij de grens tussen Guatemala en Belize moesten we alle bagage uitladen en lopend de grens oversteken, waar we een nieuwe stempel in het paspoort kregen. Het was het vierde en laatste nieuwe land deze reis, en nummer 42 voor mijzelf. Het weertje was lekker en we hoopten dat dat zo zou blijven. We konden uiteindelijk dezelfde bus weer in, om het vasteland van Belize vanachter een raam te aanschouwen. Het land is met zo’n 50 km vrij smal, dus het bereiken van de kust bleek toch niet zo heel ingewikkeld. Het land was daarbij ook behoorlijk vlak en eenvoudig van begroeiing, in tegenstelling tot de bergachtige jungleomgeving waar we vandaan kwamen. Bij een plaatsje maakten we een stop om eventueel Beliziaanse dollars te pinnen, iets dat op het eiland niet mogelijk was. De Amerikaanse dollar wordt hier echter ook overal geaccepteerd en met een verhouding van 2 Belizaanse dollars op 1 Amerikaanse dollar kon alles ook relatief eenvoudig gemixt worden. Tijdens de route kregen we een controle op onze paspoorten van een -voor de verandering- erg vrolijke politieagent. Het zette meteen de toon voor de meeste andere Belizianen die we gedurende de dag tegenkwamen, want het leek een erg vriendelijk en enthousiast volk te zijn. De mensen waren wel compleet anders: de Spaanse invloeden waren hier volledig afwezig en in plaats daarvan liepen hier allemaal donkere Afro-Amerikanen rond, zoals in de rest van het Caribische gebied.
Nadat we waren aangekomen in Belize City, de grootste stad gelegen aan de oostkust (alhoewel Belmopan de hoofdstad is), hadden we een klein uurtje om de omgeving van de ferryterminal te bekijken, waar ook een deel van de binnenstad bij zat. Het eerste dat opviel waren de vrolijk gekleurde houten huizen die langs de straten waren gebouwd. Donkere mensen deden hier de was of hingen een beetje rond op deze luie zondag. Enkele kinderen speelden buiten terwijl andere personen op de fiets rondjes reden. We liepen een stuk langs een kanaal (met daarlangs een afwisseling van huisjes, eettentjes en rommel), om iets later over te steken om daar het gemeentehuis aan te treffen, gelegen aan een pleintje met een vlaggenmast en een standbeeld van een of andere vrijheidsstrijder. Sommige mensen liepen rond met een bakje eten. Bij de speedbootterminal aten wij vervolgens ook onze lunch, om daarna plaats te nemen in een speedboot. Terwijl het zonnetje heerlijk scheen en een deel van de groep dat toch niet merkte omdat ze binnen zaten, voeren we in pakweg 40 minuten naar het eiland Caye Caulker. Dit relatief kleine eiland had verschillende kleine hotelletjes en hostels, restaurantjes en barretjes en zaakjes met wateractiviteiten zoals snorkelen, duiken en zeilen. In tegenstelling tot het grotere noordelijkere eiland San Pedro hing er hier veel meer een backpackersvibe. Diverse palmbomen kleurden het eiland groen en op diverse plekken waren hangmatten opgehangen. Maar van echte strandplekjes was geen sprake omdat er niet bepaald veel zand lag. Opvallend aan de enige hoofdweg die het eiland bezat was het vervoer. Er reden hier namelijk geen auto’s rond, maar wel golfkarretjes. Het was grappig om te zien dat zo’n karretje, beschikbaar in verschillende uitvoeringen, hier het primaire vervoermiddel was. Via een verlaten basketbalveld liepen we naar het hotel, waarna er even het een en ander geregeld moest worden voor morgen. De rest van de middag stond in het teken van relaxen. Op dit kleine eilandje was dat niet heel ingewikkeld. Langs souvenirwinkeltjes waar ze houtsnijwerk en schelpen verkochten liepen we naar het noordelijke uiteinde van het eiland, waar de zon aan de westkant zijn ondergang had gestart. We konden daar allemaal op een steiger van een bar aan het water gaan zitten. Eventjes verkoelen in het water behoorde ook tot onze activiteiten. De vrolijke Caribische muziek, de lekkere drankjes, de mooie locatie en de gezellige mensen zorgden ervoor dat we allemaal een ultiem vakantiegevoel kregen. Na de drukte van de afgelopen tijd waren we wel toe aan dit relaxmoment. De ondergaande zon zorgde voor een werkelijk prachtige lucht, welke met enkele wolken mooi oranje kleurde en steeds donkerder werd. De enige smet op het geheel was een plotselinge invasie van een enorme zwerm muggen, die ons van alle kanten te pakken kregen. Terwijl we allemaal als gekken om ons heen begonnen te meppen, namen we de benen terug naar het hotel. Een paar dagen jeuk op ieders lichaam was aangebroken. In de avond namen we plaats bij een tentje waar bij de ingang een tafel stond waarop het vers gevangen eten voor ons klaar lag om uit te kiezen. Het was ons inmiddels wel duidelijk dat het hier allemaal een stuk duurder was dan de voorgaande locaties, maar toch konden de meesten het niet laten om voor de hele kreeft te kiezen, dat uiteindelijk erg lekker bleek te zijn, ondanks dat het even een uitdaging was om op te eten. In een andere tent later op de avond merkten we dat er hier niet aan salsa werd gedaan, maar dat reggae wel erg populair was. Dat was niet erg verrassend en alhoewel de dj erg slecht was, hadden we alsnog een leuke avond.
Dag 18: Tussen de zusterhaaien
Maandag 27 oktober 2014
Tot een uur of 8 in bed blijven liggen voelde deze vakantie als uitslapen. Terwijl de rest van de groep nog langer kon blijven liggen, later zou gaan ontbijten en later op de ochtend een snorkeltrip zou gaan doen, hadden Jurre en ik andere plannen. Wij waren namelijk de enige twee personen die een duikbrevet hadden (meegenomen). Gisteren waren we op zoek gegaan naar een leuke duikvereniging en ondanks dat het het laagseizoen was, hadden we er toch nog eentje gevonden waar we een ochtend mee konden duiken. Het hoogtepunt hier was de Blue Hole met prachtige wanden en vele haaien, maar die werd tot m’n grote teleurstelling vandaag niet aangeboden. Maar er was een mooi alternatief hier in het op één na grootste koraalrif ter wereld (na Australië), dat zich uitstrekt tussen Honduras en Mexico. Het was voor mij al twee jaar geleden dat ik voor het laatst had gedoken, dus het was wel weer even spannend. Daarnaast zou het m’n eerste duik in de Cariben zijn, dus ik was benieuwd hoe anders het zou zijn ten opzichte van de Aziatische wateren. We kregen vandaag gezelschap van iemand uit Canada en kregen met z’n drieën een duikmeester. Samen met nog een groep duikleerlingen voeren we met alle duikspullen naar het oosten van het noordelijker gelegen eiland San Pedro, dat groter en toeristischer was dan Caye Caulker. Na een half uur varen bereikten we de duiklocatie genaamd Esmeralda. In deze omgeving hebben we twee duiken gemaakt, met een tussenstop op het zonnige eiland om een hapje te eten. Het duiken voelde oud en vertrouwd aan en alles verliep zonder problemen. Twee keer hebben we zo’n 50 minuten onder water verbleven op een diepte tot 21 meter. Er was hier veel mooi koraal te zien, dat vaak vastzat op de rotsen. Het koraal wiegde leuk heen en weer door het water en verschillende vissen zwommen er tussendoor. Het was allemaal niet zo kleurrijk als in bijvoorbeeld Thailand, maar mooi was het wel. De rotsen waren vaak ook gestructureerd als een canyon, waar we doorheen konden zwemmen. De duikmeester leidde ons zelfs door een smal tunneltje onder de rotsen. Het meest interessante aan de duik waren de zusterhaaien die we om ons heen zagen zwemmen. Deze haaien van 1,5 tot 2 meter deden geen vlieg kwaad, maar waren wel bijzonder en spannend om te zien. Soms verschenen ze plots onder je (omdat ze dan bij je voeten hadden gezwommen zonder dat je het doorhad) en zwommen ze gewoon rustig verder. Het waren twee mooie duiken die ik niet had willen missen. Ik kan eigenlijk al niet wachten op een volgende. In de middag waren we weer terug, waar een deel van de snorkelgroep ook was teruggekeerd. Met hen ben ik bij een hotelrestaurant, gezellig gelegen naast een begraafplaats, gaan lunchen, om later nog een drankje te doen bij een zeer eenvoudige versie van de Starbucks, waarvan we ons afvroegen of het wel een echte was. De rest van de middag was het weer tijd om te relaxen. We hadden het in ieder geval erg getroffen met het weer, dat nog steeds lekker warm en zonnig was. De zonsondergang was niet zo mooi als gisteren, maar het eten -uiteraard vis- was opnieuw erg geslaagd. Een uniek iets hier was dat veel barretjes schommels als barkruk hadden en sommige restaurants ook schommels als bank. Laat maakte niemand het, want in de morgen zouden we weer op tijd moeten vertrekken. Het was wel een heel kort bezoekje aan Belize op deze manier, maar het was wel erg geslaagd. Morgen breekt alweer de laatste etappe van deze reis aan, met een lange rit naar Playa del Carmen in Mexico, vlakbij het punt waar we 2,5 week geleden waren geland.