Ayutthaya

Ayutthaya

Zaterdag 12 december 2009
Dag 70: Ayutthaya-eiland

Aangezien ik wat slaap had in te halen, bleef ik tot iets voor tienen in bed liggen. Ik voelde me weer helemaal beter en was klaar om te beginnen aan m’n reis door de rest van Thailand. Uiteraard vond ik het jammer om afscheid te moeten nemen van Bangkok, een geweldige, hippe en bruisende metropool. Ook was het jammer om het guesthouse te verlaten, maar ach, ik had er lang genoeg gezeten en het was wel tijd voor iets nieuws. Met de metro ging ik naar het Hualamphong treinstation, waar ik een kaartje (van maar 15 baht!) kocht voor de trein van 12.55 uur. De treinrit verliep prima en was niet heel anders dan ik had verwacht. De banken zaten goed genoeg voor een rit van 2 uur, de trein zat en stond vol met locals en er liepen genoeg verkopers met eten en drinken door het gangpad. Ventilatoren bliezen koele lucht, maar ook de wijd openstaande ramen hielpen de warmte te verdragen. Eenmaal aangekomen in Ayutthaya (met een vertraging van een half uur) nam ik de ferry naar het ‘eiland’. Ayutthaya is namelijk omringd door een drietal rivieren, waaronder de Chao Phraya, die ook al door Bangkok heen stroomde. Het was hierna niet ver meer lopen naar het guesthouse dat ik geboekt had. Wel was er het een en ander veranderd met de kamers, waardoor ik uiteindelijk een kamer moest delen met een Belgische jongen. Terug in de receptie werd me meteen een tour aangeboden tussen 16 en 18 uur, welke wel erg bijzonder klonk. Ik boekte hem en vertrok tien minuten later samen met 11 anderen. Achterin een pickup-truck werden we naar een pier gebracht, waar we vervolgens met de boot een rondje om de stad hebben gemaakt. Het was een mooie (en spetterende) tocht. Ayutthaya is vanaf de 14e eeuw voor vier eeuwen de hoofdstad van Thailand geweest en er zijn hier enorm veel tempels (wats) gebouwd, waarvan vele van het Khmer-rijk (die van Angkor) stammen. Tijdens de tocht werden, voornamelijk aan de buitenzijde, huisjes van de lokale bevolking afgewisseld door een groot aantal tempels. Bij de Wat Phanan Choeng maakten we onze eerste stop, zodat we de gelegenheid hadden om deze wat beter te bekijken. Van buiten had de wat iets weg van de tempels in Bangkok, maar ook stond er nog een Chinees tempeltje naast met draken. De wat had zijn hoofdattractie echter binnen staan, een 19 meter hoge zittende boeddha. Eromheen zaten uiteraard weer vele mensen te bidden. Ook hadden enkele vrouwen een koker met stokjes waarmee ze zaten te schudden, totdat er eentje uitviel. Blijkbaar is er iets met het nummer dat dan op dat stokje staat, maar wat het precies is, weet ik helaas niet. Terwijl de zon langzaamaan begon te zakken, vaarden we verder naar de volgende tempel, de Wat Phuttai Sawan. Hier zagen we de Khmer-stijl terug in de enkele chedi’s. Een indrukwekkender schouwspel van Khmer-architectuur zagen we echter terug in de volgende stop bij de Wat Chaiwatthanaram. Deze mooie Khmer-tempel was nog redelijk intact en werd al helemaal bijzonder aangezien we hier met zonsondergang waren. Het kleine oranje zonnetje scheen zodoende mooi tussen de chedi’s door, wat de gelegenheid gaf tot bijzondere foto’s. Hierna vaarden we naar ons eindpunt, waar op dat moment de Hua Ro Night Market bezig was, een kleine markt met verschillende etenskraampjes. Aangezien ik wel honger had, kocht ik hier enkele lekkere hapjes. Ayutthaya is trouwens ook weer totaal anders dan Bangkok: de lokale bevolking is veel minder modern (geen hippe kleding meer, geen make-up) en ook de straten en wegen zien er veel simpeler uit. Het is min of meer gelijk aan de kleine steden in Vietnam. Nadat ik even had uitgerust in het guesthouse, liep ik een stuk richting het centrum toe, naar het Phra Ram Park. Zonder dat ik het van tevoren wist, was ik opnieuw in een stad met een festivalweek beland (ik begin wel een festivalhopper te lijken). Bij de Wat Maha That (een andere grote Khmer-tempel) was een groot podium gebouwd, waar elke avond deze week een licht- en geluidshow gehouden wordt. De show van deze avond was net begonnen en klonk erg spectaculair (grootse muziek). Ook kon ik er hier en daar een glimps van opvangen (lichten op de tempels, rondstuivende olifanten) en nadat ik van een Nederlandse man te horen had gekregen dat het zeker de moeite waard was, kocht ik een kaartje voor de show van morgenavond. Hierna liep ik nog even een rondje over het kleine aanliggende festivalterrein met eetkraampjes en enkele kunstwerken van groente (tot figuren gesneden groente). Aangezien ik morgen volop wil benutten om de rest van het oude historische centrum te bekijken, ben ik hierna terug gegaan naar het guesthouse, waar ik op tijd ben gaan slapen.

Zondag 13 december 2009
Dag 71: Tempel- en festivalhopper
Aangezien m’n lichaam blijkbaar iets meer rust nodig had, bleef ik iets langer liggen dan gepland. De Belgische jongen checkte uit, waardoor ik genoodzaakt was te verhuizen naar een eenpersoonskamer die nu wel beschikbaar was. Na m’n late ontbijt huurde ik om de hoek voor slechts 30 baht (zonder enige borg of wat dan ook) een prima fiets voor de hele dag. Alhoewel de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad zich op het eiland bevinden, is het toch nog een behoorlijk stuk lopen, waardoor een fiets een ideaal vervoermiddel is. Eerst ging ik echter even terug naar het treinstation (ditmaal over een brug) om een treinticket voor morgen te boeken, aangezien ik dan naar Pak Chong wil gaan. Na enige probleempjes met de printer op het station kreeg ik een ticket, waarna ik met de fiets naar het centrale gedeelte van de stad ging. Het fietsen was overigens wel even wennen, aangezien ik al m’n verkeers- en voorrangsregels (voor zover die hier gehanteerd worden…) om moest draaien. Links rijden was namelijk nieuw voor me, maar wende gelukkig snel. Ik parkeerde m’n fiets bij de ingang van de Wat Maha That, waarna ik deze bezocht. Het was een ruïne van een oude Khmer-tempel, waarvan gelukkig nog wel wat overeind stond, zoals enkele belvormige chedi’s (gemaakt van rode bakstenen), fallusachtige parangs en boeddhabeelden. De meest bijzondere bezienswaardigheid was echter het hoofd van een boeddhabeeld welke aan alle zijden (behalve de voorzijde) overwoekerd was door de wortels van een boom, wat een zeer speciaal gezicht (ha ha!) was! Na dit bezoek ging ik even terug naar het hotel, want ik voelde me wat misselijk (waarschijnlijk is het straatvoedsel niet goed gevallen) en duf en had even geen puf meer voor andere tempels. Later in de middag ging het gelukkig weer beter, waardoor ik m’n tocht kon vervolgen. Ik fietste terug naar het historische centrum en kwam langs een markt, welke ter gelegenheid van het festival op een straat was opgezet. Het is hier in Ayutthaya trouwens apart om te zien hoe de oude ruïnes op stukken grond (grasvelden) midden in de stad liggen, aangezien ze gewoon afgewisseld worden door wegen, huizen, winkeltjes en restaurantjes. Bij de Wat Phra Ram keek ik vervolgens rond, opnieuw een oude Khmer-ruïne, waar zich in het midden een grote prang bevond. Iets verderop (tijdens het fietsen wel even opzij gaan voor passerende olifanten!) stond de Wihan Phra Mongkhon Bophit, een redelijk moderne Thaise tempel waarin zich een 15 meter hoog Boeddhabeeld bevond. Alhoewel alles er uiteraard prachtig uitzag, begon ik nu toch wel te merken dat elke nieuwe tempel steeds minder indrukwekkend wordt. Ik heb namelijk al zoveel tempels en boeddhabeelden gezien in de laatste 2,5 maand, dat het ergens toch wel op elkaar gaat lijken. Maar gelukkig zie je ook nog genoeg nieuwe dingen, zoals de Wat Phra Si Panphet. Alhoewel het een Khmer-tempel was, zagen de drie grijze belvormige chedi’s (met de resten van voormalige koningen) er zeer groots en apart uit. Met deze tempel had ik de highlights van de stad wel gezien en op de fiets ging ik terug naar het hotel. Nadat ik hier had uitgerust en gegeten, ben ik weer naar de Wat Maha That gegaan. Ik had namelijk een kaartje gekocht voor de show van 19.30 uur. Op een grote tribune nam ik plaats, waarna deze zich behoorlijk vulde met vele andere nieuwsgierigen. Voor de tribune bevond zich een strook water, gevolgd door een grasveld dat diende als podium. Hierachter bevond zich een prachtig decor: de chedi’s van de tempel, verlicht door gekleurde lampen. De show zelf was ook erg gaaf. In iets meer dan een uur tijd (wel eerst even opstaan voor het volkslied, graag) werd de geschiedenis van Ayutthaya verteld. Helaas was alles in het Thai, dus kon ik er niets van verstaan. Maar gelukkig stond er een hele korte Engelse beschrijving in het programmablaadje, waardoor ik, samen met de kennis die ik in het museum van Bangkok had opgedaan, ongeveer wist wat er speelde. Bij deze show draaide het allemaal minder om de lampen en het vuurwerk, alhoewel deze uiteraard ook aanwezig waren. De hoofdrolspelers waren hier zo’n 200 acteurs, een klein dozijn olifanten en enkele paarden. Samen hebben zij een spectaculaire show op poten gezet, met enkele groots nagespeelde veldslagen. De olifanten hadden hier ook een speciale rol in en gingen (op een vriendelijke manier dan) ook met elkaar op de vuist… eh… slurf. Ook scenes met koningen, prinsen en prinsessen, fonteinen van water en brandjes bleven niet achterwege. Opnieuw was ik blij toevallig in een festival beland te zijn en dit te mogen meemaken. Tegen negenen was de show voorbij, waarna iedereen zich naar buiten begaf. Met de fiets (in het begin voornamelijk aan de hand) ging ik voorzichtig (de fiets had geen verlichting), maar snel (de verhuurder wilde hem graag rond die tijd terug hebben) terug naar het hotel. Hier heb ik verder niets bijzonders meer gedaan, alvorens naar bed te gaan. Ayutthaya was in ieder geval een leuke plek voor 1,5 dag. Nu kijk ik uit naar de komende drie dagen (maar met name dinsdag en woensdag), waarop ik naar het Khao Yai National Park ga, welke een van ‘s werelds mooiste nationale parken schijnt te zijn, met een rijk aanbod aan dieren en planten!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *