Bandung

Bandung

Dag 85: Het Parijs van Java
Zondag 3 juni 2012

Het was nog veel te vroeg toen de wekker om 5 uur ging. De reden hiervoor was de minibus die Janto voor me had geboekt en om 6.30 uur zou vertrekken naar Bandung. Een halfuur voor vertrek ging ik met Janto en Diana op weg naar de plek waar de minibus zou vertrokken. Alhoewel we bij lange na niet de enige op de weg waren, was het opvallend rustiger. Het was even schrikken toen Janto plots moest uitwijken voor een gestoorde oude vrouw die in haar nakie midden op de weg zat en waarschijnlijk het einde van haar leven opzocht. We wachtten bij de ophaalplek en kletsten nog enige tijd met elkaar; een stuk langer dan we dachten, aangezien de minibus pas drie kwartier later arriveerde. Ik nam nu echt afscheid van m’n oudoom en -tante en zette met enkele anderen, waaronder een Nieuw-Zeelander, koers naar Bandung. We reden over een goede tolweg, waardoor het een vloeiende en vlotte rit was van twee uur, waarbij we onderweg eventjes hebben gepauzeerd en ik verder voornamelijk slaperig met m’n ogen dicht heb gezeten. Alhoewel ik van tevoren een reservering had gemaakt voor een hostel in Bandung, heb ik deze enkele dagen terug geannuleerd. Janto heeft naast zijn twee dochters bij hem thuis, namelijk ook een zoon, welke in Bandung woont. Janto had David gevraagd of ik een nachtje bij hem zou kunnen slapen, waar David positief op reageerde. Dit betekende voor mij dat ik het twee dagen nog een keer erg makkelijk zou krijgen.

Toen ik de minibus uitstapte, werd ik benaderd door een mannetje die me naar het huis van David en zijn familie leidde, slechts twee straatjes verder. Het eerste dat me opviel was het erg mooie huis van David, gelegen achter een hek en een tuin met twee grote honden die vanuit hun kennel wild naar me blaften. De twee kleine hondjes die binnen in het huis aan m’n voeten begonnen te snuffelen, leken een stuk vriendelijker. David was zelf niet aanwezig, maar wel kreeg ik hem bij binnenkomst direct aan de telefoon. Hij moest tot 15 uur werken, maar vertelde dat het mannetje dat me had opgepikt zijn chauffeur is, die hij had gevraagd om mij vandaag langs diverse plekken in de stad te leiden. In het huis werd ik verwelkomd door Davids vrouw en drie erg verlegen kinderen. Het was niet echt een warme ontvangst, mede omdat men het druk had en ervandoor moest. Er waren twee huismeiden die me m’n kamer (met badkamer) aanwezen, bereikbaar via een ruim balkon op de eerste verdieping. Terug in de mooie woonkamer met aangrenzende keuken -David had het huis enkele jaren geleden zelf ontworpen en laten bouwen- kreeg ik een bord nasi goreng aangeboden, alsmede een soes.

Na m’n lunch nam ik plaats op de motor van de chauffeur, waarna we ons voegden tussen het erg drukke verkeer van de vierde stad van het land, ook wel het Parijs van Java genoemd vanwege de aanwezigheid van enkele prachtige koloniale gebouwen uit de tijd dat de Hollanders hier de macht hadden. Er waren destijds zelfs plannen om van Bandung de hoofdstad te maken, in plaats van Batavia/Jakarta. Ondanks dat het druk was en we ons manoeuvreerden tussen de vele auto’s en andere motors, was het rustiger dan in Jakarta. Tijdens de rit viel het me op hoe groot en uitgestrekt de stad was, groter dan ik van tevoren had gedacht. We reden naar het gouverneurskantoor, waar het op en langs de weg een drukte van jewelste was. Het bleek dat er dit weekend het MyOYeah-festival plaatsvond. Lopend passeerden we karretjes met lokale snacks, waarna we op het festivalterrein voor het gouverneurskantoor de vele kraampjes bekeken. De man sprak geen woord Engels, maar hij leek er plezier in te hebben. Dit was namelijk toch wel iets anders dan continu je baas of zijn familie rond blijven rijden! Er waren vele eettentjes, kraampjes met kleding, reclametentjes voor een lokaal radiostation en nieuwe minimotors en enkele podia, waar slechts muziek uit de speakers werd gedraaid; echte optredens zouden in de avond plaatsvinden. Desondanks was het hier een levende bedoeling en zelfs de gouverneur zocht de activiteiten op, waarbij hij tijdens een spelletje met knikkers van alle kanten gefotografeerd en gefilmd werd. We liepen naar de overkant van de weg, waar zich een mooi gebouw bevond dat nu was omgebouwd tot het Museum Geologi. In dit bijzondere museum waren vele stenen en mineralen te bewonderen en was er veel informatie over de totstandkoming van aardbevingen en vulkanen, een veelvoorkomend probleem hier in Indonesië. Verder bevatte het museum fossielen van nog levende dieren, maar ook van een stegadon (een soort mammoet) en een heuse T-Rex. Oude menselijke schedels, zoals bijvoorbeeld van de bekende Java Man, lagen er ook. M’n chauffeur bekeek alle objecten en informatieborden met nog meer interesse dan ik, aangezien dit voor hem de eerste keer was zoiets te zien, terwijl het voor mij niet heel nieuw, maar desondanks erg vermakelijk was. We stapten weer op de motor en reden verder, langs de Holland Bakery met een molen op het dak, naar het Asia-Africa Museum, maar het leek erop dat deze gesloten was. Aan de overkant was het wel grappig om een oudhollands gebouw te zien met de tekst ‘Warenhuis de Vries’ en nog enkele Nederlandse woorden. Een paar studenten benaderden me hier en stelden vragen over wie ik was, waar ik vandaan kwam, welke plekken ik zou bezoeken in Indonesië en wat mijn favoriete gerecht was.

Het was tijd om de grote baas te bezoeken. We reden naar Davids kantoor, wat uiteindelijk een winkel te zijn met reserveonderdelen voor auto’s. David zat hier achter de toonbank aan een tafel; een biertje stond op tafel, een sigaret in z’n mond en stapels met bankbiljetten in z’n hand. Hij was anders dan ik in eerste instantie had gedacht en leek qua karakter totaal niet op z’n ouders en zussen. Enkele medewerkers stonden aan de toonbank klanten te helpen, terwijl anderen achter in de grote opslag de vele onderdelen van verschillende automerken beheerden. David vertelde me dat hij 17 mensen in dienst had en hij dagelijks een zeer goede omzet draait omdat hij de meest populaire winkel van de stad heeft. Iedereen schijnt hem te kennen en iedereen komt bij hem op bezoek om auto-onderdelen te kopen. Hij vertelde me dat hij vanwege de zaak een rijk man was geworden en het geluk had tot de 2,5% van de bevolking te horen die het wel goed had. Hij had een vriend bij zich, een sumoworstelaar die volgende week naar Zuid-Korea zal gaan voor een wedstrijd. Met z’n drieën zijn we in een restaurant aan de overkant gaan eten, waarbij David voldoende gerechten bestelde om onze magen te doen ontploffen. Hierna kon ik rondkijken in de zaak, terwijl David doorwerkte tot 15 uur, sluitingstijd. We sloten de zaak, ik kreeg enkele shirts mee die hij van zakenpartners/autobedrijven had gekregen en we stapten een luxe auto in. Terwijl David luxe achterover hing in z’n wagen met z’n benen over elkaar, peuk in de hand en het raam open, liet hij de chauffeur ons naar huis brengen.

Thuis moesten de kinderen hard leren voor een proefwerk morgen. De twee jongere kinderen waren nog steeds verlegen, terwijl de oudere dochter ondertussen al iets enthousiaster was over mijn komst. In de tussentijd kon ik me opfrissen en rustte ik uit. Omdat het vandaag zondag was, ging het hele gezin in de avond uit eten en ik mocht uiteraard mee. Met de wagen reden we -David reed zelf- naar een winkelcentrum dat het Parijs van Java heette. Ik verbaasde me in eerste instantie over een rood logo van een zaak die de H.E.M.A. heette, maar vanwege de puntjes was dit restaurant toch net wat anders dan onze HEMA. Het winkelcentrum was modern en het bezoek was anders dan ik met de andere familie had gedaan. Papa was namelijk de man met het geld en terwijl moeder en oudste dochter bij een kledingzaak gingen winkelen, mocht de jongste dochter een nieuw hoesje voor haar telefoon uitzoeken, waarna we koers zette naar de arcadehal. De kinderen speelden enkele spelletjes, waarna we allemaal weer samenkwamen bij een Japans restaurant. De kinderen waren namelijk dol op Japans eten. We namen een uitgebreide maaltijd, kletsten met elkaar en namen achteraf nog een drankje van de Starbucks. Terug in huis waren de kinderen niet meer zo verlegen en vonden ze het leuk om een paar foto’s met me te maken met hun polaroidcamera en hun geavanceerde spiegelreflexcamera. Terwijl de kinderen vervolgens naar bed gingen, heb ik met David nog enige tijd op de bank gehangen. Op tv zapte hij langs de diverse internationale zenders, terwijl hij vol trots z’n hele verzameling Xbox-spellen liet zien, die hij graag speelde en kocht op de markt, waar ze -illegaal- voor een prikkie worden aangeboden. Hij vertelde me over hoe hij enkele keren per jaar naar het buitenland moest voor afspraken en onderhandelingen met autobedrijven over onderdelen en hoe druk hij het had op de zaak, waar hij zeven dagen per week aanwezig is. Een dag rust zat er daarom dan ook niet in en zijn levensstijl was daarom dan ook behoorlijk anders dan van de gemiddelde Indo. Nadat we allebei nog een hapje hadden genomen van de meegebrachte sushi, was het bedtijd en kon ik in de gastenkamer heerlijk gaan slapen.

Tip van de dag: je kunt een bezoek aan Bandung gerust overslaan, want voor toeristen is er niet heel veel te beleven.

Opvallend feitje: een Xbox met goedkope illegale spellen is handig, maar je moet hem wel elke paar maanden naar een winkel brengen om de interne (gekraakte) software te updaten.

Dag 86: Mannen met macht
Maandag 4 juni 2012

In de ochtend werd ik rond 8 uur gewekt, waarna er beneden in de keuken een bordje nasi goreng klaarstond. Dat deze vlak daarvoor gehaald was, was te zien aan het verpakkingsmateriaal dat ernaast op tafel lag. David had deze ochtend vrij, zoals elke ochtend. Zijn vrouw runt de zaak in de ochtend, terwijl hij om 14 uur het stokje overneemt om vervolgens tot sluitingstijd om 18 uur door te werken. Wel had hij zo nu en dan telefonische zaken af te handelen, zoals ook deze ochtend. Een of andere klant was zijn afspraak om te betalen niet nagekomen, waardoor David enkele van zijn vele connecties moest inschakelen om ervoor te zorgen dat dat wel gebeurde. Hij vertelde me dat hij een belangrijk en machtige man was die door het hele land erg veel connecties heeft, van wie hij de hulp altijd kon inschakelen. Zo had hij ook connecties bij de politie en het leger, en deze konden Davids huidige probleem wel oplossen. Een andere man die David altijd trouw was, was een goede vriend van hem die kapitein bij het leger was. Nadat we met z’n tweeën door de chauffeur naar het centrum waren gebracht -de chauffeur moest daarna terug voor de kinderen-, maakte ik kennis met Cpt. Sumono, een brede man in uniform. Vandaag zou hij ‘mijn bodyguard’ zijn. Het was een vrolijke en vriendelijke man en het was duidelijk dat hij David al langer kende, aangezien ze gedurende de hele dag vrolijk met elkaar grapten.

Met z’n drieën betraden we het Asia-Africa Museum, een museum dat was opgericht ter herinnering aan een grote vredesconferentie tussen vele Aziatische en Afrikaanse landen, terwijl de rest van de wereld nog bijkwam van de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. David en Sumono waren hier ook nog nooit eerder geweest, simpelweg omdat ze nooit tijd hadden en ook niet heel veel interesse toonden in de geschiedenis van hun stad. Nu kon David wel wat tijd vrijmaken; en Sumono zou David wel volgen. In het museum waren allemaal foto’s te zien van de conferentie, net als diverse spullen die tijdens de conferentie werden gebruikt, zoals een typmachine voor de notulen. Langs een door de Nederlanders gegraven kanaal liepen we richting een oude straat die vroeger populair was onder de Nederlanders. De gebouwen waarin vroeger vele winkeltjes en koffiezaakjes gevestigd waren, waren nu voornamelijk vervallen en slechts een paar zaakjes hadden hun deuren nog open. Het was opvallend om te zien hoeveel zaakjes er waren waar ze schilderijen verkochten, maar dan van slechte kwaliteit. Nadat ik een schilderij had gezien die leek op een schilderij bij David thuis, vertelde David dan ook dat zijn exemplaar een stuk duurder en beter van kwaliteit was. Uiteindelijk stapten we in de luxe wagen van de kapitein en we reden naar het huis van de gouverneur, welke we even van buiten bekeken. Ernaast bevond zich het grote klassieke postkantoor, omgeven door een mooie groene tuin, waar zich in de kelder het postmuseum bevond. Alles had hier nog een Nederlands tintje, aangezien er diverse Nederlandse brievenbussen waren te zien, alsmede een machine waarin je een kwartje kon werpen en dan twee postzegels zou krijgen. Daarnaast waren er duizenden postzegels te bekijken, welke allemaal bewaard waren in een paar dozijn kasten. Er waren veel postzegels te zien uit allerlei landen van de wereld, maar ook een grote selectie aan Indonesische postzegels door de jaren heen. Hier zaten dan ook verschillende gekleurde Nederlandse postzegels tussen met het hoofd van Juliana, allemaal variërend in waarde, lopend van een paar cent tot enkele guldens. We verlieten het statige gebouw en reden naar een zaakje waar ik van David een pet mocht uitzoeken, maar hiervoor bedankte ik. Ernaast bekeken we vlug een modern winkelcentrum, waarna we in een Balinees restaurant heerlijk hebben geluncht. Ondanks dat Sumono geen woord Engels sprak, was het een gezellige boel en kon ik achteraf met de kapitein op de foto.

De tijd voor het uithangen van de toerist was voorbij en we reden naar de zaak waar we tot 14 uur nog even in het kantoortje van David hebben rondgehangen. Terwijl David vervolgens aan het werk ging, nam ik afscheid van Sumono en ben ik met chauffeur Karin op gaan halen, die extra les had om goede scores te halen voor haar proefwerken. We gingen vervolgens terug naar huis, waar Stevan al op ons zat te wachten. De middag was redelijk ontspannen en ik heb voornamelijk met m’n netbook op de bank gehangen, aangezien de kinderen moesten studeren. Wel lieten Karin en Stevan me een salon in de straat zien waar ik na drie maanden eindelijk m’n haar eens kon laten knippen. Toen David eenmaal was thuisgekomen, konden we genieten van een maaltijd met gado gado, waarbij het me niet helemaal duidelijk was of het nou bereid was door de hulpjes in huis, of gehaald was. Aangezien de familie overweegt om eens naar Europa op vakantie te gaan, vertelde ik ze over diverse mooie plekken die ze in twee weken zouden kunnen aandoen. In de avond heb ik opnieuw niet bijster veel gedaan en heb ik met David voornamelijk op de bank gehangen. David vertelde me over de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf, waarbij hij vele jaren hard heeft moeten knokken om de zaak overeind te houden. En dat hij ook nu nog hard moest werken om alles in goede banen te blijven leiden, waarbij hij dat continu op een vriendelijke en eerlijke manier wilde doen, ondanks dat hij wellicht wel meer zou kunnen vanwege zijn connecties. Hij vertelde over de totstandkoming van het huis en dacht al na over eventuele uitbreidingen. Tevens kletsten we over games en films, waar hij veel van hield. Ook had hij het beste voor met z’n kinderen en was hij voor Karin al aan het rondkijken naar goede universiteiten in het buitenland, zoals Australië. Naarmate ik David beter leerde kennen, veranderde m’n mening die ik over hem had tijdens m’n eerste indruk totaal. Al snel ga je toch inzien dat hij een goede en vriendelijke man is, die ondanks zijn drukke leven toch veel geeft om zijn familie en probeert te genieten waar mogelijk is. Het was daarom dan ook jammer dat ik deze avond alweer afscheid moest nemen van m’n achterneef, aangezien er om 00.30 uur -veel later dan gepland- een minibus arriveerde die me naar Pangandaran zou brengen. Wellicht zie ik hem ook nog wel een keer terug, ofwel in Nederland, dan wel in Indonesië. Het waren in ieder geval weer twee bijzondere en vermakelijke dagen.

Tip van de dag: als je een luxe huis voor jezelf bouwt, houd dan in de achtertuin nog wat ruimte over voor een eventuele uitbreiding in de vorm van een zwembad.

Opvallend feitje: een kapitein van het leger kan van alles maken in het verkeer, omdat hij toch een hogere rank heeft dan elke politieagent die je eventueel aan zou kunnen houden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *